Uitspraak
1.Veerhuis Heerewaarden V.O.F.
3. [geïntimeerde3]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
“Toen ik die(harde, grote informatieborden, toevoeging hof)
op een gegeven moment zag (2009 of iets later) constateerde ik, dat mijn voetveer er niet op stond! Ook zag ik geen knooppunten in Heerewaarden. En dat, terwijl er toch enkele fiets- en wandelroutes door het dorp lopen (liepen).”Hieruit volgt dat ’t Oude Veerhuis in
“2009 of iets later”bekend was met de wijziging van de fietsroute en daarmee dus ook met de oorzaak van de door hem gestelde schade, te weten de daling (of afnemende stijging) in de omzet van de horecagelegenheid en het veer. Op de informatieborden staat naast een telefoonnummer vermeld:
“Voor meer info over fietsroutenetwerk Rivierenland: www.rivierenland.nl.”Uiterwaarde stond op de borden ook vermeld als een van de initiatiefnemers van het fietsroutenetwerk. Door de vermelding op het bord is ’t Oude Veerhuis daadwerkelijk bekend geraakt met de rechtspersoon die volgens hem aansprakelijk is voor de door hem gestelde schade. ’t Oude Veerhuis had bovendien door een van hem te vergen aanvullende inspanning kunnen achterhalen aan de hand van de informatie op de borden dat Uiterwaarde betrokken was bij de totstandkoming van het fietsroutenetwerk. Dit betekent dat ’t Oude Veerhuis in
“2009 of iets later”bekend was met de schade en met de aansprakelijke persoon, dat de rechtsvordering tot vergoeding van schade vijf jaren na
“2009 of iets later”zou verjaren en dat die rechtsvordering was verjaard toen ’t Oude Veerhuis Uiterwaarde bij brief van 19 augustus 2018 verzocht om zijn schade te vergoeden, veronderstellenderwijs aannemende dat deze brief kwalificeert als een stuiting van de verjaring.
“Wanneer iemand zich contractueel heeft gebonden, waardoor de contractsverhouding waarbij hij partij is in het rechtsverkeer een schakel is gaan vormen waarmee de belangen van derden, die aan dit verkeer deelnemen, in allerlei vormen kunnen worden verbonden, staat het hem niet onder alle omstandigheden vrij de belangen te verwaarlozen die derden bij de behoorlijke nakoming van het contract kunnen hebben. Indien de belangen van een derde zo nauw zijn betrokken bij de behoorlijke uitvoering van de overeenkomst dat hij schade of ander nadeel kan lijden als een contractant in die uitvoering tekortschiet, kunnen de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, meebrengen dat die contractant deze belangen dient te ontzien door zijn gedrag mede door die belangen te laten bepalen. Bij de beantwoording van de vraag of deze normen dit meebrengen, zal de rechter de terzake dienende omstandigheden van het geval in zijn beoordeling dienen te betrekken.”De Hoge Raad heeft daaraan later toegevoegd dat niet mede vereist is dat de aangesproken partij is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst waarbij zij partij is en waarmee de belangen van die derde verbonden zijn (HR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1355).