Uitspraak
1.[appellante1] ,
[appellante1],
[de erflater],
[de erflater],
[appellante1], in haar hoedanigheid van ouder en wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarige
[de minderjarige], mede-erfgename van [de erflater] ,
[appellante1],
1.De procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De vaststaande feiten
“De vakantie loopt tot zondag 27 augustus en dan heb ik geen personeel. Maandag 28 augustus kunnen we de dakplaten monteren.”[de erflater] en [appellante1] hebben daarop laten weten van dat aanbod geen gebruik te zullen maken.
Ik neem graag je aanbod voor dinsdag aan. [appellante1] is van de verdieping gevallen en heeft een lichte hersenschudding. Ik verwacht niet veel hulp van haar. Ik hoop dat je nog tijd hebt. Groeten, [de erflater]
Oh dat is niet leuk. Zou het morgen middag ook kunnen (...)
Morgen middag is ook goed. Fijn dat je tijd hebt.
niet vakkundig geplaatst. De houten draagconstructie hebben onvoldoende oplegpunten om het gewicht van het dak goed te verdelen. Ook de constructieve berekening van de hoofddraagconstructie is niet deugdelijk opgesteld, hierdoor had men fouten kunnen opsporen.
4.De vordering bij en de beslissing van de rechtbank
5.De vordering in hoger beroep
6.De beoordeling van de grieven en de vordering
eerste bezwaarziet op een door de rechtbank aangenomen vaststaand feit. De
bezwaren 2 tot en met 6zien samengevat op het oordeel van de rechtbank dat ten aanzien van de dakbeplating geen sprake is van een overeenkomst van aanneming van werk en dat [geïntimeerde] op die grond niet aansprakelijk is voor de gebreken aan het dak. De
bezwaren 7 tot en met 9keren zich tegen het oordeel dat [geïntimeerde] evenmin tekortgeschoten is in zijn verplichtingen als bouwbegeleider. De
bezwaren 10 en 11hebben betrekking op de veroordeling van [appellante1] en [de erflater] in de proceskosten en het afwijzend dictum.