ECLI:NL:GHARL:2023:7869

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
19 september 2023
Zaaknummer
200.308.856/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid assurantietussenpersoon voor schade door piratenaanval op vrachtschip

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de scheepvaartmaatschappij ForestWave c.s. tegen de Noord-Nederlandse Assurantiemakelaars B.V. (NNAM) over de aansprakelijkheid van de assurantietussenpersoon. ForestWave c.s. hebben een K&R-verzekering afgesloten voor hun vrachtschip FWN Rapide, dat in april 2018 door piraten in de Nigerdelta werd aangevallen. Na de aanval hebben zij schade geleden, waarvan een deel niet door de verzekeraar is vergoed. ForestWave c.s. stellen dat NNAM haar zorgplicht heeft geschonden door niet adequaat te adviseren en een passende verzekering af te sluiten. De rechtbank heeft de vordering van ForestWave c.s. afgewezen, en het hof bevestigt deze uitspraak. Het hof oordeelt dat NNAM niet tekort is geschoten in haar zorgplicht, omdat de afgesloten verzekering voldeed aan de eisen en de dekkingsperiode duidelijk was. Bovendien was er geen causaal verband tussen het handelen van NNAM en de schade van ForestWave c.s. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt ForestWave c.s. in de proceskosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.308.856/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 200781)
arrest van 19 september 2023
in de zaak van

1.FWN Rapide Shipping Company C.V.,

die is gevestigd in Groningen,
2. ForestWave Navigation B.V.,
die is gevestigd in Groningen,
die hoger beroep hebben ingesteld,
en bij de rechtbank optraden als eisers,
hierna gezamenlijk
ForestWave c.s.te noemen,
advocaat: mr. J.L. Hoovers uit Rotterdam,
tegen
Noord-Nederlandse Assurantiemakelaars B.V.,
die is gevestigd in Groningen,
en bij de rechtbank optrad als gedaagde,
hierna
NNAMte noemen,
advocaat: mr. J.H. Duyvensz uit Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

1.1
Na het tussenarrest van 8 november 2022 heeft op 22 mei 2023 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Van de zitting is een verslag (proces-verbaal) opgemaakt dat aan het dossier is toegevoegd. Hierna hebben partijen het hof gevraagd arrest te wijzen (op het voorafgaand aan de mondelinge behandeling overgelegde procesdossier).
1.2
In een e-mail van 14 juni 2023 zijn door de advocaat van NNAM een aantal opmerkingen bij het proces-verbaal gemaakt. De advocaat van ForestWave c.s. reageerde daarop met een e-mail van 20 juni 2023. Voor zover nodig zal het hof hierop in dit arrest ingaan.

2.De kern van de zaak

2.1
NNAM heeft als assurantietussenpersoon op verzoek en ten behoeve van ForestWave c.s. een Kidnap & Ransom (K&R)-verzekering afgesloten voor een reis van het vrachtschip FWN Rapide door de Nigerdelta in april 2018. Het schip is op 21 april 2018 aangevallen door piraten en ForestWave c.s. hebben een deel van de door hen als gevolg daarvan geleden schade niet vergoed gekregen van de K&R-verzekeraar. ForestWave c.s. willen deze schade verhalen op NNAM op de grond dat NNAM in strijd zou hebben gehandeld met de op haar rustende zorgplicht.
2.2
ForestWave c.s. hebben bij de rechtbank gevorderd de veroordeling van NNAM tot betaling van € 989.674,-, vermeerderd met rente en kosten.
2.3
De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft deze vordering in het vonnis van 1 september 2021 afgewezen en ForestWave c.s. veroordeeld in de proceskosten.
2.4
Tegen dit vonnis zijn ForestWave c.s. met zes bezwaren (grieven) opgekomen. ForestWave c.s. vorderen in hoger beroep vernietiging van het vonnis van de rechtbank en alsnog toewijzing van hun vordering. Het hof zal oordelen dat NNAM de op haar als assurantietussenpersoon rustende zorgplicht niet heeft geschonden. Het vonnis van de rechtbank zal worden bekrachtigd. Dit oordeel wordt hierna uitgelegd. Daarvoor zijn allereerst de feiten van belang zoals die in deze procedure vaststaan.

3.De vaststaande feiten

3.1
De rechtbank heeft in r.o. 2.1 tot en met 2.16 van het vonnis de feiten opgesomd. Volgens partijen is die feitenweergave niet volledig. Het hof stelt de feiten opnieuw vast, waarbij het hof rekening houdt met wat partijen daarover hebben aangevoerd en zich beperkt tot de feiten die voor de beoordeling in hoger beroep van belang zijn. Voor zover ForestWave c.s. in de toelichting op de grief over de feitenvaststelling de beslissingen van de rechtbank en de daaraan ten grondslag gelegde motiveringen inhoudelijk bestrijden, worden die onderdelen hierna voor zover relevant onder 4 besproken.
3.2
ForestWave c.s. exploiteren een scheepvaartmaatschappij met een vloot van dertig schepen. Eén van deze schepen is het vrachtschip FWN Rapide (hierna: het schip). Het schip is economisch eigendom van FWN Rapide Shipping Company C.V. (appellant sub 1). ForestWave Navigation B.V. (appellant sub 2) voert het management van het schip uit en treedt als agent op.
3.3
NNAM is de assurantietussenpersoon van ForestWave c.s. voor het sluiten van maritieme verzekeringen.
3.4
In de scheepvaart geldt de Nigerdelta - onderdeel van de Golf van Guinee - als een hoog risico gebied (High Risk Area, hierna: HRA) waar piraten actief zijn. De voor vrachtschepen gebruikelijke doorlopende War Risks (WR)-verzekering geeft in veel gevallen geen dekking voor een HRA. Vaak wordt dan een aanvullende WR-verzekering afgesloten, waarvoor verzekeraars als extra eis stellen dat een K&R-verzekering wordt afgesloten.
3.5
Op 29 maart 2018 heeft [naam1] (hierna: [naam1] ) van ForestWave Navigation B.V. per e-mail aan NNAM medegedeeld dat het schip op weg is naar West-Afrika, via de Golf van Guinee. Hij verzocht NNAM om (een offerte) voor verzekeringen voor de periode dat het schip zich zou bevinden in de HRA. Het voorlopige reisschema, met daarop vermeld de aankomst- en vertrektijden van diverse havens, was bijgesloten. Volgens dit schema zou het schip zich maximaal 3,5 dagen in een HRA bevinden, te weten in de Nigerdelta van 12 april tot en met de ochtend van 15 april 2018. [naam1] heeft NNAM later die dag per e-mail desgevraagd nog laten weten: “
Yes, we have 3.5 meter of freeboard. Vessel fully equipped as per BMP4 standards”.
3.6
Op 29 maart 2018 stuurde NNAM aan [naam1] een aantal offertes voor WR- en K&R-verzekeringen voor deze reis. [naam1] liet weten dat hij deze offertes wat aan de hoge kant vond. NNAM stuurde op 3 april 2018 nieuwe offertes voor goedkopere verzekeringen onder de vermelding dat de eerder genoemde voorwaarden ongewijzigd bleven. [naam1] liet diezelfde dag weten akkoord te zijn met de geoffreerde verzekeringen en schreef daarbij: “
(…)We will update you entry en arrival dates. (…)”.
3.7
Op 6 april 2018 zond NNAM per e-mail onder meer de verzekeringspolis van en de factuur voor de K&R-verzekering. Op de verzekeringspolis staat onder meer:

(…)2. Insured period From 12.04.2018 00.00 (…)
To 19.04.2018 24.00 (…)
Both days are included as per local standard time at the address of the Assured - cover of insurance expires either at the end of above period or once the below mentioned route is completed, whichever applies first (…)
4. Declared Route Vessel will be travelling from Nigerian Water (East of Lagos) and will be calling the following ports: Takoradi, Ghana - Port Harcourt, Nigeria - Malabo, Equatorial Guinea - Luba, Equatrial Guines -Pointe Noire, Congo
5. Trading Area (…)
(Excluded Territory) All trading in these excluded areas is held covered only if prior notice of transit has been provided tot Underwriters in writing (…)
9. Security Warranties The following risk information is obligatory and has to be complied with at all times while transiting through the declared Trading Area
Razor Wire confirmed
Citadel confirmed
Freeboard min. 3.50 meters
Speed min. 12.00 knots
Navy Escort Vessel confirmed
Any breach of a warranty will cause Insurers to be automatically off risk from the date of that breach, and in some instances may mean that Insurers do not come on risk at all. (…)”
In haar begeleidende e-mail schreef NNAM:

(…)please find attached K&R documentation and invoice.
For this voyage we would be pleased to receive the following final dates:
  • Entry Gulf of Guinea HRA
  • Arrival Onne, Nigeria
  • Departure Onne, Nigeria
  • Exit Gulf of Guinea HRA
The Gulf of Guinea HRA is defined as the waters of the Togolese, Beninese and Nigerian EEZ north of Latitude 3° N.
Awaiting your news in due course.
3.8
Op 6 april 2018 verzocht [naam1] om de facturen voor de Loss of Hire (LOH)- en WR-verzekeringen. Op 9 april 2018 zond NNAM de facturen voor deze verzekeringen, met de toevoeging “
Upon receipt of the dates our final invoices will follow”.
3.9
Het schip heeft tijdens de reis vertraging opgelopen. Op 12 april 2018 was het voor ForestWave c.s. duidelijk dat de geplande entree in de HRA op die dag niet gehaald zou worden. De kapitein van het schip heeft ForestWave c.s. op 18 april 2018 een update gestuurd in verband met vertraging in de haven van Takoradi. Uiteindelijk is het schip op 19 april 2018 rond 13.00 uur de HRA ingevaren en was gepland dat zij op 21 april 2018 zou aansluiten bij een beveiligd konvooi richting de haven van Point Noire. Deze informatie is niet gedeeld met NNAM.
3.1
Op 21 april 2018 is het schip, voordat zij aansluiting kon zoeken bij het beveiligd konvooi, voor de kust van Nigeria aangevallen door piraten. De piraten hebben aan boord elf van de veertien bemanningsleden gekidnapt. De gekidnapte bemanning is vier weken vastgehouden in de Nigerdelta. Na betaling van $ 340.000,- aan losgeld, is de bemanning vrijgelaten.
3.11
ForestWave c.s. hebben door de aanval schade geleden in de vorm van het betaalde bedrag aan losgeld, vertraging en extra kosten om het schip weer zo snel mogelijk te kunnen exploiteren. Zij begroten deze schade op 1,2 miljoen euro.
3.12
ForestWave c.s. hebben de verzekeraars verzocht tot uitkering over te gaan. Zij hebben een deel van de schade vergoed gekregen op basis van andere verzekeringen dan de K&R-verzekering. Een bedrag van € 989.674,- is tot op heden niet door een verzekeraar vergoed. De K&R-verzekeraar heeft uitkering geweigerd omdat het schip op 21 april 2018 is aangevallen en de dekking op 19 april 2018 was afgelopen. Verder is uitkering geweigerd omdat ForestWave c.s. volgens de verzekeraar meerdere in de K&R-polis opgenomen garantieclausules (‘Security Warranties’) hebben geschonden.
3.13
In een brief van 11 april 2019 hebben ForestWave c.s. NNAM aansprakelijk gesteld voor de niet gedekte schade. NNAM heeft aansprakelijkheid in een brief van 6 juni 2019 afgewezen.

4.Het oordeel van het hof

Inleiding
4.1
ForestWave c.s. keren zich met hun grieven tegen het oordeel van de rechtbank dat niet is gebleken dat NNAM haar zorgplicht heeft geschonden en de motivering die de rechtbank daaraan ten grondslag heeft gelegd. Uit de toelichting op deze grieven blijkt dat ForestWave c.s. in hoger beroep in volle omvang aan de orde wensen te stellen of NNAM kan worden verweten:
(1) dat zij heeft nagelaten een passende K&R-verzekering af te sluiten,
(2) dat zij heeft nagelaten ervoor te zorgen dat ForestWave c.s. een passende verzekering behield (althans niet voldoende heeft gewaarschuwd voor het aflopen van de verzekerde termijn c.q. het belang van het doorgeven van data HRA c.q. de verzekerde termijn niet voldoende heeft bewaakt),
(3) dat zij heeft nagelaten (voldoende) te wijzen op het bestaan, de inhoud en de werking van garantieclausules en de gevolgen van niet-naleving daarvan.
4.2
Voordat het hof deze verwijten bespreekt, zal eerst aandacht besteed worden aan de bevoegdheid van de Nederlandse rechter, de toepassing van Nederlands recht en de maatstaf die voor beoordeling van de zorgplicht van NNAM in aanmerking dient te worden genomen.
De bevoegdheid van de Nederlandse rechter en de toepassing van Nederlands recht
4.3
De verwezenlijking van het risico waarvoor de verzekering dekking had behoren te geven heeft zich in de Nigerdelta heeft voorgedaan, zodat deze zaak een internationaal karakter heeft. De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht omdat beide partijen in Nederland gevestigd zijn. In navolging van partijen gaat het hof er vanuit dat Nederlands recht op hun rechtsverhouding van toepassing is.
Maatstaf zorgplicht
4.4
Met de rechtbank oordeelt het hof dat een assurantietussenpersoon tegenover zijn opdrachtgever op grond van artikel 7:401 BW de zorg dient te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht. De precieze reikwijdte van de zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, met name van de aard en inhoud van de opdracht en de belangen van de opdrachtgever voor zover die kenbaar zijn voor de assurantietussenpersoon. Tegen deze achtergrond zal het hof beoordelen of NNAM ter zake van de door ForestWave c.s. gestelde verwijten in de op haar rustende zorgplicht is tekortgeschoten.
4.5
Naar aanleiding van wat ForestWave c.s. tegen de door de rechtbank aangenomen zorgplicht heeft aangevoerd, merkt het hof op dat de rechtspraak over de zorgplicht van assurantietussenpersonen een casuïstisch beeld vertoont. Ook de door ForestWave c.s. aangehaalde jurisprudentie verschilt van de onderhavige zaak en kan daarom niet beslissend zijn voor de beoordeling die in deze zaak aan de hand van de feiten en omstandigheden van dit geval behoort plaats te vinden.
4.6
Voor zover ForestWave c.s. aanvoeren dat de rechtbank in de weging van de omstandigheden van het geval onvoldoende gewicht heeft toegekend aan de actieve zorgplicht die van NNAM als assurantietussenpersoon mag worden verwacht en de aard van de relatie tussen partijen, komt dat hierna bij de bespreking van de afzonderlijke verwijten aan de orde.
Verwijt (1) afsluiten passende verzekering
4.7
De rechtbank heeft vastgesteld dat NNAM, voordat de hier aan de orde zijnde verzekering werd afgesloten, 22 keer eerder in opdracht van en voor ForestWave c.s. een K&R-verzekering als aanvulling op de WR-verzekering heeft afgesloten en dat slechts twee van deze eerder afgesloten verzekeringen tegen betaling een extra uitloopmogelijkheid
(in dekkingsperiode) hadden. De rechtbank volgt ForestWave c.s. daarom niet in haar stelling dat NNAM verzuimd heeft een verzekering voor het schip af te sluiten die de beoogde en benodigde dekking bood, enkel doordat een uitloopmogelijkheid voor de geplande reis ontbrak.
4.8
In hoger beroep hebben Forest Wave c.s. onvoldoende aangevoerd om te oordelen dat NNAM ter zake van het afsluiten van de K&R-verzekering haar zorgplicht heeft geschonden omdat de afgesloten verzekering niet passend zou zijn geweest. NNAM heeft een K&R-verzekering aangeboden met een vaste dekkingsperiode en bijbehorende vaste premie. NNAM heeft aangevoerd dat de dekkingsperiode aansloot bij het door ForestWave c.s. per mail van 29 maart 2018 verstrekte reisschema en dekking bood voor een periode die ruim voldoende was om de reis door de HRA te maken, omdat voor een periode van maximaal 3,5 dagen in de Nigerdelta een K&R-verzekering van 8 dagen is afgesloten. ForestWave c.s. hebben daar niets tegen ingebracht.
4.9
Tegen deze achtergrond maakt het enkele feit dat in het reisschema nog wijzigingen zouden kunnen optreden, niet dat NNAM in dit geval dus (op voorhand) een andere, duurdere verzekering met uitloop had moeten afsluiten. NNAM heeft bovendien aangevoerd en voldoende onderbouwd dat de dekkingsperiode van de afgesloten verzekering zonder uitloop aangepast of verlengd kon worden, indien voor of tijdens de dekkingsperiode blijkt dat die periode niet voldoende is, zoals dat volgens haar ook bij eerdere reizen is gebeurd.
4.1
Dat de afgesloten K&R-verzekering niet passend zou zijn vanwege de in het polisblad opgenomen garantieclausules (‘Security Warranties’) is door NNAM bestreden, en door ForestWave c.s. niet van een nadere en concrete onderbouwing voorzien.
4.11
Bij deze stand van zaken oordeelt het hof dat NNAM bij het afsluiten van een K&R-verzekering voor de beoogde transit van het schip in de HRA van de Nigerdelta niet tekort is geschoten in haar zorgplicht ten opzichte van ForestWave c.s.
Verwijt (2) behoud passende verzekering, informatie- en waarschuwingsplicht en bewaken verzekerde termijn
4.12
Vast staat dat op het polisblad expliciet staat vermeld dat de dekkingsperiode van 12 april tot en met 19 april 2019 liep en dat deze periode zou eindigen óf na het verstrijken van deze termijn óf wanneer de reis door de HRA was voltooid. De rechtbank heeft geoordeeld dat deze inhoud van de polis klip en klaar is en dat het daarom voor ForestWave c.s. duidelijk was of kon zijn dat de data op de polis doorslaggevend waren.
4.13
Onder verwijzing naar het uitgangspunt dat uitleg van een verzekeringsovereenkomst moet geschieden volgens de Haviltex-maatstaf, voeren ForestWave c.s. hiertegen aan dat deze vermelding op het polisblad niet maakt dat zij konden weten dat sprake was van een vaste en fatale dekkingsperiode. Zij stellen dat zij hebben begrepen c.q. erop mochten vertrouwen dat de op de polis vermelde verzekerde periode flexibel was en later nog kon worden aangepast, zelfs na voltooiing van de transit door de HRA. Voor zover ForestWave c.s. zich hadden moeten realiseren dat het een vaste dekkingsperiode betrof, voeren zij aan dat NNAM haar informatie- en waarschuwingsplicht en verantwoordelijkheid om de verzekerde termijn te bewaken niet is nagekomen.
4.14
Het hof stelt vast dat [naam1] in zijn e-mail van 29 maart 2018 namens ForestWave c.s. verzocht om een aantal offertes voor W&R- en K&R-verzekeringen. De offertes die NNAM vervolgens zond, werden door ForestWave c.s. als aan de hoge kant gewaardeerd, waarna NNAM nieuwe offertes heeft gestuurd voor goedkopere verzekeringen. ForestWave c.s. zijn op 3 april 2018 akkoord gegaan met deze offertes. Uit de bewoordingen van het polisblad van de K&R-verzekering moet de vaste dekkingsperiode van deze verzekering ForestWave c.s. onmiskenbaar duidelijk zijn geweest.
4.15
Het hof is van oordeel dat ForestWave c.s. onvoldoende hebben aangevoerd om aan te nemen dat zij begrepen of erop mochten vertrouwen dat desondanks geen sprake was van een vaste en fatale dekkingsperiode maar dat deze flexibel was en achteraf nog kon worden aangepast in de zin zoals zij stellen. Over de omstandigheden die ForestWave c.s. in dit verband hebben aangevoerd, overweegt het hof als volgt.
4.16
Tussen partijen is niet in geschil dat in dit geval voor de aanvullende WR-verzekering een K&R-verzekering vereist was. Anders dan ForestWave c.s. menen, betekent dit niet dat de verzekerde periode van de K&R-verzekering gelijk is aan of meebeweegt met die van de W&R-verzekering (die een dekkingsperiode had van 13 tot en met 23 april 2018). NNAM heeft (voldoende en onbetwist) aangevoerd dat aard en opzet van K&R-verzekeringen verschillen van WR-verzekeringen, dat deze verzekeringen worden aangeboden door verschillende verzekeringsmaatschappen en dat K&R-verzekeraars zelf ook diverse soorten verzekeringen aanbieden met diverse premies. Als gevolg hiervan kan de dekkingsperiode van de K&R-verzekering verschillen van die van de WR-verzekering, zoals hier ook het geval was. Dat ForestWave c.s. in dit specifieke geval wel op een gelijke dekkingsperiode mochten vertrouwen, hebben zij niet nader onderbouwd.
4.17
ForestWave c.s. ontlenen het gestelde vertrouwen verder aan eerdere reizen waarbij met een polis zonder uitloop de dekkingsperiode na de transit door de HRA nog zou zijn gewijzigd. NNAM heeft erkend dat in geval van een polis zonder uitloop of flexibele premie/dekkingsperiode, de dekking bij wijziging van het reisschema kan worden aangepast, mits zij over die wijziging tijdig wordt geïnformeerd en de dekkingsperiode nog niet is verstreken. Dat wijziging ook na het verstrijken van de dekkingsperiode nog mogelijk is en dit bij eerdere reizen op een polis zonder uitloop of flexibele premie/dekkingsperiode ook is gebeurd, is door NNAM gemotiveerd betwist en door ForestWave c.s. niet met concrete voorbeelden onderbouwd.
4.18
ForestWave c.s. wijzen er verder op dat NNAM per e-mail van 6 april 2018 verzocht om ‘finale dates’ door te geven van het in- en uitvaren in de HRA en dat niet is verzocht om tussentijdse updates of vertragingen door te geven. Uit het verzoek om final dates leiden zij af dat op basis hiervan de definitieve dekkingsperiode en definitieve premie werd vastgesteld.
Dat het verzoek van NNAM per e-mail van 6 april 2018 om ‘final dates’ verband hield met het opmaken van de definitieve premie en er op wijst dat geen sprake is van een vaste dekkingsperiode, volgt het hof niet. NNAM heeft aangevoerd dat zij deze data verzocht om de verzekeraar op de hoogte te houden van het ingaan van het risico en om te bepalen of de K&R-dekkingsperiode niet eerder of later moest ingaan dan op basis van het verstrekte reisschema was bepaald en of de dekkingsperiode moest worden verlengd. Uit het enkele verzoek om deze data blijkt niet dat deze data buiten de verzekerde periode kunnen liggen. Bovendien volgt uit de overgelegde mailwisseling dat alleen voor de aanvullende WR- en LOH-verzekeringen nog een definitieve premienota moest worden opgemaakt. De definitieve K&R-nota was al op 6 april 2018 aan Forest Wave c.s. toegezonden samen met de K&R-polis.
Tegen deze achtergrond had ForestWave c.s. moeten begrijpen dat het verzoek om definitieve HRA-data inhield dat NNAM moest worden voorzien van statusupdates over de entry- en exit-data voor de HRA, voor zover daarvan van het verstrekte reisschema werd afgeweken. ForestWave c.s. gaven voor deze reis ook uitdrukkelijk aan statusupdates te zullen sturen en NNAM heeft aannemelijk heeft gemaakt dat zij dit ook bij andere reizen deden, vlak voor of direct bij het binnenvaren van de HRA. Bij deze stand van zaken bestond voor NNAM geen aanleiding ForestWave c.s. uitdrukkelijk te verzoeken om tussentijdse updates en vertragingen door te geven.
4.19
Het hof acht ook niet aannemelijk dat ForestWave c.s. konden denken dat de op de polis vermelde periode achteraf, na voltooiing van de transit, nog aangepast kon worden. Dat standpunt komt er feitelijk op neer dat de dekkingsperiode op de polis irrelevant zou zijn en dat de reis in de HRA bijvoorbeeld ook twee maanden later had kunnen worden gevaren.
Voor zover ForestWave c.s. van deze (onjuiste) veronderstelling zijn uitgegaan, blijkt in ieder geval nergens uit dat voor NNAM kenbaar was of had moeten zijn dat ForestWave c.s. een andere betekenis aan de in het polisblad vermelde dekkingsperiode hebben gehecht.
4.2
Het oordeel van het hof over de betekenis van de op het polisblad vermelde dekkingsperiode wordt niet anders als de relatie tussen partijen in ogenschouw wordt genomen. De polis was ook zonder specifieke verzekeringskennis voldoende helder. NNAM heeft bovendien voldoende aangevoerd om aan te kunnen nemen dat bij ForestWave c.s. voldoende verzekeringskennis aanwezig was, in het bijzonder ook in de persoon van [naam1] . Daartoe stelt NNAM dat ForestWave c.s. een professionele rederij en scheepsmanager vormen, die een vloot van 30 schepen exploiteren en die al geruime tijd maritieme (waaronder K&R-) verzekeringen afsloten via NNAM. Aanvragen voor een aanvullende WR- en K&R-verzekering werden volgens NNAM in de praktijk vrijwel uitsluitend voor [naam1] gedaan die daarbij gebruik maakte van de mailbox operations@forestwave.nl. ForestWave c.s. heeft hier onvoldoende tegenover gesteld.
4.21
Onder deze omstandigheden is geen sprake van een schending van een zorgplicht van NNAM omdat zij ForestWave c.s. onvoldoende heeft geïnformeerd of gewaarschuwd over de betekenis van de in het polisblad vermelde verzekerde termijn. In het algemeen mag van een assurantietussenpersoon een actieve benadering van de opdrachtgever worden verwacht. Dat betekent echter niet dat NNAM in dit geval - waarin sprake is van een professionele partij die ruimschoots ervaring had met dit soort verzekeringen en van een duidelijke polis - nogmaals expliciet had moeten wijzen op of had moeten waarschuwen voor de betekenis van deze K&R-verzekering. Dat geldt meer in het bijzonder ook voor het belang van de data op de polis, het doorgeven van vertragingen in het reisschema of het aflopen van de verzekerde termijn.
4.22
Het verwijt dat NNAM de verzekerde periode onvoldoende heeft bewaakt, is niet terecht. Het polisblad was duidelijk en ForestWave c.s. hebben ondanks hun eigen toezegging op 3 april 2018 (dat zij NNAM zou ‘updaten’ over entry- en arrival-dates voor de HRA) en ondanks het verzoek van NNAM op 6 april 2018 (om data ingaan HRA, aanmeren haven, verlaten haven en uitgaan HRA door te geven) verzuimd NNAM binnen de dekkingsperiode op de hoogte te stellen van de verwachte, respectievelijk definitieve entry datum in de HRA. NNAM was uit hoofde van de op haar rustende zorgplicht in dit geval niet gehouden extra navraag te doen bij Forestwave c.s. over de actualiteit van het reisschema. Dat de door ForestWave c.s. op meerdere momenten ontvangen berichten van de kapitein van het schip over de vertraging niet met NNAM zijn gedeeld (volgens NNAM omdat [naam1] met vakantie was), komt voor rekening en risico van ForestWave c.s.
4.23
Al met al oordeelt het hof dat NNAM ter zake van het behoud van voldoende dekking onder de afgesloten K&R-verzekering en bewaken van de termijnen geen verwijt te maken valt.
Verwijt (3) informatie- en waarschuwingsplicht garantieclausules
4.24
ForestWave c.s. stellen ten aanzien van de garantieclausules dat NNAM niet heeft voldaan aan de op haar rustende informatie- en waarschuwingsplicht. NNAM heeft ForestWave c.s. niet althans onvoldoende geïnformeerd over deze clausules en gewaarschuwd voor de gevolgen van het schenden daarvan.
4.25
Het hof volgt ook deze stelling van ForestWave c.s. niet. Onderdeel van de in de K&R-verzekering opgenomen garantieclausules betreft de naleving van (een deel van) de in de maritieme gemeenschap heersende Best Management Practice (BMP)-richtlijnen. Deze richtlijnen bevatten standaard veiligheidsnormen voor, onder meer, het aanbrengen van prikkeldraad, varen met een bepaalde snelheid door een HRA en voldoende watch-keeping tijdens zo’n doorvaart. ForestWave c.s. heeft per e-mail van 29 maart 2018 aangegeven dat het schip voldeed aan de BMP-richtlijnen. Daarnaast is op het polisblad van de afgesloten K&R-verzekering duidelijk aangegeven dat garantieclausules (waaronder de ‘razor wire warranty’ en de ‘speed warranty’) van toepassing waren en dat schending van deze clausules kon leiden tot verlies van dekking. De zorgplicht van NNAM brengt in dit geval, waarin sprake is van een professionele partij die ruimschoots ervaring had met het afsluiten van dit soort verzekeringen én het laten varen van schepen door HRA’s, niet mee dat zij ForestWave c.s. daar nog apart over moest informeren of voor moest waarschuwen. Voor NNAM bestond geen aanleiding om te veronderstellen dat ForestWave c.s. de garantieclausules niet begrepen. Van belang is hierbij dat uit overgelegde correspondentie met de K&R-verzekeraar blijkt dat aan boord van het schip nog op 11 februari, 22 maart en 3 april 2018 ‘full safety en security drills’ zijnde ‘anti piracy drills’ zijn uitgevoerd, zodat te minder valt in te zien dat ForestWave c.s. zich in onvoldoende mate bewust waren van het belang van anti-piraterij-maatregelen en wat verzekeraars in dat verband aan eisen stelden.
Slotsom schending zorgplicht
4.26
Het hof concludeert dat NNAM niet in de op haar als assurantietussenpersoon rustende zorgplicht ten opzichte van ForestWave c.s. is tekortgeschoten. NNAM is reeds daarom niet gehouden de door ForestWave c.s. geleden schade te vergoeden.
Causaal verband
4.27
Het hof voegt hier aan toe dat een oorzakelijk verband tussen enig handelen van NNAM en de door ForestWave c.s. gestelde schade ook niet kan worden aangenomen. Vast staat dat de K&R-verzekeraar mede dekking heeft geweigerd wegens schending van een aantal garantieclausules. Voor het hof is voldoende komen vast te staan dat ForestWave c.s. garantieclausules van de K&R-verzekering (ter zake van het aanbrengen van prikkeldraad en het hanteren van een bepaalde minimumsnelheid) hebben geschonden, leidend tot verval van uitkering. Dat NNAM ter zake van die schending enig verwijt te maken valt, heeft NNAM gemotiveerd betwist en hebben ForestWave c.s. niet voldoende onderbouwd. Ook dit staat afzonderlijk aan toewijzing van een vergoeding van gestelde schade in de weg.

5.De slotsom

5.1
Het hoger beroep slaagt niet. Het hof zal het vonnis van de rechtbank bekrachtigen.
5.2
ForestWave c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. [1] De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening.
5.3
De (proceskosten)veroordeling in deze uitspraak kan ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

6.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van
1 september 2021;
veroordeelt ForestWave c.s. tot betaling van de volgende proceskosten van NNAM:
€ 5.689,- griffierecht,
€ 10.304,- salaris advocaat (2 punten x appeltarief VII à € 5.152,- );
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag. Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. M. Willemse, W.F. Boele en J.E. Wichers en is door de rolraadsheer, in tegenwoordigheid van de griffier, in het openbaar uitgesproken op
19 september 2023.

Voetnoten

1.HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.