Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep inclusief grieven, met het verzoek behandeling in spoedappel
- de memorie van antwoord met eiswijziging en voorwaardelijke eis in reconventie.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft DDC-Products B.V. (appellante) hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, dat op 22 maart 2024 werd uitgesproken. Het vonnis verklaarde de executie van een eerdere veroordeling van Furukawa Rock Drill Europe B.V. (geïntimeerde) uitvoerbaar bij voorraad, waarbij FRD werd veroordeeld tot betaling van € 858.211,93 aan DDC-P. FRD heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld en heeft een executie-kort geding aangespannen om de executie te schorsen, onder de voorwaarde dat zij zekerheid stelt in de vorm van een bankgarantie.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 mei 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. DDC-P heeft betoogd dat zij een aanzienlijk belang heeft bij de betaling van het vonnis, terwijl FRD aanvoert dat zij niet over voldoende liquide middelen beschikt om aan de veroordeling te voldoen. Het hof heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de schorsing van de executie van het bodemvonnis moet worden gehandhaafd, op voorwaarde dat FRD een bankgarantie van € 1.137.500 stelt.
Het hof heeft de beslissing van de voorzieningenrechter grotendeels bekrachtigd, maar de voorwaarden voor de schorsing van de executie aangepast. De bankgarantie moet strekken tot zekerheid van betaling van hetgeen waar DDC-P aanspraak op maakt. Het hof heeft de proceskosten gecompenseerd, aangezien beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld. De uitspraak is gedaan op 18 juni 2024.