ECLI:NL:GHARL:2025:1707

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 maart 2025
Publicatiedatum
25 maart 2025
Zaaknummer
21-003630-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Leiding geven aan een criminele organisatie met internationale wapenhandel en andere ernstige misdrijven

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een verdachte die beschuldigd werd van het leiding geven aan een criminele organisatie die zich bezighield met internationale wapenhandel, wapenbezit, oplichting, mensenhandel, bedreiging en mishandeling. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaren. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van bijna twee jaar leiding heeft gegeven aan een goed georganiseerd samenwerkingsverband dat zich bezig hield met het plegen van ernstige misdrijven. De organisatie had een duidelijke structuur en de verdachte speelde een centrale rol in de uitvoering van de plannen. Het hof heeft ook vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan geweldsdelicten, waaronder mishandeling en bedreiging van een slachtoffer. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting door gebruik te maken van valse incassobatches. Het hof heeft de verdachte ook schuldig bevonden aan mensenhandel, waarbij hij een kwetsbaar persoon heeft uitgebuit. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat heeft bijgedragen aan de ernst van de straf. Het hof heeft de verbeurdverklaring van verschillende in beslag genomen voorwerpen bevolen en de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen, met uitzondering van een vordering die niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde misdrijven en de impact op de samenleving.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003630-21
Uitspraak d.d.: 27 maart 2025
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem- Leeuwarden , zittingsplaats Leeuwarden , gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 29 juli 2021 met parketnummer 18-750016-20 in de strafzaak tegen
[verdachte ],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
in detentie verblijvende in de P.I. [locatie P.I.] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 23 juni 2022, 21 juli 2022, 15 mei 2023, 22 mei 2023, 12 juni 2023, 26 januari 2024,
9 februari 2024, 30 januari 2025, 6 februari 2025, 27 maart 2025 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot:
 veroordeling ter zake van de feiten 1, 2, 3 (onderdelen [betrokkene 7] , [plaats] , pseudokoop 1, [plaats] en pseudokoop 2), 4 (onderdelen [betrokkene 7] , [plaats] , pseudokoop 1), 5, 6, 7, 8, 9 en 10 tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van het voorarrest;
 beslissen over het beslag conform het vonnis van de rechtbank;
 toewijzing (hoofdelijk) van de vordering van de benadeelde partij [aangever 1] tot een bedrag van € 1.500,00, met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en niet-ontvankelijkverklaring in het meer gevorderde;
 toewijzing (hoofdelijk) van de gehele vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] en [benadeelde partij] (€ 59.617,17), met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
 niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [aangever 7] in haar vordering.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. C.W. Flokstra, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank heeft verdachte veroordeeld ter zake de feiten 1, 2, 3 (onderdelen [betrokkene 7] , [plaats] , pseudokoop 1, [plaats] en pseudokoop 2), 4 (onderdelen [betrokkene 7] , [plaats] , pseudokoop 1), 5, 6, 7, 8, 9 en 10 tot een gevangenisstraf voor de duur van
11 jaren, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank heeft beslissingen genomen over de inbeslaggenomen zaken. De vordering van de benadeelde partij [aangever 1] is door de rechtbank tot een bedrag van € 1.500,00 hoofdelijk toegewezen, met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. In het meer gevorderde is deze benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard en verwezen naar de burgerlijke rechter. De vordering van de [benadeelde partij] en [benadeelde partij] is geheel en hoofdelijk toegewezen (€ 59.617,17) met wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partijen [medeverdachte R.H.] en [aangever 7] zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, met verwijzing naar de burgerlijke rechter.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen, omdat het tot andere bewijsbeslissingen komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
feit 1.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met
27 februari 2020 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in Nederland, en/of
heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten medeverdachte(n) [medeverdachte J.J.] en/of [medeverdachte M.K.] en/of [medeverdachte H.P.] en/of [medeverdachte J.B.] en/of [medeverdachte M.M.] en/of [medeverdachte D.Z.] en/of [medeverdachte R.H.] en/of [medeverdachte R.G.] en/of [medeverdachte M.H.] en/of [medeverdachte G.S.] en/of [medeverdachte M.V.] en/of [medeverdachte L.Z.] en/of een of meer andere personen,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk telkens het plegen van
- internationale wapenhandel, als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Wet wapens en munitie, namelijk het zonder consent doen binnenkomen of doen uitgaan van diverse wapens en/of munitie van categorie II en/of III van en/of naar het buitenland, en/of
- wapenhandel, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, en/of artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, waarbij de wapenhandel onder andere bestond uit het zonder erkenning vervaardigen en/of transformeren en/of in de uitoefening van een bedrijf uitwisselen en/of verhuren en/of (anderszins) ter beschikking stellen en/of herstellen en/of beproeven en/of verhandelen en/of van overdragen van diverse wapens en/of munitie van categorie II en/of categorie III, en/of
- wapenbezit, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, en/of artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, namelijk het voorhanden hebben van wapens en/of munitie van categorie I en/of categorie II en/of categorie III, en/of
- fraude, als bedoeld in artikel 225 en/of artikel 321 en/of artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk valsheid in geschrifte en/of verduistering en/of oplichting, en/of
- geweldsdelicten, als bedoeld in artikel 285 en/of artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk bedreiging met (dodelijk) geweld en/of mishandeling(en), en/of
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273f van Wetboek van Strafrecht, namelijk (arbeids)uitbuiting,
terwijl hij, verdachte, leider en/of oprichter en/of bestuurder van voormelde organisatie is/was/is geweest;
feit 2.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in Nederland, en/of te [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in Kroatië, en/of te [plaats] althans (elders) in Servië, en/of te Bosnië en/of te Duitsland, en/of te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in België, en/of tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
zonder erkenning een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III heeft/hebben doen binnenkomen uit Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland, in elk geval uit het buitenland, te weten (onder meer en/of in ieder geval),
( [plaats] )
- (in totaal) 29, althans 28, althans een of meer handgranaten, en/of
- een groen blok bevattende 500 gram van de zwaar explosieve stof TNT, en/of
- een of meerdere (automatische) (vuur)wapen(s), en/of
(Kroatië en/of Servië en/of Bosnië en/of Duitsland)
- een of meer handgranaten, en/of
- een of meer explosief/explosieven, en/of
- een of meer (automatische) (vuur)wapen(s),
en/of zonder erkenning een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III heeft/hebben doen uitgaan naar België, in elk geval naar het buitenland, te weten (onder meer en/of in ieder geval)
( [plaats] )
- twee, althans een of meer automatische vuurwapen(s), en/of
- een (anti-tank) raketwerper, en/of
- twee, althans een of meer ontstekers met bijbehorende TPU, en/of
- een hoeveelheid explosief materiaal (pentriet), en/of
- meer dan honderd, althans een of meer patro(o)n(en)/munitie, en/of
( [plaats] )
- acht, althans een of meer handgra(a)nat(en), en/of
- vier, althans een of meer vuurwapen(s) (met munitie en/of laders), en/of
- zes, althans een of meer dynamietstaven, en/of
- twee, althans een of meer gsm-toestellen met connectoren ten behoeve van ontstekers, en/of
( [plaats] , [straat] )
- een pistool ( Beretta , met munitie), en/of
( [plaats] , [straat] )
- een explosief en/of explosieven, althans springstof, en/of voorzien van een of meer ontsteker(s) met bijbehorende TPU;
feit 3.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
zonder erkenning een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 30 november 2018 een of meer vuurwapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III (levering [naam] , AH- 23 -01), en/of
in of omstreeks de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin , 9 mm , met een bijpassend patroonmagazijn (levering [betrokkene 7] , AH-011), en/of
in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 een explosief en/of explosieven van categorie II, althans springstof en/of een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief [plaats] , AH-058-01), en/of
op of omstreeks 20 januari 2020 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een lange afstand precisiewapen/vuurwapen/geweer, van het merk Steyr-Mannlicher , Elite, kaliber .308 win (inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen), en/of munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot en/of FMJ , kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020, AH-126-01)), en/of
op of omstreeks 24 februari 2020 een of meer (vuur)wapen(s) van categorie II en/of III, te weten een Uzi-pistoolmitrailleur en/of een Tokarev TT33 (aankoop [plaats] , AH-114-01), en/of
op of omstreeks 27 februari 2020 een (automatisch) (vuur)wapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje , MGV-176 (met bijbehorende en werkende geluiddemper en/of een 161-schots patroonmagazijn (trommelmagazijn)), kaliber .22 LR , en/of een (vuur)wapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco , 56-1, kaliber 7, 62x39 , dat geschikt is om automatisch te vuren (en/of voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk), en/of munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco , kaliber 9mm PA Blanc en/of een huls van het merk Igman , kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020, AH-126-01),
heeft/hebben vervaardigd en/of getransformeerd en/of in de uitoefening van een bedrijf heeft/hebben uitgewisseld en/of verhuurd en/of anderzins ter beschikking heeft/hebben gesteld en/of heeft/hebben hersteld en/of heeft/hebben beproefd en/of heeft/hebben verhandeld,
van welk feit verdachte (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
feit 4.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
in of omstreeks de periode van 1 oktober 2018 tot en met 30 november 2018 een of meer vuurwapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III (levering [naam] , AH- 23 -01), en/of
in of omstreeks de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin , 9 mm , met een bijpassend patroonmagazijn (levering [betrokkene 7] , AH-011), en/of
in of omstreeks de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 een explosief en/of explosieven van categorie II, althans springstof en/of een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief [plaats] , AH-058-01), en/of
op of omstreeks 20 januari 2020 een (vuur)wapen van categorie III, namelijk een lange afstand precisiewapen/vuurwapen/geweer, van het merk Steyr-Mannlicher , Elite, kaliber .308 win (inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen), en/of munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot en/of FMJ , kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020, AH-126-01)), en/of
op of omstreeks 27 februari 2020 een (automatisch) (vuur)wapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje , MGV-176 (met bijbehorende en werkende geluiddemper en/of een 161-schots patroonmagazijn (trommelmagazijn)), kaliber .22 LR , en/of een (vuur)wapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco , 56-1, kaliber 7, 62x39 , dat geschikt is om automatisch te vuren (en/of voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk), en/of munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco , kaliber 9mm PA Blanc en/of een huls van het merk Igman , kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020, AH-126-01),
heeft/hebben overgedragen,
van welk feit verdachte (al dan niet) een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
feit 5.
hij op of omstreeks 27 februari 2020 te [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
een of meer wapen(s) van categorie II en/of categorie III en/of munitie van categorie II en/of III, te weten (onder meer)
(Opel combo)
- een vuurwapen (pistool) van categorie III, merk onbekend, kaliber 7,62x55 tokarev (met bijbehorend/bijpassend patroonmagazijn), en/of
- een vuurwapen (pistool) van categorie III, merk Zoraki , 917-T, kaliber .380 acp (met bijbehorend/bijpassend patroonmagazijn), en/of
- twee, althans een, vuurwapen(s) (aanvalsgewe(e)r(en)) van categorie II, merk Zastava , M70 AB2, kaliber 7,62x39 mm (met een (1) bijbehorend patroonmagazijn, 30 schots), en/of
- een vuurwapen(onderdeel) patroonmagazijn van categorie III, geschikt voor alle aanvalsgeweren van het merk Zastava , en/of
- vier, althans een of meer, centraalvuur kogelpatronen van categorie III, en/of
(pseudokoop 27 februari 2020)
- een (automatisch) (vuur)wapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje , MGV-176 (met bijbehorende en werkende geluiddemper en/of een 161-schots patroonmagazijn (trommelmagazijn)), kaliber .22 LR , en/of
- een (vuur)wapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco , 56-1, kaliber 7, 62x39 , dat geschikt is om automatisch te vuren (en/of voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk), en/of
- munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco , kaliber 9mm PA Blanc en/of een huls van het merk Igman , kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020), en/of
( [straat] )
- een doorgeladen vuurwapen van categorie III, merk Zastava , M57 , kaliber 7.62x55 TT en/of met bijbehorende patroonhouder/patroonmagazijn en gevuld met 7 kogelpatronen, en/of
- een vuurwapen (pistool) van categorie II (zelfgebouwd), kaliber .22 , en/of
- een vuurwapenonderdeel, patroonmagazijn van categorie III voor een pistool van het merk Tokarev , model TT33 , en/of
- een vuurwapen (gaspistool) van categorie III, merk Rohm , RG3 , 6mm flobert , en/of munitie van categorie II of III, en/of
- 210 kogelpatronen van diverse kalibers, zijnde allen munitie van categorie III, voorhanden heeft/hebben gehad;
feit 6.
hij op of omstreeks 20 augustus 2018 te [plaats] , althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [aangever 1] heeft mishandeld door hem op het hoofd en/of tegen het been, althans op of tegen het lichaam, te slaan en/of stompen en/of schoppen;
en/of
hij op of omstreeks 20 augustus 2018 te [plaats] , althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [aangever 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door op die [aangever 1] een (doorgeladen) (vuur)wapen te richten en /of die [aangever 1] meermalen, althans eenmaal, dreigend de woorden toe te voegen "luister, ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 7.
primair
hij op of omstreeks 19 oktober 2018 te [plaats] , althans (elders) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [aangever 6] van het leven te beroven, met dat opzet, een grote bijl met houten handvat door het voorraam van de woning van die [aangever 6] te gooien, terwijl die [aangever 6] achter, althans nabij, dat raam op de bank in de woonkamer van zijn woning lag, voor dat voorraam, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
hij op of omstreeks 19 oktober 2018 te [plaats] , althans (elders) in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [aangever 6] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, een grote bijl met houten handvat door het voorraam van de woning van die [aangever 6] te gooien, terwijl die [aangever 6] achter, althans nabij, dat raam op de bank in de woonkamer van zijn woning lag, voor dat voorraam, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 19 oktober 2018 te [plaats] , althans (elders) in Nederland, [aangever 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door een grote bijl met houten handvat door het voorraam van de woning van die [aangever 6] te gooien, terwijl die [aangever 6] achter, althans nabij, dat raam op de bank in de woonkamer van zijn woning lag, voor dat voorraam;
feit 8.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een of meer perso(o)n(en), te weten,
-20 rekeninghouders en/of de [benadeelde partij] ((in totaal) 88.012,95 euro, althans (een debetstand van) 48.248,96 euro), en/of
-5 rekeninghouders en/of de [benadeelde partij] bank ((in totaal) 3.699,80 euro en/of 11.907,63 euro, althans (een debetstand van) 3.500,00 euro en/of 8.480,00 euro),
heeft bewogen tot de afgifte van voornoemde geldbedragen, althans enig geldbedrag, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld
door
 op naam van [medeverdachte L.Z.] en/of [medeverdachte R.H.] een zakelijke rekening af te (laten) sluiten, en/of
 met de klantenservice van de [benadeelde partij] en/of [benadeelde partij] een incassocontract af te (laten) sluiten, en/of
 valse incassobatches bij die bank aan te (laten) leveren waarbij voornoemde bedragen is/zijn/worden geïncasseerd bij verschillende rekeninghouders die geen klant waren bij die [medeverdachte L.Z.] en/of [medeverdachte R.H.] , althans die [medeverdachte L.Z.] en/of [medeverdachte R.H.] geen geld verschuldigd waren, en/of
 van dat geïncasseerde geld meerdere contante geldopnames gedaan en/of bitcoins aangekocht, en/of
 aldus een ongeoorloofd debet veroorzaakt op die zakelijke rekening, omdat de onterecht geïncasseerde rekeninghouders de incasso hebben laten storneren en/of terugboeken, en/of
 dit tekort niet aan te (laten) zuiveren, en/of
- zich onbereikbaar te houden voor de [benadeelde partij] en/of de [benadeelde partij] bank ;
feit 9.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2018 tot en met
12 augustus 2019 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in Nederland, en/of tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
A. (sub 1°)
een ander, te weten [medeverdachte L.Z.] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [medeverdachte L.Z.] had, heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte L.Z.] (sub 1°),
en/of
B. (sub 4°)
een ander, te weten die [medeverdachte L.Z.] , met een of meer van de onder a. genoemde middelen, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [medeverdachte L.Z.] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4°),
en/of C. (sub 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte L.Z.] (sub 6°), immers heeft/is verdachte tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
 die [medeverdachte L.Z.] voorgehouden dat hij een bedrijf op naam kon zetten, om aldus de bank op te lichten, en/of
 die [medeverdachte L.Z.] voorgehouden dat hij daarmee geld kon verdienen, en/of
 dat het geld dat verdiend zou worden met de oplichting verdeeld zou worden, en/of
 die [medeverdachte L.Z.] , meermalen, althans eenmaal, geïntimideerd, en/of
 die [medeverdachte L.Z.] , meermalen, althans eenmaal, gekleineerd door die [medeverdachte L.Z.] ezel en/of mongool te noemen, en/of
 die [medeverdachte L.Z.] meermalen, althans eenmaal, geslagen met vlakke hand, en/of
 die [medeverdachte L.Z.] meermalen, althans eenmaal, gestompt/geslagen in de ribben en/of op de rug en/of op het hoofd (ten gevolge waarvan die [medeverdachte L.Z.] een klaplong heeft opgelopen), en/of
 die [medeverdachte L.Z.] meermalen, althans eenmaal, met een (dikke ijzeren) schoenlepel, althans een voorwerp, geslagen op zijn handen, en/of
 die [medeverdachte L.Z.] , veelvuldig, althans meermalen, althans eenmaal, beschoten met een “BB-gun” en/of balletjespistool en/of airsoft-wapen (ten gevolge waarvan die [medeverdachte L.Z.] verwondingen heeft opgelopen), en/of
 gedreigd met het ‘bezoeken van’ en/of ‘praten met’ die moeder van die [medeverdachte L.Z.] , en/of
 aan die [medeverdachte L.Z.] onderdak verschaft, en/of
 die [medeverdachte L.Z.] dagelijks 14 tot 16 uren aanwezig laten zijn in verdachtes woning aan het [straat] , en/of
 die [medeverdachte L.Z.] dagelijks huishoudelijke taken uit te laten voeren in en rondom verdachtes woning aan het [straat] , zoals ‘poepscheppen’ (van de dieren) en/of blaadjes harken en/of schoonmaken en/of afwassen en/of koken, en/of
 die [medeverdachte L.Z.] dagelijks, althans meermalen, heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, althans (overige) fraude, en/of
 die [medeverdachte L.Z.] een (onverzekerde) auto op naam te laten hebben,
terwijl die [medeverdachte L.Z.] kampte met dakloosheid en/of veelvuldig alcoholgebruik en/of drugsgebruik en/of een lage intelligentie, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, en/of in welke afhankelijkheidssituatie die [medeverdachte L.Z.] zich telkens niet kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen/aan die uitbuiging door verdachte en/of zijn medeverdachte(n);
feit 10.
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 11 oktober 2018 tot en met 5 november 2019 te [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] en/of [plaats] , althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
A. (sub 1°)
een ander, te weten [medeverdachte R.H.] , (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie of door het geven of ontvangen van betalingen of voordelen om de instemming van een persoon te verkrijgen die zeggenschap over die [medeverdachte L.Z.] had, heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte R.H.] (sub 1°),
en/of B. (sub 4°)
een ander, te weten die [medeverdachte R.H.] , met een of meer van de onder a. genoemde middelen, heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [medeverdachte R.H.] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4°),
en/of C. (sub 6°)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte R.H.] (sub 6°),
immers heeft/is verdachte tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
 aan die [medeverdachte R.H.] onderdak verschaft, en/of
 die [medeverdachte R.H.] een bedrijf op naam te laten nemen, en/of
 dat bedrijf te gebruiken voor het afsluiten van telefoonabonnementen en/of leasen van auto's en/of het verkrijgen van tankpassen en/of het huren van goederen, en/of
 die [medeverdachte R.H.] aldus heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, althans (overige) fraude, en/of
 die [medeverdachte R.H.] als chauffeur te laten werken, en/of
 die [medeverdachte R.H.] huishoudelijke taken uit te laten voeren in en rondom verdachtes woning aan het [straat] , zoals schoonmaken en/of afwassen en/of koken, en/of
 die [medeverdachte R.H.] , veelvuldig, althans meermalen, althans eenmaal, beschoten met een ‘BB-gun” en/of balletjespistool en/of airsoft-wapen (ten gevolge waarvan die [medeverdachte R.H.] verwondingen heeft opgelopen op (onder andere) zijn penis), en/of
 die [medeverdachte R.H.] meermalen, althans eenmaal, geslagen,
terwijl die [medeverdachte R.H.] kampte met dakloosheid en/of veelvuldig alcoholgebruik en/of drugsgebruik, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, en/of in welke afhankelijkheidssituatie die [medeverdachte R.H.] zich telkens niet kon en/of durfde te verzetten en/of onttrekken tegen/aan die uitbuiging door verdachte en/of zijn medeverdachte(n).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs [1]

Algemeen

Inleiding
De politie Noord-Nederland heeft in verband met verdenkingen van wapenhandel een groot en langdurig onderzoek (onder de naam Ultegra ) verricht in de periode van september 2018 tot en met februari 2020. Tijdens dit onderzoek is de politie ook gestuit op verdenkingen van andere strafbare feiten. Verdachte is één van de personen die in februari 2020 zijn aangehouden naar aanleiding van het onderzoek Ultegra . Verdachte wordt onder meer verweten in de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 leiding te hebben gegeven aan een crimineel samenwerkingsverband (CSV) dat het oogmerk had het plegen van (internationale) wapenhandel, wapenbezit, fraude, geweldsdelicten en mensenhandel.
Onderdelen waarvan de verdachte door de rechtbank is vrijgesproken
Met instemming van de advocaat-generaal en de verdediging zijn in hoger beroep de onderdelen van een tenlastegelegd feit waarvan verdachte door de rechtbank is vrijgesproken en die als afzonderlijk feit ten laste gelegd hadden kunnen worden, onbesproken gebleven. Dit betreft het onderdeel ‘levering [naam] ’ in feit 3 en feit 4 en het onderdeel ‘pseudokoop 27 februari 2020’ bij feit 4. Op deze onderdelen wordt daarom in dit arrest ook niet verder ingegaan. Het hof zal verdachte van deze onderdelen vrijspreken.
Uitwerkingen ovc-gesprekken
Het hof merkt op dat de door de rechtbank voor het bewijs gebruikte ovc-gesprekken meerdere keren zijn uitgewerkt (in de fase van hoger beroep door interceptietolken) en dat de verschillende uitwerkingen niet exact woord voor woord overeenkomen. Het hof heeft de uitwerkingen van de politie voor het bewijs gebruikt voor zover deze naar het oordeel van het hof voldoende overeenstemmen met de uitwerkingen van de interceptietolken, mede bezien in het licht van het overige bewijs.
Betrouwbaarheid verklaringen [medeverdachte L.Z.]
Verdachte heeft verklaard dat de verklaringen van [medeverdachte L.Z.] niet betrouwbaar zijn en niet bruikbaar zijn voor het bewijs.
Het hof is anders dan de verdachte van oordeel dat de verklaringen van [medeverdachte L.Z.] wel voldoende betrouwbaar zijn en bezigt deze verklaringen daarom wel voor het bewijs.
Verklaringen dienen met betrekking tot de betrouwbaarheid te worden beoordeeld op consistentie, accuraatheid en volledigheid. Het enkele feit dat in verklaringen op punten tegenstrijdigheden voorkomen, maakt deze verklaringen op zichzelf nog niet ongeloofwaardig en onbruikbaar als bewijsmiddel. Dat kan immers te wijten zijn aan de feilbaarheid van het menselijk geheugen of teweeggebracht onder invloed van emoties of door tijdsverloop. Het gaat om de totale indruk die de verklaringen maken, de wijze waarop zij zijn afgelegd en de steun die zij geven of vinden aan/in ander bewijsmateriaal.
Het hof is van oordeel dat de verklaringen van [medeverdachte L.Z.] voldoende consistent en accuraat zijn. Deze verklaringen vinden ook voldoende steun in het aanwezige overige bewijs zoals bij de betreffende onderdelen door het hof hieronder zullen worden weergegeven. Daaronder is veel objectief bewijs (telefoongegevens, foto’s, camerabeelden en peilbakengegevens). Het hof heeft, waar het gaat om de inhoud van die bewijsmiddelen, geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid daarvan te twijfelen.
Gebruiker van het Telegram-account [naam] (NHT)
Door verbalisanten is gezien dat verdachte bij zijn aanhouding op 27 februari 2020 voor zijn woning iets van zich afgooit, naar later blijkt een iPhone X. [2] Verdachte heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat dit zijn telefoon was.
Deze iPhone is onderzocht door de politie. Uit het onderzoek blijkt dat verdachte deze iPhone heeft gebruikt vanaf 10 oktober 2017 tot aan zijn aanhouding. De geregistreerde eigenaar van de iPhone is: [naam] . Verdachte heeft “ [naam] ” op zijn arm getatoeëerd. De eerste letters van deze tekst vormen het woord [naam] . Een foto van verdachte met deze tatoeage op zijn arm wordt ook in de iPhone aangetroffen.
De Apple ID in de iPhone is [e-mail adres] . Dit is het e-mailadres van het bedrijf van verdachte.
In de iPhone zit een simkaart met telefoonnummer + [nummer] . In de periode van
10 oktober 2018 tot en met 27 maart 2020 is dit nummer getapt. Hieruit blijkt dat verdachte alleengebruiker is van dit nummer. Op het imei-nummer van de iPhone liep ook een tap. Hieruit blijkt dat de iPhone enkel in gebruik is in combinatie met het telefoonnummer + [nummer] . [3] Op het Whatsapp-profiel van het telefoonnummer + [nummer] wordt bij de info de tekst [naam] vermeld en de naam: ‘ [verdachte ] Het Beest ’ met een profielfoto van verdachte met een wapen in zijn hand.
Verder wordt er op de iPhone onder andere het Telegram-account ' [naam] ' (NHT) aangetroffen. NHT chat veelvuldig over wapens. Het Telegram-account NHT heeft dezelfde profielfoto als het Whatsapp-account, maar bij het Telegram-account zijn de tatoeages en het gezicht weggekrast. [4]
Gelet op het voorgaande stelt het hof vast dat verdachte de gebruiker is van het Telegram-account NHT.

Feit 2 -internationale wapenhandel

Invoer wapens uit Kroatië
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van de invoer van 29 handgranaten, een blok van 500 gram TNT en (automatische) vuurwapens vanuit Kroatië. De advocaat-generaal geeft aan dat de betrokkenheid van de verdachte blijkt uit het bewijs:
 dat verdachte zorgde voor de financiering van de wapens en explosieven;
 dat verdachte bij het verwerven van de wapens en explosieven intensief contact hield met medeverdachte [medeverdachte J.J.] op het moment dat [medeverdachte J.J.] in Kroatië was om die wapens en explosieven te kopen;
 dat de in Kroatië aangekochte wapens en explosieven in Nederland rechtstreeks naar de woning van de verdachte zijn gebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van dit feit. Uit de bewijsmiddelen kan niet volgen door wie en op welke wijze de wapens en explosieven vanuit Kroatië naar Nederland zijn gekomen. Uitgaande van de hypothese dat de medeverdachten [medeverdachte M.V.] en [medeverdachte J.J.] de wapens en explosieven vanaf 6 oktober 2018 hebben meegenomen naar Nederland, kan niet worden vastgesteld dat de betalingen van de medeverdachte [medeverdachte L.Z.] (aan [medeverdachte M.V.] en [medeverdachte J.J.] ) zijn aangewend voor de aankoop van die wapens en explosieven. Niemand verklaart hierover. [medeverdachte L.Z.] verklaart wel in die periode in opdracht van verdachte geld te hebben overgemaakt, maar hij heeft er geen concrete herinnering aan, laat staan met welk doel hij dit heeft gedaan. Bovendien lijkt de hoogte van de bedragen ook niet te passen bij de aanschaf van 29 handgranaten, een blok van 500 gram TNT en een onbekend aantal (automatische) vuurwapens. Dan zou er te weinig zijn betaald.
De tweede reis naar Kroatië (ná de invoer van de 29 handgranaten, het blok van 500 gram TNT en (automatische) vuurwapens), waar verdachte bij was, levert geen bewijs op voor de vaststelling van de feiten van de eerdere reis en kan niet bijdragen aan de beantwoording van de vraag of verdachte als opdrachtgever en/of financier betrokken was bij de vermeende invoer bij de eerdere reis.
Verdachte heeft steeds ontkend dat hij als medepleger betrokken was bij de invoer van wapens en explosieven uit Kroatië. Hij heeft ter zitting van het hof verklaard dat zijn telefoon vol met foto's van wapens en explosieven staat, omdat hij wapens en explosieven mooi vindt. Het kan wel kloppen dat er foto's op staan van wapens en explosieven die uit Kroatië komen. Deze foto's waren aan hem doorgestuurd door medeverdachte [medeverdachte M.V.] die weet dat hij een wapenliefhebber is. Deze wapens en explosieven zijn later op 8 oktober 2018 door [medeverdachte M.V.] aan hem getoond in zijn (verdachtes) woning in [plaats] . Verdachte verklaart dat hij er toen zelf foto's van heeft gemaakt, omdat hij ze mooi vond. Als hij bij de invoer betrokken was geweest, dan had hij nooit foto's van die wapens en explosieven op zijn telefoon bewaard. De verklaring van medeverdachte [medeverdachte L.Z.] dat hij (verdachte) opdracht zou hebben gegeven om geld over te maken naar [medeverdachte M.V.] en/of [medeverdachte J.J.] in Kroatië, klopt niet. Hij heeft er niets mee te maken, aldus verdachte.
Oordeel van het hof
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Op grond van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen kan wel worden vastgesteld dat er wapens en explosieven vanuit Kroatië zijn ingevoerd, maar niet dat verdachte hier als medepleger bij betrokken was.
Medeverdachte [medeverdachte L.Z.] heeft destijds geld overgemaakt naar medeverdachten [medeverdachte M.V.] en [medeverdachte J.J.] in Kroatië. Er is echter onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de door [medeverdachte L.Z.] gedane betalingen aan [medeverdachte M.V.] en [medeverdachte J.J.] voor de betreffende wapens en explosieven bestemd waren. [medeverdachte L.Z.] verklaart hier niets over en ander bewijs is er ook niet.
Uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen blijkt dat er foto's van de uit Kroatië afkomstige wapens en explosieven in de telefoon van verdachte staan. Het is op de foto's die op
8 oktober 2018 zijn gemaakt zichtbaar dat deze wapens en explosieven dan in de woning van verdachte zijn. Verdachte ontkent dit ook niet en verklaart zelf ook een aantal van die foto's te hebben gemaakt. Het feit dat verdachte deze foto's op zijn telefoon had, dat (een deel van) deze wapens en explosieven op 8 oktober 2018 in zijn woning in [plaats] uitgestald waren en het feit dat hij contact had met de medeverdachten [medeverdachte M.V.] en [medeverdachte J.J.] , is naar het oordeel van het hof onvoldoende om te concluderen dat verdachte de opdrachtgever en/of financier was voor de invoer van deze wapens en explosieven. Daarom komt het hof tot vrijspraak van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Uitvoer van wapens en munitie naar België
Onderdeel [plaats]
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van de uitvoer van twee ontstekers met bijbehorende TPU naar [plaats] in België.
Op initiatief van de verdachte zijn deze zaken gemaakt door medeverdachte [medeverdachte H.P.] en deze zijn vervolgens op 13 januari 2020 aangetroffen in [plaats] (België) in de garage van de [straat] . Medeverdachte [medeverdachte J.J.] is in de daaraan voorafgaande periode regelmatig naar België gereden, waarbij ook door hem stil is gestaan bij de woningen aan de [straat] in [plaats] . Hieruit volgt dat er voldoende bewijs is dat er (mede) in opdracht van de verdachte is gehandeld en dat verdachte deze uitvoer heeft gefaciliteerd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van dit onderdeel van de tenlastelegging. Verdachte ontkent enige betrokkenheid bij dit feit. Er is geen enkel bewijs dat verdachte betrokken is geweest bij de uitvoer van de twee ontstekers met bijbehorende TPU naar [plaats] in België.
Oordeel van het hof
Op grond van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat verdachte in of rond de zomerperiode van 2019 aan medeverdachte [medeverdachte H.P.] heeft gevraagd om ontstekers met bijbehorende TPU te maken. [medeverdachte H.P.] heeft deze vervolgens ook gemaakt. Op 13 januari 2020 worden in [plaats] in België twee ontstekers met bijbehorende TPU aangetroffen. [medeverdachte H.P.] herkent deze ontstekers en TPU als de ontstekers en TPU die hij op verzoek van verdachte gemaakt heeft.
Ook kan worden vastgesteld dat medeverdachte [medeverdachte J.J.] , al dan niet samen met een ander, vanaf eind 2018 regelmatig naar België is gereden, waarbij hij op 30 december 2018 de woning aan de [straat] te [plaats] heeft bezocht. Het bezoek van [medeverdachte J.J.] aan de [straat] ligt dus vóór het tijdstip waarop [medeverdachte H.P.] de betreffende ontstekers met TPU heeft gemaakt.
Niet vastgesteld kan worden hoe en wanneer en door wie deze ontstekers met TPU in België terecht zijn gekomen.
Wat betreft de betrokkenheid van verdachte hierbij kan slechts worden geconcludeerd dat verdachte aan [medeverdachte H.P.] heeft gevraagd om deze ontstekers met TPU te maken. Dit is onvoldoende om tot een bewezenverklaring van medeplegen van uitvoer van deze zaken naar België te komen. Het hof zal verdachte daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
onderdeel [plaats]
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van de uitvoer naar [plaats] (België) van acht handgranaten, vier vuurwapens, zes dynamietstaven en twee gsm-toestellen met connectoren voor ontstekers.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van dit onderdeel van de tenlastelegging. Er is onvoldoende bewijs dat de betreffende goederen door verdachte en/of de medeverdachten naar België zijn uitgevoerd. Ook is er geen bewijs dat verdachte de opdrachtgever is geweest van deze uitvoer.
Oordeel van het hof
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte medepleger is geweest bij de uitvoer naar België van de in [plaats] aangetroffen acht handgranaten, vier vuurwapens, zes dynamietstaven en twee gsm-toestellen met connectoren voor ontstekers.
Het hof baseert dit op het volgende.
Op 20 april 2019 krijgt de Belgische politie de melding dat [betrokkene 3] , wonend aan de [straat] te [plaats] (België), een kogel door haar voet heeft gekregen. Zij is de vriendin van [betrokkene 6] , wonend aan de [straat] te [plaats] . Haar woning in [plaats] is doorzocht door de politie. [5]
Het volgende wordt onder meer aangetroffen.
-handgranaten
In een reiskoffer treft de politie een plastic tas aan van de [supermarkt ] met daarin vijf handgranaten in groene granaatkokers. De politie heeft deze handgranaten vergeleken met foto's van handgranaten op de iPhone X van verdachte. De foto's, gemaakt op 8 oktober 2018 in [plaats] , vertonen overeenkomsten met de in [plaats] aangetroffen handgranaten, namelijk:
- 1 M50 handgranaat:
De combinatie lichaamsnummer en veiligheidsbeugelnummer is dezelfde als de nummers die zichtbaar zijn op de foto van de granaat aangetroffen op het telefoontoestel van verdachte. Qua verdere uiterlijke kenmerken zijn er ook overeenkomsten: egaal/geen beschadigingen waarneembaar.
- 4 stuks M75 handgranaat:
De veiligheidsbeugelnummers komen met elkaar overeen, de granaten zijn verpakt in granaatkokers. [6]
Er is ook onderzoek gedaan naar de plastic tas van de [supermarkt ] waarin de handgranaten zaten. De opdruk "95 jaar" correspondeert met het jubileum van de [supermarkt ] op 16 januari 2018. In de iPhone X van verdachte is een foto aangetroffen waarop hij te zien is met twee handgranaten in zijn handen. Op de achtergrond van deze foto is ook een plastic tas met het opschrift "95 jaar" van de [supermarkt ] te zien. [supermarkt ] is alleen in Noord-Nederland gevestigd. [7]
Er is een DNA-match met DNA van medeverdachte [medeverdachte M.V.] en DNA op één van de vijf aangetroffen granaatkokers. Zijn DNA-profiel heeft met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid bijgedragen aan het DNA-sporenprofiel dat werd teruggevonden op de granaatcontainer. [8]
- vuurwapenEr worden wapens gevonden. Eén van de gevonden wapens is een semi-automatisch pistool, Walther P38, kaliber 9mm . Op dit pistool is een DNA-mengprofiel aangetroffen waarvan het DNA van medeverdachte [medeverdachte J.J.] deel uitmaakt. [9]
- explosievenIn een slaapkamer is een Action-tas aangetroffen met daarin een Adidas-schoenendoos met daarin zes staven dynamiet van het merk Austrogel G1 . [10] Dit is dezelfde springstof als het explosief dat later (op 1 juni 2019) door de politie in Nederland wordt aangetroffen in [plaats] , waarbij DNA-sporen van de medeverdachten [medeverdachte J.J.] , [medeverdachte H.P.] , [medeverdachte L.Z.] en [medeverdachte R.H.] zijn aangetroffen (zie hieronder bij nationale wapenhandel, feit 3, onderdeel [plaats] ). [11]
- slagpijpjes en gsm-telefoons met connectoren ten behoeve van ontstekersIn de Adidas-schoenendoos (zie hierboven bij ‘explosieven’) zit ook een plastic zakje met twee elektrische slagpijpjes. Op de knoop van het plastic zakje is een DNA-spoor aangetroffen. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid heeft [medeverdachte J.J.] bijgedragen tot het DNA-sporenprofiel dat is teruggevonden op de knoop van het plastic zakje. [12]
Ook worden er twee gsm-telefoons met bedrading aangetroffen. [13]
[medeverdachte H.P.] verklaart hierover dat verdachte hem heeft gevraagd om een afstandsbediening te maken voor explosieven. Daarvoor waren oude telefoons nodig. In de nacht van 1 op 2 april 2019 hebben mannen, waaronder [medeverdachte J.J.] , [medeverdachte R.H.] en [medeverdachte L.Z.] , hiervoor twee of drie telefoons bij [medeverdachte H.P.] thuis afgeleverd. [medeverdachte H.P.] heeft, na confrontatie met de foto van de slagpijpjes en telefoons die zijn aangetroffen in [plaats] , bekend dat hij deze heeft geprepareerd om een explosief te laten ontploffen. Hij heeft de slagpijpjes gemonteerd en kruit in de slagpijpjes gedaan. De slagpijpjes en de telefoons zijn tegelijk meegenomen. [14]
De GSM-telefoons waren een witte Samsung (IMEI [nummer] ) en een zwarte Samsung (IMEI [nummer] ). [15] Op de witte Samsung zijn DNA-sporen van [medeverdachte J.J.] [16] , van [medeverdachte H.P.] [17] en van [medeverdachte L.Z.] [18] aangetroffen. Op de zwarte Samsung zijn DNA-sporen aangetroffen van [medeverdachte J.J.] [19] , van [medeverdachte H.P.] [20] en van [medeverdachte R.H.] [21] .
De historische gegevens van deze IMEI-nummers zijn gevorderd. Hieruit blijkt dat beide telefoons vrijwel tegelijkertijd op dezelfde locatie van een nieuw telefoonnummer zijn voorzien, te weten op 2 april 2019 omstreeks 03:29 en 03:33 uur, waarbij telkens de mast aan de [straat] te [plaats] werd aangestraald. Deze mast ligt op 200 meter van het adres van [medeverdachte H.P.] . [22] De zwarte Samsung werd tot 2 april 2019 gebruikt voor een simkaart op naam van [medeverdachte R.H.] . Ook andere telefoonnummers op naam van [medeverdachte R.H.] waren ooit geplaatst in deze zwarte Samsung. [23]
De Audi A4 met kenteken [kentekennummer] staat op naam van [bedrijf ] . Dit bedrijf staat op naam van verdachte. In deze auto zijn door de politie ovc-geluidsopnames gemaakt. [24] Ook is deze auto voorzien van een peilbaken. [25] Dit peilbaken is op 16 februari 2019 geactiveerd.
Op 1 april 2019 omstreeks 21:07 uur rijden [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] in de Audi A4 ( [kentekennummer] ) van de woning van verdachte aan het [straat] in [plaats] naar de woning van [medeverdachte H.P.] aan de [straat] te [plaats] . [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] spreken over explosieven en de prijzen ervan.
Omstreeks 21:42 uur stoppen zij nabij de woning van [medeverdachte H.P.] . [medeverdachte J.J.] stapt uit en [medeverdachte R.H.] blijft zitten. Omstreeks 22:25 uur stappen [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte A.G.] bij [medeverdachte R.H.] in de auto en rijden zij naar [plaats] . Onderweg bespreken zij dat er drie mobiele telefoons van een ouder type nodig zijn. [medeverdachte J.J.] belt [medeverdachte L.Z.] en geeft hem opdracht een telefoon te regelen. [medeverdachte L.Z.] moet naar [plaats] komen bij het witte huis. [medeverdachte J.J.] herhaalt dat hij de oude Nokia bedoelt zonder camera. [medeverdachte J.J.] vraagt ook of er nog andere oude telefoons thuis zijn. Er is haast bij, want ze hebben de telefoon vannacht al nodig. [26]
Omstreeks 22:58 uur stapt [medeverdachte A.G.] in [plaats] eerst uit en vervolgens weer in; hierna blijkt hij een telefoon met lader te hebben opgehaald. Om 23 :18 uur is de auto weer in de buurt van de woning van [medeverdachte H.P.] . [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte A.G.] stappen uit en [medeverdachte R.H.] zegt: "Zie ik jullie zo weer".
[medeverdachte R.H.] rijdt naar [plaats] en komt om 23 :44 uur aan bij restaurant [plaats] . Op 2 april 2019 omstreeks 00:00 uur zijn [medeverdachte R.H.] en [medeverdachte L.Z.] in de auto te horen. Vervolgens rijdt [medeverdachte R.H.] terug naar de woning van [medeverdachte H.P.] .
Om 01:15 uur stappen [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte A.G.] weer bij [medeverdachte R.H.] in de auto. [medeverdachte J.J.] spreekt over België en zegt dat [medeverdachte R.H.] niet mee kan. Om 02:00 uur is de auto in [plaats] en arriveert om 02:42 uur weer bij de woning van [medeverdachte H.P.] . [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte A.G.] spreken onderweg af dat zij morgen naar België gaan. [27]
[medeverdachte A.G.] wordt afgezet in [plaats] , waarna [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] terugrijden naar de woning van [medeverdachte H.P.] . Om 04:25 uur stappen [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] weer in de auto. [medeverdachte R.H.] zegt dan: "Ik heb op internet gelezen dat als je een explosief met een telefoon af wil laten gaan, dan moet dat met de trilfunctie". [28]
[medeverdachte H.P.] verklaart over deze nacht van 1 op 2 april 2019 dat dat een omslag voor hem was, omdat het uit de klauwen liep. Hij heeft daarna verdachte gebeld en hem gezegd dat hij het zo niet wilde. Hij wilde niet dat verdachte allemaal mensen bij hem langs stuurde. [29] Die nacht kwamen er vier man bij hem over de vloer en hij was ook flauw van dat gehaast die nacht. [30]
Op 2 april 2019 om 13:51 uur rijden [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] in dezelfde auto van [plaats] naar [plaats] . Van 14:09 tot 15:50 uur staat de auto aan het [straat] . Daarna vertrekken [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] weer. In de auto gaat het gesprek over “een hele rit voor de boeg hebben” en “een rijdende tijdbom”. Er volgt een gesprek tussen [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] over trekkoord-ontstekers, 9-voltsbatterijen en lampjes van 3 volt. Rond 16:05 uur stopt de auto bij [plaats] in [plaats] . [31]
[medeverdachte J.J.] stapt bij [medeverdachte A.G.] in een Ford Focus ( [kentekennummer] ). De Ford Focus passeert op 2 april 2019 om 19:15 uur de Belgische grens bij [plaats] . Deze Ford Focus is vervolgens twee keer vastgelegd in [plaats] . Om 22:29 uur rijdt de Ford Focus Nederland weer in. [32]
Uit de telecom gegevens is gebleken dat het IMEI nummer [nummer] naar België afreist op 2 april 2019. Uit onderzoek is gebleken dat het IMEI nummer toebehoort aan een zogenaamd PGP toestel in gebruik bij [medeverdachte J.J.] . Op 2 april 2019 omstreeks 15:44 uur verlaat het toestel [plaats] en het is op 3 april 2019 omstreeks 02:24:12 uur weer terug. [33]
[betrokkene 6] verklaart dat [betrokkene 3] (in haar woning zijn de wapens aangetroffen) zijn vriendin is. Hij heeft de wapens en explosieven ontvangen en vervolgens in de woning van zijn vriendin bewaard. De Adidas-schoenendoos met inhoud is in [plaats] geleverd en heeft hij daarna naar [plaats] gebracht. [34]
Gelet op de reisbewegingen van de medeverdachten begint en eindigt het hele traject van de in [plaats] aangetroffen goederen bij verdachte op het [straat] . Verdachte stuurde de medeverdachten aan blijkens de verklaringen van [medeverdachte H.P.] .
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met zijn medeverdachten om een vuurwapen, handgranaten, explosieven, slagpijpjes, ontstekers en gsm-toestellen voor die ontstekers uit te voeren naar België.
onderdeel [straat] , [plaats]
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van de uitvoer van een Beretta pistool met munitie naar [plaats] , [straat] .
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van dit onderdeel van de tenlastelegging bepleit. Uit het dossier blijkt niet hoe, door wie en wanneer het Beretta pistool in België terecht is gekomen. Er is geen bewijs dat verdachte dit feit heeft medegepleegd.
Oordeel van het hof
Uit het dossier blijkt dat er op 1 augustus 2019 in de woning aan de [straat] in [plaats] in België in de bergruimte een Beretta pistool is aangetroffen. Na onderzoek blijkt dat er op de lader van het pistool een DNA-spoor zit met een DNA-mengprofiel dat met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid matcht met het DNA-profiel van medeverdachte [medeverdachte J.J.] .
[betrokkene 6] heeft in zijn verhoor bij de Belgische politie verklaard dat hij aan de personen die hem hadden gevraagd wapens te bewaren, de sleutel van de bergruimte van de woning aan de [straat] had gegeven.
Uit peilbakengegevens van de Audi A4 (op naam van het bedrijf van verdachte) blijkt dat de Audi A4 op 30 december 2018 en op 3 en 4 januari 2019 heeft stilgestaan nabij de [straat] in [plaats] .
Naar het oordeel van het hof is het voorhanden zijnde bewijs, zoals hiervoor weergegeven, onvoldoende om te concluderen dat verdachte medepleger is geweest van uitvoer van het Beretta pistool naar België. Het hof spreekt de verdachte daarom ook van dit onderdeel van de tenlastelegging vrij.
onderdeel [straat] , [plaats]
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van de uitvoer van explosieven voorzien van ontstekers met bijbehorende tijdschakelaar naar [plaats] , [straat] .
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van dit onderdeel van de tenlastelegging bepleit. Verdachte ontkent alle betrokkenheid bij dit feit. Er is geen bewijs dat verdachte dit feit heeft medegepleegd.
Oordeel van het hof
Uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen blijkt dat de medeverdachten [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] op 3 juni 2019 bij de woning van verdachte zijn. Een Audi A6 wordt daar onder toeziend oog van verdachte en [medeverdachte J.J.] tot tweemaal toe door [medeverdachte R.H.] (die handschoenen draagt) ingepakt. [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] rijden vervolgens in de Audi A6 vanaf de woning van verdachte, via de [straat] in [plaats] en de woning van medeverdachte [medeverdachte H.P.] in [plaats] , naar [plaats] in België, waar zij in de nacht van 4 juni 2019 aankomen. Op 4 juni 2019 gaan beide mannen naar de [straat] . De Belgische politie luistert het gesprek dat zij daar hebben af. Het gesprek gaat over de werking van een explosief en over een ontsteker met bijbehorende tijdschakelaar. 's Avonds laat zijn [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] weer terug bij de woning van verdachte.
Medeverdachte [medeverdachte H.P.] verklaart later dat, gelet op de inhoud van het gesprek, [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] in [plaats] hebben gesproken over de ontstekers met tijdschakelaars die hij heeft gemaakt.
Naar het oordeel van het hof is het voorhanden zijnde bewijs onvoldoende om te concluderen dat verdachte medepleger is geweest van uitvoer van explosieven voorzien van ontstekers met bijbehorende tijdschakelaar naar de [straat] in [plaats] . Het toekijken bij het inpakken van de Audi A6 is onvoldoende om tot een bewezenverklaring van een nauwe en bewuste samenwerking te komen. Het hof spreekt de verdachte daarom ook van dit onderdeel van de tenlastelegging vrij.
Conclusie feit 2- internationale wapenhandel
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen zoals hiervoor weergegeven (onderdeel [plaats] , België), is het hof van oordeel dat het door verdachte medeplegen van het onder 2 ten laste gelegde, zonder erkenning doen uitgaan van (vuur)wapens en munitie van de categorie III, wettig en overtuigend is bewezen.
Feiten 3, 4 en 5 – handel, overdragen en voorhanden hebben van wapens in Nederland
Onderdeel [betrokkene 7]
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit - in de vorm van medeplegen - wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat verdachte erkent een rol te hebben gespeeld bij dit feit.
Oordeel van het hof
Uit de peilbakengegevens en de ovc-gesprekken met betrekking tot de Audi A4 met kenteken [kentekennummer] blijkt het volgende.
[medeverdachte J.J.] , [medeverdachte L.Z.] en [medeverdachte R.H.] rijden op 16 maart 2019 rond 16.00 uur in de Audi A4
( [kentekennummer] ) naar de woning van verdachte aan het [straat] in [plaats] . Omstreeks 23 .32 uur vertrekt de Audi weer richting [plaats] en stopt daar rond 00.20 uur. Omstreeks 00.32 uur zegt [medeverdachte J.J.] dat de telefoons op vliegtuigstand moeten. [medeverdachte J.J.] zegt: “Het is grappig…we knallen gewoon de 4 kogels hier af en dan rijden we weg.” De Audi is dan aan de [straat] 13 te [plaats] . [medeverdachte J.J.] stapt uit. [medeverdachte R.H.] zegt: “hij zegt ook nog heel mooi…weet je wat grappig is … we schieten gewoon daar achter”. [medeverdachte J.J.] stapt weer in de auto. [35] Omstreeks 00.41 uur zegt [medeverdachte J.J.] dat hij wil schieten. [medeverdachte L.Z.] zegt: “Breng hem gewoon in, hij komt er wel achter, joh. Hij krijgt al een vet koopje he, met zijn -600 van mij.”
[medeverdachte L.Z.] vraagt of dat ding echt zo goedkoop is. [medeverdachte J.J.] zegt dat hij er 300 of 400 voor heeft betaald. De Audi vertrekt tijdens dit gesprek.
De Audi stopt en [medeverdachte J.J.] stapt uit. [medeverdachte R.H.] zegt: “Ik dacht dat het een pistool was.” [medeverdachte L.Z.] reageert: “Nee, joh … dit is zo’n … ding ja.” De Audi rijdt verder en staat weer stil. [medeverdachte R.H.] zegt: “Ik heb gewoon pistoolkogels, ja”. [medeverdachte L.Z.] zegt dat die hier ook in gaan. [medeverdachte R.H.] bevestigt desgevraagd dat het 9-mm’s zijn. [medeverdachte J.J.] stapt weer in en [medeverdachte L.Z.] vraagt hem: “Deze gun is voor 9 mm , toch?” [medeverdachte J.J.] vraagt waar de kogels zijn. [medeverdachte R.H.] zegt dat hij ze in de handschoen heeft gedaan. Hij heeft er veertien meegenomen. [medeverdachte L.Z.] zegt: “hij moest 24 … hij moest 20 hebben. Dat zei [verdachte ] ”. [36]
De Audi stopt om 01.03 uur aan de [straat] te [plaats] . [medeverdachte J.J.] zegt: “Waar ik stop, stap gelijk allebei eruit … trek hem naar achteren en schiet gewoon de lucht in. (…) Maar ga maar naast op die gras staan.” [medeverdachte R.H.] zegt: “Ja, zodat die hulzen in die gras blijft zitten.” [medeverdachte L.Z.] vraagt: “Je kan hier gewoon twee keer achter elkaar schieten?” [medeverdachte J.J.] zegt: “Schiet maar twee keer”. [medeverdachte R.H.] vraagt: “moet nog wel gevuld worden toch?”
Op instructie van [medeverdachte J.J.] wordt dan geschoten. Er zijn twee knallen kort na elkaar te horen. [medeverdachte J.J.] zegt: “snel snel snel!”. Er zijn weer twee knallen te horen. Daarna rijden zij weg. [37]
Om 01.07 uur rijdt de Audi door de [straat] in [plaats] . [38] [medeverdachte L.Z.] zegt: “Volgens mij was het [nummer] ”. [medeverdachte R.H.] vraagt: “Moet hij de rest van de kogels hebben?” [medeverdachte J.J.] bevestigt dat. [39] Om 01.16 uur stopt de Audi A4 op 50 meter afstand van de woning [straat] . [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte L.Z.] stappen uit. Om 01.50 uur zijn [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte L.Z.] terug in de Audi. [40]
Op 20 maart 2019 treedt de politie de woning aan de [straat] te [plaats] binnen om de bewoner [betrokkene 7] aan te houden voor verboden wapenbezit. Bij de doorzoeking van de woning wordt een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin , 9 mm , met magazijn aangetroffen. Dit is een vuurwapen van de categorie III. [41]
De politie heeft bij de [straat] in [plaats] , waar de Audi A4 op 17 maart 2019 om 01:03 uur is gestopt, gezocht en heeft daar drie hulzen gevonden. [42] Volgens onderzoek door het NFI is het extreem veel waarschijnlijker dat deze hulzen met het bij [betrokkene 7] aangetroffen kogelgeweer zijn verschoten dan dat deze zijn verschoten met een ander vuurwapen van dit kaliber met dezelfde systeemkenmerken. [43]
De verdachte heeft ter zitting van het hof over dit feit verklaard dat hij een bemiddelende rol heeft gespeeld bij dit feit. Medeverdachte [medeverdachte L.Z.] had een schuld bij [betrokkene 7] . Verdachte heeft bemiddeld tussen hen en geregeld dat [betrokkene 7] als aflossing van de schuld van [medeverdachte L.Z.] een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin kreeg met patroonmagazijn en patronen.
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachten om een wapen te verhandelen en af te leveren aan
[betrokkene 7] in de periode van 16 tot en met 17 maart 2019.
Onderdeel [plaats]
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit - in de vorm van medeplegen- wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte vrijgesproken dient te worden als het hof de verklaring van de verdachte hierover volgt.
De verdachte heeft over dit feit verklaard dat hij wist van de ontmoeting tussen [medeverdachte J.J.] , [medeverdachte R.H.] en [betrokkene 8] te [plaats] op 31 mei 2019, maar dat hij niet wist dat [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] springstof en een ontsteker naar [betrokkene 8] brachten. [medeverdachte J.J.] zou voor hem bitcoins brengen.
Oordeel van het hof
- aantreffen explosief met ontstekerOp 1 juni 2019 omstreeks 00.35 uur wordt op de [straat] te [plaats] een Ford Fiësta ( [kentekennummer] ) gecontroleerd. Bestuurder en kentekenhouder is [betrokkene 8] . Bij onderzoek wordt in het dashboardkastje een zakje aangetroffen, inhoudend een telefoon (Samsung Galaxy S4, IMEI [nummer] ), een 9-volt batterij en een rood/zwarte elektriciteitsdraad met aan één uiteinde een grijs metalen stokje. Dit is volgens het Team Explosieven Verkenning een ontstekingsmiddel voor explosieven. Op de achterbank ligt een Lidl-tas met vier blokken kneedbare springstof van ongeveer 300 gram. [44]
Volgens onderzoek van het NFI zou de telefoon uitsluitend via de jackplug op de schakeling kunnen worden aangesloten. Nu echter de jackplug niet is aangesloten op de rest van de schakeling, kan de telefoon de schakeling niet beïnvloeden. De telefoon kan op deze manier geen rol spelen in de eventuele werking van de schakeling. De aluminium cilinder vertoont overeenkomsten met een slagpijpje, maar functioneert niet als zodanig. De elektronica is niet bruikbaar vanwege een niet-elektrisch verbonden punt A. Punt A is oorspronkelijk verbonden geweest, maar mogelijk losgeraakt. Indien dit klopt, zou dit direct leiden tot ontploffing bij aansluiting van de 9-volt batterij. De cilinder is hoe dan ook niet geschikt om de springstof tot ontploffing te brengen. De schakeling, die zich aan de cilinder bevond, functioneert door een niet elektrisch verbonden punt evenmin. Zou dit punt alsnog elektrisch worden verbonden, dan zal een deugdelijk slagpijpje direct afgaan zodra een 9-volt batterij wordt aangesloten op de schakeling. De circa 0,3 kilogram kneedbare springstof is van het type Austrogel G1 . Deze springstof is niet heel gevoelig en heeft een slagpijpje nodig om het tot ontploffing te brengen. [45]
Er zijn DNA-sporen aangetroffen op het slagpijpje, de stekkertjes en delen van het snoer. Het NFI heeft deze DNA-sporen onderzocht en een match gevonden met het DNA-profiel van [medeverdachte J.J.] . [46] Op de buitenzijde van de pakketjes springstof zijn DNA-sporen aangetroffen. Het NFI heeft deze DNA-sporen onderzocht en een match gevonden met het DNA-profiel van [medeverdachte H.P.] . [47] Voorts zijn DNA-nevenkenmerken aangetroffen van minimaal drie personen, waaronder [medeverdachte L.Z.] en minimaal twee onbekenden. Het is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA zou bevatten van [medeverdachte L.Z.] en een willekeurige onbekende, dan wanneer de bemonstering DNA zou bevatten van twee willekeurige onbekenden. [48] Op de binnenzijden van de doorzichtige folies vindt het NFI een DNA-profiel van minimaal één man, dat afkomstig kan zijn van [medeverdachte L.Z.] . Op de hengsels van de Lidl-tas wordt een DNA-match gevonden met [medeverdachte L.Z.] . [49]
Op de binnen- en buitenkant van de Lidl-tas zijn 14 dactyloscopische sporen vastgelegd. Sporen #D07, #D09, #D11 en #D12 zijn geïndividualiseerd op [medeverdachte R.H.] . [50] Spoor #D05 op de buitenzijde van de tas is mogelijk afkomstig van [betrokkene 9] . [51]
Uit historische verkeersgegevens van de IMEI van de Samsung Galaxy S4 telefoon blijkt dat het telefoonnummer van [medeverdachte G.S.] ( [nummer] ), de vriendin van [medeverdachte J.J.] , van 21 april tot en met 19 mei 2019 in dit toestel zat. [52] Ook blijkt dat telefoonnummer [nummer] op 31 mei 2019 om 00.09 uur contact maakt met het toestel. De telefoon straalt dan een mast aan in [plaats] nabij de woning van [medeverdachte H.P.] . Uit camerabeelden blijkt dat [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] dan bij [medeverdachte H.P.] zijn. Het telefoonnummer [nummer] , in gebruik bij [medeverdachte J.J.] , komt dan qua locatie overeen met de locatie van nummer [nummer] . [53]
- tijdlijnTussen 30 mei 2019 en 1 juni 2019 zijn de bewegingen van de verdachte en de medeverdachten beschreven aan de hand van peilbakens, tapgesprekken, camerabeelden en historische verkeersgegevens. [54]
Op 30 mei 2019 om 21.57 uur belt [medeverdachte J.J.] met [medeverdachte H.P.] . [medeverdachte H.P.] zegt dat hij de ontstekers aan de gang heeft, alleen dat tijddingetje nog niet dus het wordt sowieso niet vanavond. [medeverdachte J.J.] zegt: “ohoo, nee, we moeten vanavond doen, moeten die kant op. Ik kom zo bij jou en dan verzinnen we wel snel wat anders…” [medeverdachte H.P.] vindt het best. [55] De telefoon van [medeverdachte J.J.] blijft die nacht in de omgeving van [plaats] . [56]
Op 31 mei 2019 om 11.07 uur belt [medeverdachte J.J.] weer met [medeverdachte H.P.] . In dat gesprek vraagt [medeverdachte H.P.] om een lijstje te maken van benodigde elektrische onderdelen om “vijf van die tijd dingen of ietsjes meer van die dingen” te maken. [medeverdachte J.J.] zegt “richting stad ophalen gelijk.” [medeverdachte H.P.] zegt dat hij het zal doorsturen. [57]
Die dag omstreeks 12.00 uur arriveren [medeverdachte J.J.] , [medeverdachte R.H.] en [medeverdachte L.Z.] in de Audi A6
( [kentekennummer] ) bij de woning van verdachte aan het [straat] . Vijf minuten later rijden [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] weer weg. De auto rijdt naar het centrum van [plaats] . De telefoon van [medeverdachte J.J.] blijft in [plaats] , terwijl de auto doorreist. De auto, vermoedelijk enkel bestuurd door [medeverdachte R.H.] , is van 13.35 tot 13.45 in [plaats] . [58] De auto rijdt terug via de [straat] te [plaats] en is om 15.04 uur terug bij de woning van verdachte. Verdachte loopt meerdere keren op en neer naar de oprit. [59]
Om 15.39 uur belt [medeverdachte J.J.] met [medeverdachte R.H.] . [medeverdachte R.H.] zegt dat hij met spoed naar die winkel moet om stekkers te kopen voor [medeverdachte H.P.] . [medeverdachte J.J.] zegt dat hij dat weet en vraagt [medeverdachte R.H.] naar de loods te rijden en hem op de parkeerplek te ontmoeten. [60]
De auto is tussen 16.31 en 16.35 uur weer aan de [straat] . Daarna rijdt de auto via het centrum van [plaats] naar [plaats] . Om 17.46 uur komen [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] bij de woning van [medeverdachte H.P.] aan. Ze gaan de schuur bij die woning binnen. [61]
Om 18.06 uur belt [medeverdachte J.J.] met [medeverdachte G.S.] over een telefoon van type [nummer] die een trilfunctie heeft. [62] Omstreeks 18.30 uur vertrekken [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] weer, terwijl [medeverdachte H.P.] in de deuropening van zijn schuur staat. [63]
Omstreeks 19.04 uur komt de auto aan bij de woning van verdachte. Verdachte loopt direct naar de auto toe. Daarna lopen [medeverdachte R.H.] en verdachte gezamenlijk naar de woning. Verdachte heeft een gele plastic tas in handen.
Om 19.47 uur vertrekken [medeverdachte J.J.] , [medeverdachte R.H.] en [medeverdachte L.Z.] in de auto. Omstreeks 20.16 uur komen zij bij [medeverdachte H.P.] aan. Om 20.52 uur belt [medeverdachte G.S.] met [medeverdachte J.J.] om te vragen hoe laat hij thuis is. [medeverdachte J.J.] zegt dat hij [medeverdachte L.Z.] over een kwartier afzet; daarna moet hij naar [plaats] . Op de terugweg uit [plaats] moet hij nog langs [plaats] . [64]
Om 21.01 uur vertrekt de auto vanaf de woning van [medeverdachte H.P.] . Om 21.08 uur stopt de auto bij de verblijfplaats van [medeverdachte G.S.] . [medeverdachte L.Z.] is hier afgezet. [65]
Om 22. 23 uur belt [medeverdachte G.S.] met [medeverdachte J.J.] . [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] zitten samen in de auto en rijden richting [plaats] . Zij arriveren daar om 23 :10 uur. Rond 23 .15 uur gaan zij op de terugreis. [medeverdachte R.H.] wordt op 1 juni 2019 rond 00.13 uur afgezet bij zijn vriendin in [plaats] . De auto arriveert op 1 juni 2019 om 00.36 uur bij de woning van verdachte. [medeverdachte J.J.] loopt naar de woning en komt twintig minuten later met verdachte naar buiten. [66]
- [betrokkene 9]De bestuurder van de Ford Fiësta, [betrokkene 8] , heeft verklaard dat hij bij iemand in [plaats] was geweest. [67] Uit gegevens van één van zijn telefoons blijkt dat slechts één van zijn contacten een relatie heeft met [plaats] , te weten [nummer] op naam van [naam 1] , [straat] te [plaats] . Op dit adres staat ingeschreven: [betrokkene 9] . [betrokkene 8] heeft contact gehad met zijn nummer op 16 mei, 31 mei en 1 juni 2019. [68]
De connectie tussen [betrokkene 9] uit [plaats] en verdachte is [betrokkene 10] . [69] Op 20 januari 2019 is [betrokkene 10] gebeld door [betrokkene 9] (gebruik makend van [nummer] ). [70]
Op 17 mei 2019 omstreeks 16.54 uur zijn [medeverdachte R.H.] , [betrokkene 10] , [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte L.Z.] bij de woning van verdachte aan het [straat] . Om 17.28 uur komen twee mannen aan in een auto op naam van [betrokkene 11] . De twee mannen zijn zeer vermoedelijk [betrokkene 11] en [betrokkene 9] . Om 17.45 uur komt [betrokkene 10] met [betrokkene 9] naar buiten, gevolgd door verdachte. [71]
Op 20 mei 2019 komt [betrokkene 10] aan op het [straat] om 17.37 uur. Omstreeks 18.39 uur arriveert ook de auto op naam van [betrokkene 11] . De twee inzittenden zijn zeer vermoedelijk [betrokkene 11] en [betrokkene 9] . Omstreeks 19.20 uur vertrekken eerst de beide mannen; vervolgens vertrekt [betrokkene 10] ook. [72]
Op 31 mei 2019 om 18.22 uur belt [betrokkene 9] met [betrokkene 10] . [betrokkene 9] zegt dat hij er helemaal klaar mee is, dat de afspraak elke keer wordt verzet en dat hij het geld nooit van tevoren had moeten geven. Hij vraagt [betrokkene 10] om uit te zoeken wat er gaande is, want hij is via [betrokkene 10] bij hen gekomen. [73] Die dag om 18.33 uur belt [betrokkene 10] met [medeverdachte J.J.] . [betrokkene 10] vraagt of [medeverdachte J.J.] om 7 uur kan gaan rijden naar diegene. Diegene wordt ook aldoor gek gebeld door die mensen. [74]
Op 1 juni 2019 om 17.07 uur belt [betrokkene 9] met [betrokkene 10] . [betrokkene 9] klaagt dat zij pas om elf uur zijn gekomen, terwijl zij de hele dag de tijd hadden. Hij had al een slecht voorgevoel. Hij heeft de tas bekeken en aangeraakt. Toen is de ander weggegaan en gelijk boem. [75]
Op 1 juni 2019 om 23 .25 uur belt [betrokkene 9] ook met [medeverdachte J.J.] . [betrokkene 9] zegt dat het fucking shit is, want één zit binnen. [betrokkene 9] zegt ook dat hij die zak heeft aangeraakt. [76]
Op 3 juni 2019 om 19.45 uur belt verdachte met [betrokkene 9] . Verdachte vraagt hoe het gaat. Hij wist van niets en heeft het net gehoord. [betrokkene 9] stelt dat verdachte moet komen, maar verdachte zegt dat hij op de telex staat en thuis moet blijven. Als [betrokkene 9] hem wil zien, moet [betrokkene 9] maar naar verdachte komen. [betrokkene 9] zegt dat dat het nadeel is als je je om kwart voor elf of elf uur gaat bewegen. Dat kan eigenlijk niet. Verdachte zegt dat van tevoren gezegd moet worden dat je niet op dat soort tijden wilt afspreken, want ‘wij rijden 24 uur per dag’. [77]
- verklaringen medeverdachten[medeverdachte R.H.] verklaart dat hij het tasje met explosieven naar [plaats] heeft gereden. Het tasje is overgedragen bij [plaats] in [plaats] . Hij wist dat dit niet ging werken met die ontsteker, omdat de maker, [medeverdachte H.P.] , hem dat voor de overdracht had verteld. [78]
[medeverdachte L.Z.] verklaart dat de in [plaats] aangetroffen telefoon van hem is en dat “we de kopjes van de draadjes hebben gehaald.” [medeverdachte L.Z.] verklaart dat hij de in [plaats] aangetroffen explosieven in handen heeft gehad. De tas lag in de woning van verdachte. [medeverdachte H.P.] werkte in opdracht van verdachte. [79]
[medeverdachte H.P.] heeft verklaard dat hij verdachte al jaren kent en dat verdachte loopjongens had die alles voor hem deden. Het initiatief om voor het eerst naar een wapen te kijken kwam van verdachte. [80] [medeverdachte H.P.] verklaart dat hij meestal naar [plaats] ging nadat verdachte hem appte. Dan vroeg verdachte hem ergens naar te kijken. Ook later bepaalde verdachte via welke app zij contact hadden. [medeverdachte J.J.] kwam bij [medeverdachte H.P.] (illegale) spullen brengen, omdat verdachte niet zo mobiel was. [81] Later appte ook [medeverdachte J.J.] met [medeverdachte H.P.] . [82] Verdachte heeft [medeverdachte H.P.] gevraagd een afstandsbediening te maken. [83] Verdachte had die nodig; het ging om explosieven. [84] [medeverdachte H.P.] verklaart dat hij de explosieven, aangetroffen in [plaats] , heeft gezien. [medeverdachte J.J.] liet hem die zien. Hij heeft in de tas met explosieven gekeken en aan de buitenkant geknepen. [medeverdachte R.H.] was er ook bij. “Ze zeiden dat dit boem deed.” [85] [medeverdachte H.P.] is bezig geweest met de aangetroffen telefoon met draadjes en cilinder. De schakeling werkte niet en dat heeft hij hen ook verteld. [86]
-conclusie
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat [medeverdachte J.J.] , [medeverdachte R.H.] , [medeverdachte L.Z.] , [medeverdachte H.P.] en verdachte nauw en bewust hebben samengewerkt om een ontsteker met explosieven te verhandelen en over te dragen in [plaats] in de periode van 16 mei 2019 tot en met 1 juni 2019.
De betrokkenheid van de verdachte volgt uit de verklaringen van [medeverdachte H.P.] en [medeverdachte L.Z.] dat de ontstekers op initiatief van de verdachte door [medeverdachte H.P.] zijn gefabriceerd en dat [medeverdachte L.Z.] de tas met explosieven in de woning van verdachte heeft zien liggen en heeft aangeraakt. De DNA-sporen bevestigen beide verklaringen.
[medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] zijn die dag, voordat zij samen naar [plaats] gingen, meermalen bij verdachte geweest op het [straat] , en na aflevering heeft [medeverdachte J.J.] met verdachte gebeld en is hij 's nachts nog naar hem toegereden.
[betrokkene 9] heeft verdachte meermalen bezocht op het [straat] . Twee dagen nadat [betrokkene 8] door de politie was gepakt met de explosieven en ontsteker, belt [betrokkene 9] met verdachte en verwijt hem dat ze zo laat zijn gaan rijden. Uit de reactie van verdachte (dat ze 24 uur per dag rijden en dat [betrokkene 9] dan van tevoren hierover iets had moeten zeggen) blijkt dat verdachte het aanspreekpunt is betreffende de handel.
Onderdeel Pseudokoop 1
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit - in de vorm van medeplegen- wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van dit feit bepleit als de verklaring van verdachte wordt gevolgd. Verdachte heeft verklaard dat niet hij maar [naam 2] en [medeverdachte A.G.] de personen waren die verantwoordelijk waren voor deze wapenhandel met de pseudokopers. Het Telegramaccount NHT stond wel op zijn (verdachtes) telefoon, maar hij heeft dit verwijderd toen hij berichten met betrekking tot wapenhandel zag. Onder dreiging van [naam 2] is er vervolgens een nieuw NHT Telegram account ( [nummer] ) op zijn telefoon gezet. Via Sky kreeg hij instructies welke berichten hij moest sturen. Hij heeft de berichten over de wapenhandel onder dreiging van [naam 2] verstuurd en heeft ook de foto's van de locatie van de overdracht van de wapens via Whatsapp aan medeverdachte [medeverdachte J.B.] gestuurd.
Oordeel van het hof
Uit het dossier blijkt het volgende:
Pseudokoper [accountnaam] is via de zoekfunctie in de applicatie Telegram uitgekomen bij de chatgroep “ [chatnaam] ”. Op 17 januari 2020 ziet [accountnaam] dat gebruiker NHT op
16 januari 2020 omstreeks 19.11 uur een video heeft gepost van een lange-afstandswapen, met de tekst: “Laatste zonder kijker 4200”. [87] Desgevraagd geeft NHT op 17 januari 2020 rond 10.37 uur aan dat hij er nog één heeft liggen met patronen. In het chatgesprek geeft NHT aan dat na de eerste koop ook andere wapens geleverd kunnen worden. Hij stuurt een foto van raketwerpers, AK47 ’s en handgranaten. [88] Als wapens kapot zijn, kunnen zij die repareren. Er volgt een koopovereenkomst voor dit wapen ( Steyr .308 ) met munitie voor
€ 3.900,00. [89] De levering zal plaatsvinden op 20 januari 2020 rond 20.30 uur bij het [plaats] aan de [straat] in [plaats] . [90]
Blijkens camerabeelden komen op 20 januari 2020 om 18.53 uur twee personen, lijkend op medeverdachte [medeverdachte J.B.] en een vrouw, aanrijden bij de [plaats] van verdachte in de VW T-ROC ( [kentekennummer] ). Omstreeks 19.05 uur lopen zij de [plaats] in. Vervolgens bekijken [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte J.B.] de Opel Combo ( [kentekennummer] ) met een zaklamp. [medeverdachte J.B.] rijdt de Opel Combo om 19.41 uur dichterbij de [plaats] en gaat de winkel weer in. [91]
Blijkens camerabeelden verlaten [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte J.B.] om 19.53 uur de [plaats] . [medeverdachte J.B.] draagt een langwerpig voorwerp van ongeveer 1,5 meter lengte, dat aan het zicht wordt onttrokken door een zwarte tas of doek. Het voorwerp wordt op de achterbank van de VW T-ROC gelegd. [medeverdachte J.J.] neemt plaats als bestuurder en [medeverdachte J.B.] als bijrijder. [92]
Het telefoonnummer [nummer] , in gebruik bij [medeverdachte J.B.] , straalt om 20.16 uur aan in [plaats] . Het telefoonnummer [nummer] in gebruik bij [medeverdachte J.J.] straalt om 20.22 en 20.39 uur aan in [plaats] . [93]
Omstreeks 20.25 uur op 20 januari 2020 meldt NHT dat hij ter plaatse is en geeft door: “Grijze vw e Tron”. Rond 20.34 uur geven pseudokopers [accountnaam] en [accountnaam] door aan NHT dat zij ook ter plekke zijn. Daarop vraagt NHT hen om een foto te sturen van de locatie. Pseudokoper [accountnaam] maakt twee foto’s en stuurt die via Telegram aan NHT [94] . Verdachte stuurt deze twee foto’s om 20.37 uur via WhatsApp door aan [medeverdachte J.B.] . [95]
Na enkele minuten parkeert een grijze VW T-ROC naast de auto van de pseudokopers. De bestuurder ( [medeverdachte J.J.] ) maakt contact. [medeverdachte J.B.] is de bijrijder. De pseudokopers zien dat [medeverdachte J.J.] op zijn mobiele telefoon een foto van de locatie heeft die [accountnaam] eerder had verstuurd aan NHT. [medeverdachte J.J.] geeft de telefoon aan [medeverdachte J.B.] . Op hun vraag wijst [medeverdachte J.J.] naar de achterbank, waar een lang voorwerp onder een deken ligt. Pseudokoper [accountnaam] ziet een voorwerp, gelijkend op een lange-afstandswapen. [medeverdachte J.J.] geeft aan dat hij een demper en scope kan regelen, maar ook ‘appels’. [medeverdachte J.B.] overhandigt het wapen aan pseudokoper [accountnaam] [96] en [medeverdachte J.J.] telt het door [accountnaam] betaalde geld. [97] Tijdens het tellen verschijnt op het display een inkomende oproep met de naam “ [verdachte ] ”. [medeverdachte J.B.] pakt zijn telefoon, reageert met “ja” en hangt weer op. [medeverdachte J.J.] vertelt dat het contact via Telegram niet via hem, maar via zijn broer verloopt. [98]
Om 20.57 uur stuurt verdachte via WhatsApp aan [medeverdachte J.B.] : “App me als je op terugweg bent”. [medeverdachte J.B.] reageert om 20.58 uur met: “Ben op terugweg”. [99]
De telefoonnummers van [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte J.B.] stralen om 21.05 uur weer aan in [plaats] . Omstreeks 21.08 uur ontvangt verdachte blijkens camerabeelden [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte J.B.] weer in de [plaats] . [100]
Op de telefoon van verdachte is een foto aangetroffen van verscheurde bankbiljetten van 100 euro (nummers X06341496491, X06341496572 en X06341496707) en 50 euro (RC38977309289). Onder meer met deze vier bankbiljetten hebben de pseudokopers voor het vuurwapen betaald. [101] Twee van deze bankbiljetten (X06341496491 en X06341496707) zijn bij doorzoeking ook aangetroffen in de kluis van de [plaats] .
Het wapen blijkt bij onderzoek een geweer van het merk Steyr-Mannlicher , Elite, kaliber .308 Winchester inclusief magazijn. Dit is een vuurwapen van categorie III, dat Schengen-gesignaleerd is als een gestolen wapen. De munitie is van categorie III, namelijk 44 patronen Sellier & Bellot , full metal jacket, kaliber .308 Winchester . [102]
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachten om een vuurwapen en munitie van de categorie III te verhandelen en over te dragen in [plaats] op 20 januari 2020.
Het hof acht de verklaring van de verdachte, inhoudende dat [naam 2] hem heeft bedreigd en geïnstrueerd met betrekking tot de wapenhandel en de berichten van het account NHT, ongeloofwaardig. Er zijn geen aanwijzingen in het onderzoek dat ene [naam 2] aanwezig en/of betrokken zou zijn bij de tenlastegelegde wapenhandel. Nergens is gebleken dat de door verdachte genoemde [naam 2] een bestaand persoon is, laat staan dat deze [naam 2] verdachte instructies zou hebben gegeven. Dit terwijl verdachte en de medeverdachten zijn gevolgd en afgeluisterd door de politie en de door verdachte verstuurde en ontvangen berichten via Telegram en Whatsapp in het dossier staan. De verklaring van verdachte over [naam 2] legt het hof daarom terzijde.
Onderdeel [plaats]
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit - in de vorm van medeplegen - wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van dit feit bepleit als de verklaring van verdachte wordt gevolgd. De verdachte heeft verklaard dat het [naam 2] was die verantwoordelijk was voor deze wapenhandel. Hij is met [naam 2] en medeverdachte [medeverdachte M.K.] naar [plaats] gegaan om daar het wapen op te halen. [naam 2] is door [medeverdachte M.K.] en hem opgepikt bij de meubelboulevard in [plaats] . In [plaats] is [medeverdachte M.K.] in de auto blijven zitten en zijn [naam 2] en hij uitgestapt. [naam 2] heeft het wapen in ontvangst genomen. Hij voelde zich bedreigd door [naam 2] en is daarom meegegaan.
Oordeel van het hof
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt het hof het volgende af.
Vanaf 17 februari 2020 heeft verdachte via het Telegram-account [naam] (NHT) contact met het account ‘ [chatnaam 1] ’ (naar later blijkt: [betrokkene 12] ). [103] Vanaf
20 februari 2020 wordt tussen hen onderhandeld over een aankoop van een Uzi -machinepistool met demper en een TT33 -pistool voor een prijs van 4400 door verdachte. [104] Op 23 februari 2020 spreken zij via de chat af dat verdachte de wapens de volgende dag komt ophalen bij [betrokkene 12] op het adres [straat] in [plaats] . [105]
Uit de peilbakengegevens van de VW T-ROC (auto van [medeverdachte M.K.] ) blijkt dat deze auto op maandag 24 februari 2020 arriveert bij de woning van verdachte aan het [straat] in [plaats] . Vervolgens vertrekken [medeverdachte M.K.] en verdachte in de VW T-ROC richting [plaats] . [106]
Verdachte onderhoudt onderweg via Telegram contact met [betrokkene 12] over de route en de aankomsttijd. Om 16:03 uur stuurt hij een foto van de garage aan de [straat] te [plaats] aan [betrokkene 12] en vraagt of hij goed staat. [107]
Omdat er nog op iemand gewacht moet worden in verband met het geld, vertrekken [medeverdachte M.K.] en verdachte weer. ’s Avonds om 19:48 uur bericht verdachte aan [betrokkene 12] dat hij er over vijf minuten weer is. [betrokkene 12] instrueert verdachte de garage in te rijden. [108]
Blijkens de peilbakengegevens van de VW-T-ROC komen zij om 20:02 uur weer aan op de [straat] in [plaats] . [109]
De telefoonnummers die bij verdachte ( [nummer] ) en [medeverdachte M.K.] ( [nummer] ) in gebruik zijn volgen de hele route van het peilbaken in de VW T-ROC. [110]
[betrokkene 12] heeft bij de politie verklaard dat NHT bij hem een Uzi met een demper en een TT33 ( Tokarev ) heeft gekocht. Hij had met NHT afgesproken op 24 februari 2020 in de middag in de garage aan de [straat] in [plaats] . NHT was er ’s middags al, maar toen had hij nog maar de helft van het geld. ’s Avonds kwam NHT weer terug, samen met een donkere jongen. Zijn auto stond voor de garage. [betrokkene 12] is bij hen in de auto gestapt en in de auto heeft zowel de overdracht van het wapen als de afhandeling van het geld plaatsgevonden. [111]
De politie heeft de PGP-telefoon van [medeverdachte M.K.] ( [accountnaam] ) onderzocht en heeft daarin een aantal chats aangetroffen. Tussen 22 en 27 februari 2020 worden er een aantal chatberichten uitgewisseld over wapens tussen [medeverdachte M.K.] en een gebruiker met de naam “ [chatnaam 2] ”. Op 22 februari 2020 chat [medeverdachte M.K.] aan [chatnaam 2] : “Na weekend komen onze wapens bro ok” en “Maar gped zodra na weekend er is stuur ik [naam] jou kant met wapen ok”.
Op 24 februari 2020 tussen 23 :39 en 23 :42 uur zegt [medeverdachte M.K.] in de chat tegen “ [chatnaam 2] ”: “We hebben vandaag uzi met demper gehaald (…) Echt mooi ding.”. [112]
Door de politie is gerelateerd dat de TT33 een halfautomatisch pistool is. [113]
Een Uzi -machinepistool is een automatisch vuurwapen.
Een automatisch vuurwapen is een vuurwapen van de categorie II onder 2 en een halfautomatisch vuurwapen is een vuurwapen van de categorie III onder 1.
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met medeverdachten om een vuurwapen en munitie van de categorie III te verhandelen en over te dragen in de periode van 17 tot en met 24 februari 2020.
Het hof acht de verklaring van verdachte, inhoudende dat [naam 2] degene was die verantwoordelijk was voor deze wapenhandel, ongeloofwaardig. Er is geen enkele aanwijzing dat er iemand anders dan verdachte, [medeverdachte M.K.] en [betrokkene 12] aanwezig waren bij de wapenoverdracht. Ook is er in de peilbakengegevens van de betrokken VW T-ROC geen steun te vinden voor de stelling dat er een stop is gemaakt bij de meubelboulevard in [plaats] ( [naam 2] zou daar zijn opgepikt volgens verdachte). De verklaring van verdachte over [naam 2] legt het hof daarom terzijde.
Onderdeel Pseudokoop 2
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit - in de vorm van medeplegen - wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van dit feit bepleit als de verklaring van verdachte wordt gevolgd. De verdachte heeft, net zoals met betrekking tot het onderdeel Pseudokoop 1, verklaard dat niet hij maar [naam 2] verantwoordelijk was voor deze wapenhandel met de pseudokopers. Via Sky kreeg hij instructies welke berichten hij moest sturen. Hij heeft de berichten over de wapenhandel onder dreiging van [naam 2] verstuurd.
Oordeel van het hof
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt het hof het volgende af.
Via Telegram krijgt de politie-pseudokoper met codenaam [accountnaam] (gebruikersnaam: [naam] ) contact met verdachte (NHT). [114] Verdachte chat op 28 januari 2020 met [accountnaam] en meldt dat hij vijf leveranciers heeft. Van twee leveranciers zijn er volle auto’s op weg. De buizen komen van een andere leverancier. Er komen auto’s binnen met korte en lange. [115] Verdachte weet nooit van tevoren wat er precies in zit. [116]
Op vrijdag 21 februari 2020 chat verdachte met [accountnaam] en meldt dat zij dinsdag misschien al dingen kunnen regelen. [117] Op maandag 24 februari 2020 vraagt verdachte via de chat aan [accountnaam] wat hij nodig heeft, zodat hij dat apart kan leggen. [118] Verdachte geeft aan dat hij een buis, een AK en een HK 180 schots met demper voor [accountnaam] heeft. [119] Verdachte geeft aan [accountnaam] aan dat hij een foto zal sturen van de HK 180 shots. [120] Deze foto stuurt hij ook aan [accountnaam] . [121]
[medeverdachte M.K.] chat op maandag 24 februari 2020 tussen 23 :21 en 23 :33 uur aan [chatnaam 2] dat hij donderdag zijn CZ krijgt, dat woensdag de eerste lading binnenkomt en de volgende week de tweede lading, maar dat hij [chatnaam 2] alvast de CZ geeft. [122]
Op 24 februari 2020 om 23 :29 uur stuurt [medeverdachte M.K.] een foto naar [chatnaam 2] . [medeverdachte M.K.] bericht vervolgens aan [chatnaam 2] : “Deze krijgen we ook. (…) Bro gaan 180 kogels in eem trommel”. [123]
Op 24 februari 2020 tussen 23 :34 en 23 :36 uur bericht [medeverdachte M.K.] aan [chatnaam 2] : “Ga morgem bij een oude molukse man een buis kopen voor 2 kop. Raketwerper. Hij had geld nodig. (….) Mijn maat gaat mee. (…) Die wapenkenner. Nee gewoon een echte buis. Die Russische. Die hadden wij toen ook. Die bood ik je ook aam destijds. (..) Ik verkoop die buis meteen door voor 3800”. [124]
Pseudokoper [accountnaam] relateert dat binnen het criminele circuit een ‘buis’ bekend staat als een raketwerper. [125]
Op 24, 25 en 26 februari 2020 onderhandelen verdachte en [accountnaam] via Telegram over de verkoop door verdachte aan [accountnaam] van een buis, een AK en een 180-shots HK nieuw model met ssd demper. Afgesproken wordt dat verdachte deze zal leveren voor
€ 9.000,00. Verdachte bericht op woensdag 26 februari 2020 dat de wapens de komende nacht door een maat worden opgehaald. [126]
Op 27 februari 2020 om 09.34 uur spreken verdachte en [accountnaam] die avond af om 21.00 uur op dezelfde plek als de vorige keer. [127] De vorige keer (pseudokoop 1) was op 20 januari 2020 op het parkeerterrein van [plaats] gevestigd aan de [straat] te [plaats] . [128]
De camera bij de woning van verdachte aan het [straat] te [plaats] registreert dat de auto van [medeverdachte M.K.] (VW-T-ROC) op 27 februari 2020 tussen 09.38 en 09.40 uur naast de woning van verdachte staat. [129]
[medeverdachte M.K.] chat om 10.48 uur aan [chatnaam 2] dat de wapens vannacht zijn opgehaald door “die yoegoe van ons”, dat hij straks doorgeeft hoe laat de CZ gehaald kan worden en dat hij die CZ voor hem apart heeft gelegd. [130]
Om 14.00 uur komt [medeverdachte M.K.] aan bij de [plaats] aan de [straat] te [plaats] . [131] Getuige [betrokkene 15] heeft verklaard dat hij eigenaar is van deze [plaats] , maar de winkel per 1 januari 2020 heeft verhuurd aan verdachte. [132] [medeverdachte M.K.] runt samen met verdachte deze [plaats] . Medeverdachte [medeverdachte J.B.] is de bedrijfsleider van de [plaats] . [133]
Om 15:32 uur heeft [medeverdachte M.K.] in de [plaats] een gesprek met [medeverdachte J.J.] . Dit gesprek is door de politie opgenomen. [medeverdachte M.K.] hoort van [medeverdachte J.J.] dat de afspraak die avond bij [plaats] is. [medeverdachte M.K.] wordt boos omdat er bij [plaats] is afgesproken omdat daar sprake is van kentekenregistratie. [134]
Het peilbaken van de auto van [medeverdachte M.K.] geeft aan dat [medeverdachte M.K.] om 17.45 uur van de [plaats] vertrekt en via [plaats] naar zijn woning in [plaats] rijdt en daar om 20:20 uur aankomt. [135]
Om 18:26 uur heeft [medeverdachte M.K.] Whatsappcontact met verdachte. Hij appt verdachte: “Aub geen [plaats] ”. Verdachte antwoordt dat dit al is afgesproken. [136]
Uit de camerabeelden bij de [plaats] in [plaats] blijkt dat op 27 februari 2020 omstreeks 19:09 uur [medeverdachte J.B.] in zijn auto aan komt rijden met verdachte als passagier. Beiden gaan de [plaats] binnen. [137]
Op de iPhone van verdachte zijn foto’s aangetroffen van 27 februari 2020 tussen 19:16 en 19:18 uur. Het betreffen detailopnames van twee machinegeweren en twee pistolen. [138]
Om 19. 23 uur is er een gesprek hoorbaar in de [plaats] tussen [medeverdachte J.J.] en verdachte. In de geluidsopnames daarvan zijn geluiden van handelingen met een wapen hoorbaar en wordt door verdachte gezegd dat ze er zo meteen negenduizend voor betalen. [139]
Om 19.29 uur stuurt verdachte het volgende bericht aan pseudokoper [accountnaam] : “Men maat komt weer, ben er zelf niet”. [140]
[medeverdachte M.K.] stuurt om 20:40 uur een foto naar [chatnaam 2] en chat aan hem: “Ppsst… jou wapen”. [chatnaam 2] vraagt [medeverdachte M.K.] waar het gehaald moet worden en dat hij dan morgen iemand stuurt. [medeverdachte M.K.] antwoordt dat het in [plaats] gehaald kan worden. [141]
Het peilbaken geeft aan dat [medeverdachte M.K.] om 20.47 uur in zijn auto wegrijdt uit [plaats] en op 20:58 uur aankomt in [plaats] en daar stil staat op de [plaats] . [142] Het observatieteam ter plaatse neemt de auto van [medeverdachte M.K.] daar waar, herkent [medeverdachte M.K.] en ziet dat hij alleen in de auto zit. [143]
Het observatieteam van de politie neemt waar dat op 27 februari 2020 omstreeks 20.34 uur [medeverdachte G.S.] en [medeverdachte J.J.] de [plaats] in [plaats] uitlopen. [medeverdachte J.J.] heeft een langwerpige tas in zijn hand. Zij lopen naar de personenauto BMW met kenteken [kentekennummer] . Er wordt iets op de achterbank gelegd. Zij rijden samen in de BMW weg. [medeverdachte J.J.] bestuurt de BMW.
Om 21:00 uur parkeert [medeverdachte J.J.] de BMW aan de [plaats] te [plaats] . [medeverdachte J.J.] stapt uit en loopt naar de VW-T-ROC van [medeverdachte M.K.] , die daar al stond. [medeverdachte J.J.] stapt bij [medeverdachte M.K.] in de VW-T-ROC en ze rijden weg. De VW-T-ROC stopt om 21.05 uur op de parkeerplaats van [plaats] aan de [straat] te [plaats] . [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte M.K.] maken daar contact met de inzittenden van een blauwe personenauto (de pseudokopers) en vertrekken weer.
Zij gaan terug naar de [plaats] in [plaats] . Daar stapt [medeverdachte J.J.] uit de VW-T-ROC en stapt weer in de BMW. Beide auto’s rijden weg.
De BMW rijdt vervolgens naar de parkeerplaats van [plaats] aan de [straat] te [plaats] en stopt daar. De VW-T-ROC staat dan geparkeerd aan de [straat] ter hoogte van perceel 7-1. [144]
Pseudokopers [accountnaam] en [accountnaam] relateren dat zij op 27 februari 2020 omstreeks 20:58 uur op de parkeerplaats van [plaats] aan de [straat] te [plaats] zijn. [accountnaam] heeft via Telegram aan de kopers door dat zij er zijn. Omstreeks 21:04 uur zien zij de VW-T-ROC aankomen en naast hen parkeren. Ze herkennen de bijrijder als [medeverdachte J.J.] . Ze herkenden hem van de vorige pseudokoop op 20 januari 2020.
Op aangeven van de bestuurder van de VW-T-ROC ( [medeverdachte M.K.] ) stappen zij in de VW-T-ROC. [accountnaam] vraagt dan aan [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte M.K.] of de spullen achterin de auto liggen. [medeverdachte M.K.] antwoordt hierop dat de spullen op een andere parkeerplaats liggen en dat de locatie [plaats] niet goed is vanwege camera’s en politie. [medeverdachte M.K.] zegt dat de buis in [plaats] ligt.
[accountnaam] en [accountnaam] geven dan aan niet naar een andere locatie te willen gaan en dat [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte M.K.] die dingen moeten gaan halen. [accountnaam] en [accountnaam] zien [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte M.K.] dan vertrekken in de VW-T-ROC.
Enkele minuten later komt [medeverdachte J.J.] terug. Hij rijdt dan in de BMW. Op de bijrijdersstoel zien [accountnaam] en [accountnaam] een persoon met de capuchon over het hoofd ( [medeverdachte G.S.] ). [medeverdachte J.J.] stapt uit, wijst dan naar twee donkere zakken op de grond achter de bijrijdersstoel en zegt: “het ligt daar”. [medeverdachte J.J.] maakt vervolgens de zakken open. [medeverdachte J.J.] haalt dan een langwerpig apparaat, gelijkend op een automatisch vuurwapen merk AK-47 , uit een zak. Op het moment dat [medeverdachte J.J.] de andere zak pakt, vindt aanhouding door de politie plaats. [145] Ook [medeverdachte M.K.] wordt aangehouden. [146]
In de BMW waarin [medeverdachte J.J.] reed worden door de politie de volgende wapens aangetroffen:
  • een machinepistool merk Gorenje , type MGV-176 , kaliber .22 LR , voorzien van een geluiddemper en een 161-shots patroonmagazijn (trommelmagazijn);
  • een aanvalsgeweer merk Norinco , type 56-1 , kaliber 7,62x39 , voorzien van een 30-shots patroonmagazijn;
  • een knalpatroon merk Geco , kaliber 9 mm , PA Blanc ;
  • een huls merk Igman , kaliber 9x19 mm ;
De woning van [medeverdachte M.K.] in [plaats] wordt door de politie doorzocht op 27 februari 2020. Daar wordt in een slaapkamer in een doos met kleding een pistool CZ99 , 9mm para met magazijn en munitie aangetroffen. [148] Na onderzoek blijkt dit een vuurwapen van de categorie III te zijn. [149]
Op het patroonmagazijn van het pistool CZ99 is een DNA-mengprofiel aangetroffen, gelabeld [nummer] , van minimaal vier personen, waaronder [medeverdachte J.J.] , [medeverdachte M.K.] en minimaal twee onbekenden. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte J.J.] en drie willekeurige onbekenden, is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van vier willekeurige onbekenden. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte M.K.] en drie willekeurige onbekenden, is meer dan 280 duizend keer waarschijnlijker dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van vier willekeurige onbekenden.
Op ruwe delen van het pistool CZ99 is een DNA-mengprofiel aangetroffen, gelabeld [nummer] , van minimaal drie personen, waaronder verdachte, [medeverdachte M.K.] en minimaal één onbekende. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van verdachte en twee willekeurige onbekenden, is meer dan 10 miljoen keer waarschijnlijker dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van drie willekeurige onbekenden. De kans dat dit mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte M.K.] en twee willekeurige onbekenden, is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dan de kans dat dit mengprofiel DNA bevat van drie willekeurige onbekenden. [150]
Op grond van het voorgaande oordeelt het hof dat met betrekking tot het onderdeel Pseudokoop 2 sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachten. Daarmee acht het hof het tenlastegelegde medeplegen met betrekking tot dit onderdeel van feit 3 en van feit 5 wettig en overtuigend bewezen.
Zoals hiervoor bij andere onderdelen al is overwogen, acht het hof de verklaring van de verdachte inhoudende dat [naam 2] degene was die verantwoordelijk was voor de wapenhandel, ongeloofwaardig. De verklaring van verdachte over [naam 2] legt het hof daarom terzijde.
Onderdeel Opel Combo
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van dit feit bepleit als de verklaring van verdachte wordt gevolgd. De verdachte heeft verklaard dat de wapens in de Opel Combo niet van hem waren.
Oordeel van het hof
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt het hof het volgende af.
Op 28 februari 2020 (de dag na de pseudokoop 2) is door de politie voor de [plaats] van verdachte en [medeverdachte M.K.] in [plaats] een Opel Combo ( [kentekennummer] ) in beslag genomen. [151] In een zwarte sporttas in de laadruimte van de Opel Combo zijn aangetroffen: [152] 1) een pistool met magazijn (vuurwapen categorie III, 7,62 mm Tokarev ). [153] 2) een pistool met magazijn (vuurwapen categorie III, Zoraki 917-T, .380 ACP ). [154] 3) een kogelgeweer met magazijn (vuurwapen categorie II, aanvalsgeweer, Zastava M70 -AB2 , 7,62 mm , 30 shots). [155] 4) een kogelgeweer met magazijn met 4 patronen (vuurwapen categorie II, aanvalsgeweer, Zastava M70 -AB2 , 7,62 mm , met magazijn van categorie II, geschikt voor aanvalsgeweren van Zastava , en vier kogelpatronen van categorie III). [156]
Op het onder 1 genoemde wapen (pistool Tokarev ) is DNA aangetroffen van minimaal
twee personen, waaronder DNA van [medeverdachte J.J.] . Voor DNA-mengprofiel [nummer] (aangetroffen op de greep, trekker en ruwe delen van het wapen) geldt dat het meer dan
1. miljard keer waarschijnlijker is dat het mengprofiel DNA bevat van [medeverdachte J.J.] en een willekeurige onbekende dan dat het mengprofiel bevat van twee willekeurige onbekenden. [157]
Het onder 3 genoemde kogelgeweer ( Zastava M70 met magazijn) is vergeleken met de op 27 februari 2020 om 19.17 uur gemaakte foto in de [plaats] in [plaats] , aangetroffen op de iPhone X van verdachte. [158] Verbalisant [verbalisant 1] concludeert op basis van meerdere unieke kenmerken dat het gaat om hetzelfde wapen. [159]
Het hof is van oordeel dat op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de wapens en munitie die aangetroffen zijn in de Opel Combo voorhanden heeft gehad en acht daarmee het onderdeel ‘Opel Combo’ van feit 5 wettig en overtuigend bewezen.
Onderdeel [straat]
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van dit feit bepleit als de verklaring van verdachte wordt gevolgd. De verdachte heeft verklaard dat de wapens toebehoren aan [medeverdachte A.G.] , die enige weken voor zijn dood bij verdachte thuis ernstig in de war was. [medeverdachte A.G.] had spullen in een tasje dat kapot ging. Verdachte heeft [medeverdachte A.G.] toen geholpen die spullen in een zakje en vuilniszak te doen. Daar waren ook drie pistolen en munitie bij. [medeverdachte A.G.] moet die wapens daarna bij verdachte thuis hebben verstopt.
Oordeel van het hof
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt het hof het volgende af.
Op 27 februari 2020 is de woning van verdachte aan het [straat] te [plaats] doorzocht. Uit het proces-verbaal van binnentreden in woning [160] met bijgevoegd overzicht van goederen [161] , de kennisgevingen van inbeslagneming van wapens en munitie [162] , het proces-verbaal van forensisch onderzoek woning [163] , het proces-verbaal van onderzoek wapens [164] met foto’s, en de processen-verbaal van vooronderzoek laboratorium [165] , in onderlinge samenhang bezien, volgt dat de volgende wapens zijn gevonden:
- achter een houten wandoverkapping een semi-automatisch
pistool Zastava M57, kaliber 7,62 , goednummer 1244537, spooridentificatienummer (verder: SIN) [nummer] .
Dit wapen is doorgeladen aangetroffen met een geplaatst magazijn met zeven kogelpatronen (SIN [nummer] ). De hamer was gespannen, dus het wapen was voor direct gebruik gereed.
Bij onderzoek blijkt dit een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 WWM.
Bij onderzoek van het wapen blijkt dat spoor SIN [nummer] (later aangeduid als spoor SIN [nummer] ) een DNA-profiel bevat dat afkomstig kan zijn van [medeverdachte J.J.] , verdachte en een onbekende. De onderzoekshypothese dat dit DNA van [medeverdachte J.J.] en verdachte is, is meer dan één miljard keer waarschijnlijker dan de hypothese dat dit DNA niet van hen is [166] . Ook de patroonhouder met zeven patronen met goednummer 1244538 is onderzocht; het DNA-spoor SIN [nummer] , later aangeduid als SIN [nummer] , matcht met het DNA-profiel van verdachte. De kans dat dit DNA toebehoort aan een willekeurige onbekende is kleiner dan één op één miljard. [167]
- een
zelfbouw pistoolin een vuilniszak, enkelschots, kaliber .22 , met goednummer 1244548, SIN [nummer] .
Het pistool functioneert goed en blijkt bij onderzoek een vuurwapen te zijn in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 WWM. Bij onderzoek blijkt dat spoor SIN [nummer] , later aangeduid als SIN [nummer] , een mengprofiel DNA bevat dat afkomstig kan zijn van minimaal twee personen. Het mengprofiel kan passen bij [medeverdachte J.J.] en verdachte. De onderzoekshypothese dat het DNA toebehoort aan verdachte is circa zeshonderdmiljoen keer waarschijnlijker dan de hypothese dat het niet zijn DNA is. De onderzoekshypothese dat het DNA toebehoort aan [medeverdachte J.J.] is meer dan één miljard keer waarschijnlijker dan de hypothese dat niet zijn DNA is. [168]
-achter het hout een lege
patroonhoudervoor een pistool Tokarev TT33 , kaliber 7,62 , met goednummer 1244557 en SIN ANO4541NL.
Bij onderzoek blijkt dit een wezenlijk onderdeel van een vuurwapen, in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 WWM;
- uit een grijze kast in de schuur een
gaspistool Rohm RG3, kaliber 6mm flobert , met wapennummer RM161612399, goednummer 1244560, SIN [nummer] .
Bij onderzoek blijkt dit een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 categorie III onder 1 WWM.
Het DNA-spoor SIN [nummer] , later aangeduid als SIN [nummer] , matcht met het DNA-profiel van verdachte. De kans dat het DNA toebehoort aan een willekeurige onbekende is kleiner dan één op één miljard. [169]
- munitie uit doosjes met goednummer 1244561, SIN [nummer] , te weten
217 kogel- en knalpatronenvan diverse merken en kalibers, en 50 knalpatronen, en 1 huls van een kogelpatroon. Dit blijkt bij onderzoek munitie te zijn in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III WWM.
Voor een bewezenverklaring van het voorhanden hebben van deze wapens en munitie gelden - zoals genoemd - de eisen van aanwezigheid van de wapens en munitie, bewustheid van verdachte en een zekere beschikkingsmacht. De aanwezigheid van wapens en munitie staat vast. Deze wapens en munitie bevonden zich in en rond de woning van verdachte, binnen zijn onmiddellijke bereik, terwijl verdachte een rol had in een groep die zich ook vanuit die woning bezighield met wapens. Verdachte had dus de nodige beschikkingsmacht. Dat verdachte zich van de aanwezigheid van de wapens en munitie bewust was, volgt daaruit dat op die wapens en magazijnen de DNA-profielen van hem en [medeverdachte J.J.] meermalen zijn aangetoond c.q. hoogstwaarschijnlijk aanwezig zijn geacht. Het voorhanden hebben van de wapens is ook in lijn met de hiervoor bewezenverklaarde feiten en met het aantreffen van het kleine arsenaal handwapens.
Het verweer van verdachte dat deze wapens en munitie aan [medeverdachte A.G.] toebehoren, wordt door het hof als onaannemelijk gepasseerd, nu het verstoppen van wapens door [medeverdachte A.G.] geen steun vindt in het dossier.
Het hof is van oordeel dat op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de wapens en munitie die aangetroffen zijn in en bij zijn woning aan het [straat] , voorhanden heeft gehad en acht daarmee het onderdeel ‘ [straat] ’ van feit 5 wettig en overtuigend bewezen.
“in de uitoefening van een bedrijf” (feit 3)
Artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (WWM) (het artikel waarop het onder 3 tenlastegelegde is toegespitst) luidt, voor zover in deze zaak van belang:
“Het is verboden zonder erkenning een wapen of munitie [...] in de uitoefening van een bedrijf uit te wisselen, te verhuren, of anderszins ter beschikking te stellen, te herstellen, te beproeven of te verhandelen.”
Uit het arrest van de Hoge Raad van 27 oktober 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1693) blijkt dat ook natuurlijke personen van wie de activiteiten (mede) bestaan uit professionele en/of commerciële wapenhandel, binnen de reikwijdte van het verbod van artikel 9, eerste lid, WWM vallen.
De hierboven weergegeven handelingen van verdachte en zijn medeverdachten (onderdelen [betrokkene 7] , [plaats] , Pseudokoop 1, [plaats] en Pseudokoop 2) getuigen van het zonder erkenning gezamenlijk commercieel handelen in wapens. Het door verdachte gezegde: “wij rijden 24 uur per dag”, illustreert dit ook. Het hof acht derhalve het verhandelen van wapens in de uitoefening van een bedrijf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, WWM wettig en overtuigend bewezen.
“een beroep of gewoonte maken” (feiten 3 en 4)
Artikel 55, vierde lid, WWM luidt, voor zover in deze zaak van belang:
“Met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft: hij die handelt in strijd met de artikelen 9, eerste lid, […] of artikel 31, eerste lid, en van het in strijd met de wet vervaardigen, transformeren, uitwisselen, verhuren of anderszins ter beschikking stellen, herstellen, beproeven of verhandelen van wapens of munitie een beroep of een gewoonte maakt.”
Het hof ziet zich hier met betrekking tot feit 3 voor de vraag gesteld hoe het “in de uitoefening van een bedrijf verhandelen van wapens” als omschreven in artikel 9, eerste lid, WWM, zich verhoudt tot de strafverzwarende omstandigheid om van dit bedrijfsmatige strafbare verhandelen “een beroep of gewoonte te maken” als omschreven in artikel 55, vierde lid, WWM. Deze strafverzwarende omstandigheid levert in casu een verdubbeling van het strafmaximum op. De wetgever heeft daarmee een groot verschil gemaakt tussen “verhandelen van wapens in de uitoefening van een bedrijf” (m.b.t. vuurwapens categorie II maximaal 4 jaar gevangenisstraf) en “verhandelen van wapens in de uitoefening van een bedrijf èn hiervan een beroep of gewoonte maken” (maximaal 8 jaar gevangenisstraf).
De wetsgeschiedenis geeft geen invulling aan het begrip “beroep of gewoonte maken” in het kader van artikel 55, vierde lid, WWM.
In het arrest van de Hoge Raad van 3 juli 2007 (ECLI:NL:HR:2007:BA5040) is voor de uitleg van het begrip ‘een beroep maken van’ als bedoeld in artikel 55, vierde lid, WWM aansluiting gezocht bij de Memorie van Toelichting die heeft geleid tot artikel 137c, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Hieruit volgt dat het bij ‘beroep’ gaat om “
de wil om eenzelfde feit stelselmatig uit winstbejag of om in het onderhoud te voorzien, te begaan. Daarvoor kan één daad voldoende zijn, mits deze wijst op het vaste voornemen hetzelfde feit nogmaals te begaan met het oog op financieel gewin”.
Op grond van de bewijsmiddelen is komen vast te staan dat verdachte in een periode van bijna een jaar vijfmaal als medepleger betrokken was bij bedrijfsmatige wapenhandel zonder vergunning (onderdelen [betrokkene 7] , [plaats] , Pseudokoop 1, [plaats] en Pseudokoop 2). Het hof is van oordeel dat dit handelen van de verdachte getuigt van stelselmatigheid en een vast voornemen om samen met zijn medeverdachten wapens te blijven verhandelen uit winstbejag.
Het hof is daarom met betrekking tot feit 3 van oordeel dat het handelen van de verdachte gekwalificeerd kan worden als een beroep of gewoonte maken van het bedrijfsmatig verhandelen van wapens als bedoeld in artikel 55, vierde lid, WWM.
Ten aanzien van feit 4 is naar het oordeel van het hof sprake van het beroep of gewoonte maken van het ter beschikking stellen van wapens als bedoeld in artikel 55, vierde lid, WWM.
Conclusie
Het hof is derhalve van oordeel dat het onder 3 en 4 tenlastegelegde, met de strafverzwarende omstandigheid van ‘beroep of gewoonte maken’, wettig en overtuigend bewezen is.
Het onder 5 tenlastegelegde acht het hof wettig en overtuigend bewezen.

Feit 6 – mishandeling en bedreiging van [aangever 1]

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte veroordeeld wordt voor het eenmaal slaan en eenmaal bedreigen met de dood van aangever [aangever 1] en dat verdachte van het meer tenlastegelegde wordt vrijgesproken.
Oordeel van het hof
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt het hof het volgende af.
[aangever 1] doet op 20 augustus 2018 aangifte bij de politie en verklaart dan dat het volgende is gebeurd:
Hij, [aangever 1] , wonende [straat] te [plaats] , is op 20 augustus 2018 in zijn woning. Omstreeks 17.15 uur doet hij de deur open en ziet hij de hem bekende [verdachte ] en [medeverdachte J.J.] voor zijn deur staan. Hij krijgt van beide mannen direct vuistslagen op zijn hoofd en schoppen tegen het been. [verdachte ] loopt daarna naar de auto en komt daarna teruglopen met een vuurwapen in zijn hand. Tijdens het lopen laadt [verdachte ] het wapen door en roept meerdere keren: “ik maak je dood”. Daarna richt [verdachte ] het vuurwapen op [aangever 1] buik en zegt weer: “ik maak je dood”. [verdachte ] zegt ook nog dat [aangever 1] iets met die pas moet regelen. Daarmee doelt [verdachte ] op de tankpas die hij aan [aangever 1] te leen heeft gegeven. [170]
Een dag later legt [aangever 1] een nadere gedetailleerdere verklaring af. [aangever 1] zegt dat hij meteen bij het naar buiten stappen klappen kreeg van verdachte, namelijk twee vuistslagen in het gezicht. [medeverdachte J.J.] sloeg hem drie of vier keer met de vuist in het gezicht. Dit doet [aangever 1] pijn en boven het linker oog heeft hij een bult. De verbalisant ziet deze bult ook. [medeverdachte J.J.] trapte vervolgens tegen het linker scheenbeen van [aangever 1] . De verbalisant constateert een verwonding aan dat scheenbeen. [aangever 1] herhaalt dat verdachte een vuurwapen uit de auto pakte en dit tijdens het lopen doorlaadde. Verdachte stond daarbij voor hem en richt het wapen op zijn buik en roept meermalen: “Ik maak je dood”. [aangever 1] is erg bang. [171]
Getuige [getuige 1] verklaart bij de politie dat hij op 20 augustus 2018 omstreeks 17.15 uur, een fysieke interactie ziet als hij langs de woning van [aangever 1] rijdt. Hij ziet dat de hem bekende [verdachte ] en een andere man [aangever 1] slaan en schoppen. De mannen nemen een dreigende houding aan tegenover [aangever 1] . [aangever 1] is zeker zes keer geslagen en geschopt door beide mannen. [172]
[aangever 1] heeft een beveiligingscamera bij zijn woning actief. De daarmee gemaakte opnames zijn door [aangever 1] aan de politie gegeven. Verbalisant [verbalisant 2] neemt het volgende waar bij het bekijken van de camerabeelden die zijn gemaakt op 20 augustus 2018 omstreeks 17:15 uur:
Er staat een auto op de oprit van [aangever 1] geparkeerd. De man die [medeverdachte J.J.] wordt genoemd door [aangever 1] staat buiten en steekt een sigaret op. Verdachte lijkt iets uit de auto te pakken en loopt richting [aangever 1] voordeur. Daarna maakt [medeverdachte J.J.] een schoppende beweging richting de woning, wat klinkt alsof hij tegen de voordeur schopt. Daarna maakt [medeverdachte J.J.] een slaande beweging in diezelfde richting. Daarna zegt verdachte: “Luister, ik maak je dood”. [medeverdachte J.J.] wijst naar de camera en zegt: “Bel de politie en je gaat er aan”. [173]
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte en [medeverdachte J.J.] samen [aangever 1] hebben mishandeld en bedreigd met de dood en daarbij nauw en bewust hebben samengewerkt.
Het onder 6 tenlastegelegde medeplegen van mishandeling en bedreiging is naar het oordeel wettig en overtuigend bewezen.

Feit 7 - geweld [aangever 6]

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte van dit feit wordt vrijgesproken. Verdachte ontkent bij dit feit betrokken te zijn geweest. Het enige bewijs voor daderschap van verdachte is de verklaring van medeverdachte [medeverdachte L.Z.] . Het DNA-spoor op de bijl is geen daderspoor, omdat deze bijl in de auto van verdachte heeft gelegen en het logisch is dat er dan DNA van verdachte op is gekomen.
Verdachte heeft ter zitting van het hof verklaard dat hij ten tijde van het incident in [plaats] was en dat dat ook blijkt uit de gegevens van de taplijnen.
Oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte op 19 oktober 2018 een bijl door het raam van de woning van [aangever 6] heeft gegooid. Alleen [medeverdachte L.Z.] wijst naar verdachte als de dader. Deze verklaring vindt echter onvoldoende steun in de rest van het dossier.
Het hof spreekt verdachte daarom vrij van feit 7.

Feit 8 - oplichting [benadeelde partij] en [benadeelde partij] bank

onderdeel [benadeelde partij]
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van dit feit. Deze incassofraude is door de inzet van [medeverdachte L.Z.] en de op zijn naam staande rechtspersoon gepleegd. Alleen [medeverdachte L.Z.] wijst verdachte aan als intellectuele dader. Uit het dossier blijkt niet van uitvoeringshandelingen door de verdachte en ook niet van geldstromen naar de verdachte. De verklaring van [medeverdachte L.Z.] kan niet het enige doorslaggevende bewijs vormen voor strafbare betrokkenheid van verdachte bij dit feit, nu [medeverdachte L.Z.] alle reden heeft om zichzelf in de positie van slachtoffer te plaatsen.
Oordeel van het hof
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt het hof het volgende af.
Uit gegevens van de Kamer van Koophandel (verder: KvK) blijkt dat [medeverdachte L.Z.] een eenmanszaak is op naam van medeverdachte [medeverdachte L.Z.] . Het bedrijf is in de ten laste gelegde periode ingeschreven op het officiële adres van verdachte en [medeverdachte L.Z.] aan de [straat] te [plaats] [174] De contactgegevens zijn: [nummer] en [e-mail adres] . [175]
Voor de inschrijving in het Handelsregister is € 65,00 betaald van rekening [nummer] op naam van [medeverdachte L.Z.] . Op 3 juli 2018 is van de bankrekening van verdachte € 75,00 gestort op de bankrekening van [medeverdachte L.Z.] . [176] Het bedrijf is geregistreerd op 4 juli 2018 en opgericht op 6 juli 2018.
[aangever 3] heeft op 5 november 2018 en 15 mei 2019 namens [benadeelde partij] aangifte [177] gedaan van oplichting, valsheid in geschrift en/of gekwalificeerde diefstal. [medeverdachte L.Z.] heeft op 27 juli 2018 een zakelijke rekening geopend met nummer [nummer] [178] . Op 28 augustus 2018 heeft [medeverdachte L.Z.] bij de [benadeelde partij] een incassocontract afgesloten [179] . In september 2018 is door middel van valse incassobatches
€ 88.012,95 geïncasseerd van 20 rekeninghouders [180] . Daarna zijn van de rekening van [medeverdachte L.Z.] contante geldopnames gedaan en bitcoins aangekocht. Doordat de meeste geïncasseerde bedragen zijn teruggeboekt, is op rekening van [medeverdachte L.Z.] een ongeoorloofde debetstand ontstaan van € 48.248,96 [181] . [medeverdachte L.Z.] is aangeschreven om dit aan te zuiveren, maar hij bleek onvindbaar.
Uit beveiligingsbeelden van geldautomaten blijkt dat [medeverdachte L.Z.] en medeverdachte [medeverdachte R.G.] € 10.800,00 (bestaande uit acht contante opnames (€ 70,00 en € 2.000,00 en
€ 1.500,00 en € 980,00 en € 2.000,00 en € 1.250,00 en € 2.000,00 en € 1.000,00) contant hebben opgenomen van de bankrekening van [medeverdachte L.Z.] [182] .
Uit de rekeningafschriften blijkt verder dat: [183]
- voor € 31.400,00 (bestaande uit 6 bitcoinaankopen: € 2.500,00 en € 3.400,00 en € 4.000,00 en € 10.000,00 en € 4.500,00 en € 7.000,00) aan bitcoins is gekocht bij [bedrijf ] ;
- PayPal is opgewaardeerd met € 188,00;
- op 21 september 2018 € 5.000,00 is overgeboekt naar [nummer] [184] ten name van [naam] , en € 50,00 is overgeboekt naar [nummer] ten name van
[naam 3] .
[medeverdachte L.Z.] heeft verklaard dat hij verdachte in juni 2018 leerde kennen. Verdachte vertelde hem dat hij een bedrijf op naam kon zetten. Dit heeft [medeverdachte L.Z.] gedaan onder de naam [medeverdachte L.Z.] . Voorafgaand aan de inschrijving bij de KvK werd hij gedrild door verdachte over wat hij moest zeggen. Vooraf kreeg hij geld van verdachte voor die inschrijving. Verdachte had bedacht om incasso’s te sturen naar bedrijven. [medeverdachte L.Z.] heeft toen de [benadeelde partij] gebeld voor een incasso-overeenkomst. Verdachte instrueerde hem over het geschatte jaarinkomen van het bedrijf, te weten € 240.000,00. [medeverdachte L.Z.] heeft de incasso-overeenkomst ondertekend en vervolgens incasso’s verstuurd. Via Google heeft hij gezocht naar bedrijven en hun IBAN-nummer. Hij heeft daarvoor gebruik gemaakt van een geprepareerde laptop van verdachte [185] . Het geld zou worden betaald en zou daarna worden opgenomen bij de bank. Als het bedrijf het er niet mee eens was, zou de bank dit geld aan het bedrijf terugbetalen. Zij spraken af dat het geld zou worden gedeeld. [medeverdachte L.Z.] heeft op die manier tussen de 20.000 en 30.000 euro gepind en afgedragen aan verdachte. [186]
Op 28 augustus 2019 omstreeks 14.30 uur is medeverdachte [medeverdachte M.M.] in [plaats] (Duitsland) gecontroleerd als bestuurder van zijn Audi A4. Vanuit die auto neemt de politie een schoudertas in beslag met onder meer een laptop (Acer), een telefoon (Alcatel) en diverse administratie en bankpassen. [187]
[medeverdachte L.Z.] heeft verklaard dat hij deze laptop moest gebruiken voor fraudedelicten. [188] Op de mobiele telefoon is onder ‘Passwords” aangetroffen: WIFI Account: [naam] . [189]
Op 28 augustus 2019 omstreeks 18.19 uur belt [medeverdachte M.M.] met [medeverdachte J.J.] . [190] Omstreeks 19.55 uur belt [medeverdachte M.M.] weer met [medeverdachte J.J.] . [191] Omstreeks 20.46 uur belt verdachte met [medeverdachte M.M.] . De strekking van hun gesprekken is dat de politie “dat” in beslag heeft genomen, dat die laptop terug moet komen, maar dat zij bij de politie niet kunnen gaan aantonen van wie die laptop is. [192]
Uit ovc-gesprekken in de [plaats] van verdachte op 19 februari 2020 blijkt dat verdachte aan [medeverdachte D.Z.] instructies geeft over het plegen van fraude. Verdachte stelt dat [medeverdachte D.Z.] vandaag moet doen alsof hij [naam] is en dat hij in [plaats] woont. [193] [medeverdachte D.Z.] krijgt vervolgens opdracht om in te loggen, waarbij verdachte zegt dat de code hetzelfde is. Voor [naam] hebben zij [bank] . [medeverdachte D.Z.] moet alle banken afgaan. Verdachte instrueert dat [medeverdachte D.Z.] zich moet voordoen als [betrokkene 14] van [naam] . [194] Verdachte legt uit welke telefoons gebruikt kunnen worden voor bellen, appen en mailen. Verdachte benadrukt dat zoveel mogelijk gebeld moet worden en “als dit goed gaat, dan kun je met die anderen meelopen en kun je veel geld verdienen. (…) Leer alles uit je hoofd, ik maak een briefje voor je van zijn geboortedatum, alles, en morgen overmorgen weet je dit. Niet kwijtraken en alles bij elkaar houden. Zit een pasje in, maar raak het niet kwijt. (…) Heb je weleens een ton verdiend in een jaar? (…) Dat ga ik je laten verdienen, maak geen grapje. Als je je best doet. Ik leg deze laptop op (…) Alleen jij en [verdachte ] mogen daar aan komen, verder mag niemand eraan zitten. Ja, [naam] ofzo." [195] Verdachte legt nog meer uit over contact opnemen met banken. Hij benadrukt dat [medeverdachte D.Z.] zich goed moet inlezen in Europese incassocontracten. Hij heeft liever dat het een week langer duurt, maar dat het goed gebeurt. [196] [betrokkene 14] is ook als verdachte gehoord. Hij heeft verklaard dat hij verdachte leerde kennen via [betrokkene 10] (zie onderdeel [plaats] 1 juni 2019). [betrokkene 14] heeft bekend dat hij het bedrijf [naam] heeft opgericht. De bankpas van BUNQ bank op naam van [naam] is aangetroffen in de [locatie] . [betrokkene 14] heeft de bankpas aan [medeverdachte J.J.] of verdachte afgegeven. [197]
In chatgesprekken met het Telegram-account [naam 4] (tussen 16 en 29 januari 2020) vertelt verdachte dat hij zakelijke passen heeft waarmee hij fraude laat doen en dat alles is gekoppeld aan Bitcoin-accounts. Op 25 januari 2020 stuurt verdachte een audiobericht: “Deze passen zijn nog helemaal schoon. Er is nog niks mee gedaan Die BV is ook nog schoon. Die BV ploft straks. Dat duurt een paar maand. In de tussentijd heb ik een paar passen over, ik gebruik zelf altijd maar 1 of 2 passen. Daarmee doe ik incassofraude. Die komen ook terug. Die andere passen zijn nog schoon. 100 procent schoon.” [198]
Ook in gesprekken tussen verdachte en het Telegram-account [nummer] (tussen 17 en
19 februari 2020) geeft verdachte aan dat hij passen heeft van verschillende banken op naam van verschillende bedrijven. Verdachte doet dit al lang en heeft tonnen op zijn “btc” [het hof begrijpt: Bitcoin account]. [199]
In het gesprek tussen verdachte en Telegram-account [nummer] (op 11 februari 2020) komt ook naar voren dat verdachte passen heeft van verschillende banken ( Rabo , ING , ABN en Bunq ). Zij spreken over ‘bonken' [200] ; dit is een term die gebezigd wordt voor het aanvragen van een bankpas op naam van iemand anders, of het gebruikmaken van de rekening van een katvanger, door daarop geld te laten storten door een onbekende en dit te laten afstaan.
Uit een afgeluisterd telefoongesprek blijkt dat verdachte op 19 februari 2019 tegen zijn partner [betrokkene 16] zegt dat hij nog niet naar binnen gaat. Als hij op de telex komt, vlucht hij. Normaal vlucht hij niet, maar het gaat om 160.000 à 170.000 euro; er staat zoveel geld op het spel. [201]
Het hof concludeert uit het voorgaande dat verdachte [medeverdachte L.Z.] heeft bewogen om een bedrijf op te richten. Vervolgens heeft hij instructies gegeven over de feitelijk te plegen fraude, waarbij een verdeling van de opbrengsten is voorgespiegeld. Hetgeen verdachte later bij [medeverdachte D.Z.] heeft gedaan en de genoemde gesprekken die verdachte later heeft, past geheel bij de aangifte van de [benadeelde partij] en de verklaringen van [medeverdachte L.Z.] over de incassofraude op initiatief en met instructies van verdachte.
Verdachte heeft zo nauw en bewust met anderen samengewerkt dat hij telkens als medepleger kan worden aangemerkt. Hij heeft op slinkse wijze anderen naar voren geschoven opdat hij zelf op papier niet traceerbaar zou zijn voor de benadeelde, in casu de [benadeelde partij] . Het hof acht het onderdeel oplichting van de [benadeelde partij] van feit 8 wettig en overtuigend bewezen.
onderdeel [benadeelde partij]
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van dit feit. Deze incassofraude is door de inzet van [medeverdachte L.Z.] , [medeverdachte R.H.] en de op naam van [medeverdachte R.H.] staande rechtspersoon gepleegd. Uit het dossier blijkt niet van uitvoeringshandelingen door de verdachte en ook niet van geldstromen naar de verdachte.
Oordeel van het hof
Uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting leidt het hof het volgende af.
[medeverdachte R.H.] is op 31 januari 2019 opgericht, op naam van [medeverdachte R.H.] .
[aangever 4] heeft op 24 april 2020 namens [benadeelde partij] aangifte gedaan van oplichting gepleegd op 23 oktober 2019 en 1 november 2019. Op of omstreeks 23 april 2019 heeft [medeverdachte R.H.] bij de [benadeelde partij] een zakelijke rekening geopend. Op 1 augustus 2019 is met [medeverdachte R.H.] gesproken over de mogelijkheden voor een incasso-overeenkomst. [medeverdachte R.H.] heeft gesteld dat de omzet in 2018 een bedrag van
€ 250.0000,00 bedroeg en de verwachting voor 2019 is circa € 300.000,00. Volgens [medeverdachte R.H.] was de verwachting van dertig klanten per maand, die gemiddeld tussen de 1.000 en 5.000 euro besteden. Op 26 augustus 2019 is een SEPA-overeenkomst ondertekend, waarna de incasso-overeenkomst tot stand is gekomen.
Op 23 oktober 2019 is een incassobatch met één incasso-opdracht aangeleverd van
€ 3.699,80. Diezelfde dag hebben twee geldopnames plaatsgevonden voor in totaal
€ 3.500,00. De incassobatch is afgekeurd, waardoor een debetstand op de rekening is ontstaan. Op 1 november 2019 is de paslimiet verhoogd van € 5.000,00 naar € 9.000,00.
Diezelfde dag is een incassobatch met vier incasso-opdrachten aangeleverd van in totaal
€ 11.907,63. Diezelfde dag hebben er zes geldopnames plaatsgevonden voor in totaal
€ 8.480,00. Ook deze incassobatch is geheel afgekeurd, waardoor opnieuw een debetstand is ontstaan.
Er was een ongeoorloofde debetstand, die niet werd aangezuiverd.
Uit de verklaringen van [medeverdachte R.H.] blijkt dat het bedrijf [medeverdachte R.H.] enkel zou worden gebruikt voor criminele doeleinden. Hij heeft [medeverdachte R.H.] op naam genomen en bij de [benadeelde partij] Bank een zakelijke rekening geopend.
Uit de afgeluisterde gesprekken blijkt dat [medeverdachte L.Z.] [medeverdachte R.H.] heeft geïnstrueerd over het plegen van incassofraude via [medeverdachte R.H.]
Uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen blijkt onvoldoende van betrokkenheid van verdachte bij deze oplichting van de [benadeelde partij] . Het hof acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte deze oplichting via [medeverdachte R.H.] Drankenhandel heeft medegepleegd en spreekt verdachte daarom van dit onderdeel vrij.

Feit 9 - mensenhandel [medeverdachte L.Z.]

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van dit feit. Niet bewezen kan worden dat er een verband is tussen de gestelde dwangmiddelen en de gedragingen van [medeverdachte L.Z.] .
Oordeel van het hof
Mensenhandel is strafbaar gesteld in artikel 273f Sr als misdrijf tegen de persoonlijke vrijheid. Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie volgt dat mensenhandel is gericht op uitbuiting. Voorop staat hierbij het belang van het individu om zijn of haar lichamelijke of geestelijke integriteit en vrijheid te behouden. De in artikel 273f Sr verboden gedragingen tasten de vrijwilligheid en de keuzevrijheid van het individu aan. Bij uitbuiting gaat het om moderne vormen van slavernij, waarbij moet worden gedacht aan het misbruiken van de afhankelijke positie van een persoon die redelijkerwijs geen andere keuze heeft. Als voorbeeld wordt genoemd slavernij, tewerkstelling onder dwang, een extreem lange werkweek tegen zeer lage betaling onder slechte werkomstandigheden, verplichte arbeid of diensten met inbegrip van bedelarij, dienstbaarheid en uitbuiting van strafbare activiteiten.
De vraag of sprake is van 'uitbuiting' is sterk verweven met de omstandigheden, waaronder de aard en duur van de tewerkstelling of de activiteit, de mate van onvrijwilligheid of onderwerping die de betrokkene ondervindt en het economisch voordeel dat de verdachte hiermee behaalt.
[medeverdachte L.Z.] heeft onder meer verklaard dat hij verdachte in juni 2018 leerde kennen toen hij dakloos was en veel onder invloed was. [202] Dit blijkt ook uit de politiesystemen; op 3 juli 2018 is [medeverdachte L.Z.] nog aangehouden voor het rijden onder invloed van cannabis. [medeverdachte L.Z.] staat vanaf 28 juni 2018 ingeschreven op het adres [straat] in [plaats] . Daar verbleven [medeverdachte J.J.] en verdachte ook. [203]
Uit het hiervoor bij feit 8 genoemde bewijs blijkt dat verdachte [medeverdachte L.Z.] heeft bewogen om een bedrijf op te richten. Vervolgens heeft hij instructies aan [medeverdachte L.Z.] gegeven over de feitelijk te plegen incassofraude via dit bedrijf, waarbij aan [medeverdachte L.Z.] een eerlijke verdeling van de opbrengsten is voorgespiegeld.
[medeverdachte L.Z.] heeft bij de politie verklaard dat hij al het geld heeft afgedragen aan verdachte en zo goed als niets van het geld heeft gekregen, alleen een beetje om wiet te halen. Hij woonde in die tijd nergens. Hij sliep in [plaats] en [plaats] , [plaats] en [plaats] , soms ook in de woning van verdachte aan het [straat] in [plaats] . Vanaf die plekken gingen zij elke dag eerst naar de woning van verdachte. Bij aankomst kreeg [medeverdachte L.Z.] direct opdrachten: poep scheppen, harken, afwassen, de was ophangen en op de laptop aan de slag. Anderen gingen vaak weg, maar [medeverdachte L.Z.] heeft daar 14 tot 16 uur per dag verbleven. [medeverdachte L.Z.] heeft ook opdracht gekregen om met [medeverdachte J.J.] mee te gaan in de auto om [medeverdachte J.J.] wakker te houden. Een weerwoord geven betekende volgens [medeverdachte L.Z.] klappen vangen. [medeverdachte L.Z.] maakte eens een nare opmerking naar zijn vriendin in het bijzijn van verdachte. Daarop sloeg verdachte hem.
Verdachte gaf [medeverdachte L.Z.] deadlines voor de dag. [medeverdachte L.Z.] kreeg klappen als hij niet aan de deadlines voldeed. Verdachte kleineerde hem ook door hem de hele tijd ezel en mongool te noemen. Verdachte heeft hem in zijn ribben gestompt en op zijn hand geslagen met een voorwerp dat lijkt op een ijzeren schoenlepel. [medeverdachte L.Z.] kreeg overal klappen. Verdachte heeft [medeverdachte L.Z.] vrijwel dagelijks geslagen. Verdachte heeft hem gecommandeerd. Ook hebben zowel verdachte als [medeverdachte J.J.] op [medeverdachte L.Z.] geschoten met een balletjespistool. Hij zat hierdoor onder de plekken. Op een dag dat verdachte en [medeverdachte J.J.] niet aanwezig waren zag hij kans om er vandoor te gaan en is hij naar [plaats] gefietst. [204]
[medeverdachte L.Z.] heeft aan verbalisanten littekens getoond op zijn been, romp en de rechter zijkant van zijn gezicht ter hoogte van de slaap. [medeverdachte L.Z.] heeft verklaard dat dit afdrukken van het airsoftwapen zijn waarmee hij door verdachte werd beschoten. [205]
Op 12 augustus 2019, nadat [medeverdachte L.Z.] is weggegaan, volgt het volgende (afgeluisterde) telefonische gesprek met verdachte:
Verdachte: “Waar ben je?”
[medeverdachte L.Z.] : “Hallo?”
Verdachte: Waar ben je?”
[medeverdachte L.Z.] : “ik euh…ik kan dit niet meer man”
Verdachte: “Waar ben je? (…) Ik vraag je één keer waar je bent (…)”
[medeverdachte L.Z.] : “(….) nee ik kan dit niet meer man het is constant dreigementen, ik leef in angst…ik kan het niet meer”
Verdachte: “Luister goed wat ik zeg (…) als je nu niet zegt waar je bent dan heb je een probleem, echt een probleem. (…) ik vraag je één keer…ik vraag het je één keer (…) stuur nu je locatie”.
[medeverdachte L.Z.] : “(…) gun mij…gun mij mijn leven gewoon terug…ik kan dit niet”
Verdachte: “Geloof mij…Geloof mij anders zoek ik HAAR op…ik vraag het je nog één keer”
Verdachte blijft herhalen dat [medeverdachte L.Z.] moet zeggen waar hij is.
[medeverdachte L.Z.] : “Kun je me niet gewoon laten gaan, ik kan dit niet meer (…) Ik ga geestelijk helemaal kapot, elke dag klappen, elke dag dreigementen.”
Verdachte: “Geen woord meer over deze telefoon, waar ben je?”
Verdachte blijft herhalen dat [medeverdachte L.Z.] moet zeggen waar hij is en niet verder over de telefoon moet praten. Verdachte zegt dat hij naar de moeder van [medeverdachte L.Z.] gaat. [206]
[medeverdachte L.Z.] heeft geen rijbewijs. [medeverdachte L.Z.] heeft echter kort na kennismaking met verdachte op 2 juli 2018 twee auto’s op naam gekregen en op 1 augustus 2018 nog een auto. [207] [medeverdachte L.Z.] heeft een onverzekerde Volvo V40 op zijn naam gehad. [208] Verdachte heeft een boete betaald voor deze onverzekerde auto. [209]
Getuige [getuige 2] (de vriendin van [medeverdachte L.Z.] ) heeft bij de politie en de rechter-commissaris verklaard dat [medeverdachte L.Z.] nooit geld had. [medeverdachte L.Z.] verbleef tot mei 2018 in [plaats] , maar zij gingen vaak naar [plaats] . Verdachte was de baas. [medeverdachte L.Z.] moest veel achter de laptop zitten, maar zij mocht niet weten wat hij deed. [medeverdachte L.Z.] heeft ook met [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] in [plaats] gewoond. [medeverdachte L.Z.] ontving geen loon van verdachte, maar hij kreeg beltegoed, eten en sigaretten als hij daar om vroeg. [getuige 2] heeft gezien dat verdachte voor de grap [medeverdachte L.Z.] sloeg, maar zij vond het niet grappig. De klappen waren hard; dat kon zij zien aan het gezicht van [medeverdachte L.Z.] . Dit gebeurde vijf van de zeven dagen. Zij bevestigt dat verdachte geweld toepaste jegens [medeverdachte L.Z.] nadat [medeverdachte L.Z.] een opmerking tegen haar maakte. [medeverdachte L.Z.] deed wat hem werd bevolen. [medeverdachte L.Z.] vertelde dat hij niet zomaar weg kon gaan, want dan had hij geen slaapplek en eten meer. Hij was afhankelijk van verdachte.
Zij heeft gezien [medeverdachte L.Z.] door verdachte werd beschoten met een balletjespistool. Er werd door zijn kleding heen geschoten. Zij hoorde en zag dat het ijzeren balletjes waren. Verdachte lachte er dan bij en [medeverdachte L.Z.] leed pijn. Zij heeft de plekken op het lichaam waar hij geraakt was bij [medeverdachte L.Z.] gezien.
Toen [medeverdachte L.Z.] was gevlucht, kwam hij bij haar. [medeverdachte L.Z.] werd toen steeds gebeld. [210]
Getuige [getuige 3] (de vriendin van [medeverdachte R.H.] ) heeft bij de politie verklaard dat zij op vakantie in Italië heeft gezien dat [medeverdachte L.Z.] regelmatig een klap op het achterhoofd kreeg van verdachte. [medeverdachte L.Z.] onderging dit. [medeverdachte L.Z.] en [medeverdachte R.H.] werden ook aan het werk gezet door verdachte. [211]
[medeverdachte H.P.] heeft verklaard dat verdachte slaafjes of loopjongens om zich heen had die van alles voor hem deden. Verdachte bekte die jongens af en zij pikten dat ook. [medeverdachte L.Z.] was een ‘loopjongen-plus'. [medeverdachte H.P.] heeft gezien dat verdachte en [medeverdachte J.J.] [medeverdachte L.Z.] beschoten met een BB-gun. [212]
Uit de camerabeelden van de camera's bij de woning van verdachte aan het [straat] blijkt dat [medeverdachte L.Z.] dagelijks bij verdachte is. Hij komt meestal in het begin of halverwege de middag bij de woning. Hij draagt vaak een laptoptas bij aankomst en vertrek. In het begin gaat [medeverdachte L.Z.] nog regelmatig met anderen ( [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte R.H.] ) op pad, maar later blijft hij bijna dagelijks bij de woning, terwijl de anderen op pad gaan. Verder is te zien dat [medeverdachte L.Z.] vaak dingen om het huis doet, zoals opruimen. [213]
Er is een afgeluisterd telefoongesprek op 27 oktober 2018 waarbij verdachte belt met [medeverdachte L.Z.] . Het volgende is dan te horen. Verdachte vraagt waarom [medeverdachte L.Z.] zijn telefoon niet opneemt, want hij belt al de hele ochtend, en noemt hem “imbeciel” en “malloot”. [medeverdachte L.Z.] krijgt opdrachten, waaronder kamers opruimen. Verdachte vervolgt daarop: “Ik controleer, als het niet schoon is, krijg je een draai om de oren.” [214]
Op 3 november 2018 belt verdachte met [medeverdachte L.Z.] . In dit afgeluisterde gesprek is het volgende te horen. Verdachte vraagt waar ze blijven en vloekt. [medeverdachte L.Z.] wil gaan slapen, maar verdachte zegt: “ga zo pitten. Ik zeg je moet hier heenkomen, hond. Dikke dooie rat.” [medeverdachte L.Z.] : “Oh, ik moest ook?” Verdachte: “Ja mongool.” [medeverdachte L.Z.] : “Oh ja. Ik heb amper geslapen. Ik ben vannacht ook al voor niets helemaal daarheen geweest. Ik was helemaal niet nodig.” Verdachte: “Ach, hou je bek, vent. Je moet gewoon doen wat ik zeg.” [215]
Uit afgeluisterde gesprekken op 19 februari 2019 blijkt dat verdachte aan [medeverdachte J.J.] de opdracht geeft om [medeverdachte L.Z.] de auto te laten schoonmaken. [216]
In een op 26 februari 2019 gevoerd en afgeluisterd gesprek zegt verdachte dat [medeverdachte L.Z.] nu beltegoed moet ophalen en zegt daarbij ‘ezel’. [217]
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte L.Z.] als kwetsbaar persoon in contact komt met verdachte. [medeverdachte L.Z.] is namelijk dan alleenstaand, dakloos en verslaafd. Hij wordt door verdachte opgenomen in zijn groep. Verdachte zorgt daarna voor de basisbehoeften: wonen, eten en ‘werk’. [medeverdachte L.Z.] moet doen wat hem wordt opgedragen en dat zijn veelal de 'rotklussen'. [medeverdachte L.Z.] heeft voor zijn werkzaamheden geen loon ontvangen, maar kreeg enkel onderdak, eten en sigaretten.
Verdachte gaf [medeverdachte L.Z.] instructies met betrekking tot het plegen van fraude. [medeverdachte L.Z.] heeft hierdoor grote schulden op zijn naam gekregen. Ook kreeg hij een onverzekerde auto op zijn naam.
Er was sprake van geweld, belediging, intimidatie en bedreigingen jegens [medeverdachte L.Z.] door verdachte. Hij moest doen wat verdachte hem opdroeg en verdachte profiteerde van hem. Tot dan had [medeverdachte L.Z.] redelijkerwijze geen andere keuze dan de verboden gedragingen te ondergaan.
[medeverdachte L.Z.] vertrekt op een gegeven moment en gaat dan naar zijn vriendin. Op dat moment had hij kennelijk enige zelfstandigheid herwonnen en kon hij verdachte ontvluchten.
Het hof is van oordeel dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 9 tenlastegelegde.

Feit 10 - mensenhandel [medeverdachte R.H.]

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van dit feit. Niet bewezen kan worden dat er een verband is tussen de gestelde dwangmiddelen en de gedragingen van [medeverdachte R.H.] .
Oordeel van het hof
Het hof komt tot een vrijspraak van dit feit.
Uit de voorhanden zijnde bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte R.H.] net als [medeverdachte L.Z.] in contact komt met verdachte op het moment dat hij dakloos en verslaafd is. Verdachte zorgt voor onderdak, eten en drugs. [medeverdachte R.H.] werkt vervolgens veelal als chauffeur voor de groep van verdachte. Ook hij is door verdachte beschoten met het balletjespistool. Maar gelet op de verklaringen van [medeverdachte R.H.] , heeft hij zijn eigen handelen niet ervaren als onvrijwillig handelen als gevolg van dwang door verdachte. Hij heeft verklaard dat hij verdachte destijds als een vriend zag en heeft afstand van verdachte genomen op het moment dat hij ( [medeverdachte R.H.] ) dat wilde. Hij kon er elk moment uitstappen. Het was geen ideale situatie waar hij in zat, maar van misbruik door verdachte was geen sprake volgens [medeverdachte R.H.] zelf.
Het hof is van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte het onder 10 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij.

Feit 1 - criminele organisatie

Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat dit feit wettig en overtuigend bewezen wordt verklaard.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot dit feit aangevoerd dat dit een verzamelfeit betreft.
Oordeel van het hof
Artikel 140, eerste lid, Sr luidt:
Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Onder het bestanddeel "organisatie" moet worden verstaan: "Een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is" (vgl. HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB7134).
Het oogmerk van de organisatie ziet op het feitelijke en gewenste doel van de organisatie. Voor bewijs van het bestanddeel "oogmerk" zal onder meer betekenis kunnen toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, zoals daarvan kan blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie, en, meer algemeen, aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Het hof stelt voorop dat van deelneming aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht slechts dan sprake kan zijn, indien de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk. (vgl. HR 10 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:264 en HR 14 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:413).
Het opzet van de verdachte moet zijn gericht op het deelnemen aan de organisatie. Als uit de bewijsvoering volgt dat de verdachte een aan de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie bijdragende of ondersteunende handeling heeft verricht, dan ligt daarin zijn wetenschap met betrekking tot dat oogmerk besloten. (vlg. HR 8 februari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9814).
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast.
Start criminele organisatie - internationale wapenhandel
Uit de hierboven bij feit 2 weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat verdachte zich samen met [medeverdachte J.J.] , [medeverdachte H.P.] , [medeverdachte L.Z.] en [medeverdachte R.H.] schuldig maakt aan uitvoer van wapens naar België.
Nationale wapenhandel en wapenbezit
Uit de hierboven bij de feiten 3, 4, en 5 weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat de groep waar verdachte deel van uitmaakt zich ondertussen ook schuldig maakt aan strafbare wapenverkoop en wapenbezit in Nederland. [medeverdachte M.K.] heeft zich in de loop van 2019 ook bij de groep gevoegd en doet vervolgens mee met de strafbare wapenhandel.
Ook [medeverdachte M.M.] voegt zich in de zomer van 2019 bij de groep.
Geweldsdelict
Uit de bewijsmiddelen hierboven weergegeven bij feit 6 blijkt dat naast de wapenhandel, er ook een geweldsdelict wordt gepleegd door verdachte samen met [medeverdachte J.J.] .
Fraude
Uit de bewijsmiddelen hierboven weergegeven bij feit 8 blijkt dat er sprake is van het plegen van oplichting en valsheid in geschrift vanuit de groep van verdachten die ook verantwoordelijk zijn voor de wapenhandel en de geweldsdelicten.
Verder is er sprake van de verduistering van een jacuzzi. Dit blijkt uit het volgende.
Aangever [aangever 5] heeft namens [bedrijf ] Nederland aangifte gedaan van verduistering van een jacuzzi. Vanaf 4 juli 2019 is aangever in contact met een persoon die zich [medeverdachte R.H.] noemt, wonend [straat] te [plaats] , telefoonnummer [nummer] , e-mailadres [e-mail adres] . Zij komen overeen dat de jacuzzi gehuurd wordt van 8 tot en met 15 juli 2019. De jacuzzi is op 8 juli 2019 afgeleverd op genoemd adres. Vier personen zijn daar aanwezig om de jacuzzi te ontvangen en de huur wordt betaald.
Op 15 juli 2019 om 11.00 uur komen medewerkers van [bedrijf ] Nederland de jacuzzi weer ophalen op het afleveradres, maar die blijkt er niet meer te staan. De buurman deelt mee dat de jacuzzi kort na het afleveren is opgeladen om die naar elders te brengen. Het is niet meer gelukt met de huurder in contact te komen. [218] Uit de telefoontap blijkt dat [medeverdachte L.Z.] op 4 juli 2019 contact opneemt met [bedrijf ] Nederland. [medeverdachte L.Z.] vraagt of de mail in goede orde is ontvangen en bevestigt dat het gaat om de jacuzzi in [plaats] . [219] Ook het gesprek na het tijdstip waarop de jacuzzi weer opgehaald zou worden, is gevoerd met [medeverdachte L.Z.] . [220]
Uit peilbakengegevens blijkt dat de Mercedes Vito ( [kentekennummer] ) op 8 juli 2019 om 17.00 uur in [plaats] is en omstreeks 19.00 uur bij de woning van verdachte op het [straat] te [plaats] arriveert. Uit camerabeelden blijkt dat de auto aan komt rijden met de jacuzzi op een aanhanger. De jacuzzi is uitgeladen. [221]
In de periode juni-augustus 2019 woont [medeverdachte M.M.] bij verdachte. [222] Op 17 juli 2019 post [medeverdachte M.M.] op Instagram foto’s waarop hij met verdachte en [medeverdachte J.J.] te zien is in een jacuzzi.
Verdachte heeft de jacuzzi in februari 2020 nog aangeduid als zijn eigendom. De jacuzzi is bij zijn ouders op het erf aangetroffen. [223]
[medeverdachte R.H.] heeft verklaard dat [medeverdachte R.H.] enkel was opgericht om geld te verdienen en hij de zaak alleen op naam had staan. Hij wist dat er geen goede bedoelingen mee waren. Hij heeft bekend dat hij de jacuzzi heeft opgehaald in [plaats] . [224]
Het hof stelt op grond van het voorgaande vast dat in ieder geval [medeverdachte L.Z.] en verdachte samen hebben gewerkt bij de verduistering van de jacuzzi van aangever [aangever 5] .
Mensenhandel
Het hof ziet onvoldoende aanknopingspunten in het dossier om vast te stellen dat het oogmerk van de criminele organisatie ook gericht was op uitbuiting in het algemeen dan wel in het bijzonder op uitbuiting van [medeverdachte L.Z.] .
Samenwerkingsverband met een zekere structuur en duurzaamheid
Uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt dat er sprake is van een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur.
Het hof stelt vast dat er een vaste kern was, bestaande uit verdachte en [medeverdachte J.J.] , waar zich anderen in wisselende samenstellingen bij aansloten in verband met het plegen van de misdrijven: wapenhandel, wapenbezit, fraude, bedreiging en geweld. De samenstelling van de organisatie wijzigde in de loop der tijd, maar de vaste kern (verdachte en [medeverdachte J.J.] ) bleef hetzelfde.
De structuur komt mede tot uiting in de relaties die de diverse deelnemers met elkaar hadden waarbij uiteenlopende aspecten van de gepleegde en te plegen misdrijven (wapenhandel, wapenbezit, fraude, bedreiging en geweld) steeds terugkerende onderwerpen van gesprek waren.
De woning van verdachte is eerst de centrale locatie van het samenwerkingsverband. Dit is de uitvalsbasis en het centrale ontmoetingspunt waar de deelnemers vaak zijn en waar de plannen worden gesmeed. Later is de [plaats] in [plaats] het centrale ontmoetingspunt en de uitvalsbasis.
De loods aan de [straat] in [plaats] is de opslagplaats van de organisatie, waar wapens, explosieven en andere zaken betreffende de criminele activiteiten werden bewaard voor later gebruik of verkoop.
Oogmerk van de organisatie
Gelet op de op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen van de door de criminele organisatie gepleegde misdrijven, blijkt dat de organisatie zich op gestructureerde, stelselmatige en planmatige wijze bezig heeft gehouden met internationale wapenhandel, nationale wapenhandel, wapenbezit, fraude, bedreiging en geweld. Hieruit blijkt dat het oogmerk van de organisatie op het plegen van deze misdrijven was gericht.
Rolverdeling binnen de organisatie
Wat betreft de rolverdeling binnen de organisatie kan worden vastgesteld:
- dat verdachte het initiatief en de leiding neemt en leden voor de organisatie werft;
- dat [medeverdachte J.J.] mede betrokken is bij de planning en degene is die bijna altijd mee doet bij de uitvoering van de plannen (door de politie als ‘de wegkapitein’ bestempeld);
- dat [medeverdachte H.P.] de wapenspecialist is en wordt ingezet als zijn expertise nodig is bij een klus (maken van ontstekers (met tijdsmechanisme), herstellen van wapens);
- dat [medeverdachte L.Z.] , [medeverdachte R.H.] , [medeverdachte M.M.] en [medeverdachte M.K.] betrokken zijn bij de planning en uitvoering van misdrijven.
Conclusie feit 1
Op grond van het vorenstaande is het hof van oordeel dat de verdachte heeft behoord tot een op het plegen van internationale wapenhandel, bedrijfsmatige wapenhandel, wapenbezit, fraude, en geweldsdelicten gericht samenwerkingsverband en dat hij ook een wezenlijk aandeel heeft gehad in gedragingen en gedragingen heeft ondersteund die mede strekten tot dan wel verband hielden met de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk tot het plegen van misdrijven.
De tenlastegelegde strafverzwarende omstandigheid dat verdachte de leider van het criminele samenwerkingsverband is, acht het hof ook bewezen. Uit alle bewezenverklaarde feiten blijkt evident dat verdachte degene is die het in de organisatie voor het zeggen heeft. Hij bepaalt wie aan het plegen van misdrijven mee doet, hij stuurt anderen dwingend aan en profiteert van de opbrengsten verdiend met de criminele activiteiten.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 en 9 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1.
hij in de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten medeverdachten [medeverdachte J.J.] en [medeverdachte M.K.] en [medeverdachte H.P.] en [medeverdachte M.M.] en [medeverdachte R.H.] en [medeverdachte L.Z.] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk telkens het plegen van
- internationale wapenhandel, als bedoeld in artikel 14, lid 1 van de Wet wapens en munitie, namelijk het zonder consent doen uitgaan van wapens en munitie van categorie III naar het buitenland, en
- wapenhandel, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, en artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, waarbij de wapenhandel onder andere bestond uit het zonder erkenning vervaardigen en transformeren en in de uitoefening van een bedrijf ter beschikking stellen en verhandelen en overdragen van diverse wapens en munitie van categorie II en categorie III, en
- wapenbezit, als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, namelijk het voorhanden hebben van wapens en munitie van categorie II en categorie III, en
- fraude, als bedoeld in artikel 225 en artikel 321 en artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk valsheid in geschrift en verduistering en oplichting, en
- geweldsdelicten, als bedoeld in artikel 285 en/of artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht, namelijk bedreiging met dodelijk geweld en mishandeling en
- mensenhandel, als bedoeld in artikel 273f van Wetboek van Strafrecht, namelijk uitbuiting,
terwijl hij, verdachte, leider van voormelde organisatie is;
feit 2.
hij in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland, en in België, tezamen en in vereniging met anderen, zonder erkenning wapens van categorie III en munitie van categorie III heeft doen uitgaan naar België, te weten
( [plaats] )
- acht handgranaten, en
- een vuurwapen, en
- zes dynamietstaven, en
- twee gsm-toestellen met connectoren ten behoeve van ontstekers;
feit 3.
hij in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, zonder erkenning wapens van categorie II en categorie III en munitie van categorie II en III, te weten
2. in de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een vuurwapen van categorie III, namelijk een semi-automatisch kogelgeweer van het merk Marlin , 9 mm , met een bijpassend patroonmagazijn (levering [betrokkene 7] ), en
3. in de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 explosieven van categorie II en een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief [plaats] ), en
4. op 20 januari 2020 een vuurwapen van categorie III, namelijk een vuurwapen van het merk Steyr-Mannlicher , Elite, kaliber .308 win , inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen, en munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot , FMJ , kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020), en
5. op 24 februari 2020 een vuurwapen van de categorie II en een vuurwapen van de categorie III, te weten een Uzi-pistoolmitrailleur en een Tokarev TT33 (aankoop [plaats] ), en
6. op 27 februari 2020 een automatisch vuurwapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje , MGV-176 met bijbehorende en werkende geluiddemper en een 161-schots trommelmagazijn, kaliber .22 LR , en een vuurwapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco , 56-1, kaliber 7, 62x39 , dat geschikt is om automatisch te vuren en voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk, en munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco , kaliber 9mm PA Blanc en een huls van het merk Igman , kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020),
in de uitoefening van een bedrijf ter beschikking heeft verhandeld, van welk feit verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
feit 4.
hij in de periode van 3 september 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, wapens van categorie II en III en munitie van categorie III, te weten
2. in de periode van 16 maart 2019 tot en met 17 maart 2019 een vuurwapen van categorie III, namelijk een semiautomatisch kogelgeweer van het merk Marlin , 9 mm , met een bijpassend patroonmagazijn (levering [betrokkene 7] ), en
3. in de periode van 1 mei 2019 tot en met 1 juni 2019 explosieven van categorie II, en een ontsteker met Samsung telefoon, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing (explosief [plaats] ), en
4. op 20 januari 2020 een vuurwapen van categorie III, namelijk een vuurwapen van het merk Steyr-Mannlicher , Elite, kaliber .308 win inclusief bijbehorend patroonmagazijn en zijnde een wapen dat Schengen gesignaleerd is als gestolen, en munitie van categorie III, namelijk 44 patronen behorend bij voornoemd wapen van het merk Sellier & Bellot , FMJ , kaliber .308 win (pseudokoop 20 januari 2020),
heeft overgedragen, van welk feit verdachte een beroep of gewoonte heeft gemaakt;
feit 5.
hij op 27 februari 2020 te [plaats] en [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, wapens van categorie II en categorie III en munitie van categorie II en III, te weten
(Opel combo)
- een vuurwapen (pistool) van categorie III, merk onbekend, kaliber 7,62x55 Tokarev met bijpassend patroonmagazijn, en
- een vuurwapen (pistool) van categorie III, merk Zoraki , 917-T, kaliber .380 acp met bijpassend patroonmagazijn, en
- twee vuurwapens (aanvalsgeweren) van categorie II, merk Zastava , M70 AB2, kaliber 7,62x39 mm met een bijbehorend patroonmagazijn, 30 schots, en
- een vuurwapenonderdeel patroonmagazijn van categorie III, geschikt voor alle aanvalsgeweren van het merk Zastava , en
- vier centraalvuur kogelpatronen van categorie III, en
(pseudokoop 27 februari 2020)
- een automatisch vuurwapen van categorie II, namelijk een randvuur machinepistool Gorenje , MGV-176 met bijbehorende geluiddemper en een 161-schots trommelmagazijn, kaliber .22 LR , en
- een vuurwapen van categorie II, namelijk een aanvalsgeweer Norinco , 56-1 , kaliber 7,62x39 , dat geschikt is om automatisch te vuren en voorzien van een 30-schots patroonmagazijn van hetzelfde merk, en
- munitie van categorie III, namelijk een knalpatroon van het merk Geco , kaliber 9mm PA Blanc en een huls van het merk Igman , kaliber 9x19 mm (pseudokoop 27 februari 2020), en
( [straat] )
- een doorgeladen vuurwapen van categorie III, merk Zastava , M57 , kaliber 7.62x55 TT met bijbehorende patroonhouder gevuld met 7 kogelpatronen, en
- een vuurwapen (pistool) van categorie II (zelfgebouwd), kaliber .22 , en
- een vuurwapenonderdeel, patroonmagazijn van categorie III voor een pistool van het merk Tokarev , model TT33 , en
- een vuurwapen (gaspistool) van categorie III, merk Rohm , RG3 , 6mm flobert , en
- 210 kogelpatronen van diverse kalibers, zijnde allen munitie van categorie III,
voorhanden heeft gehad;
feit 6.
hij op 20 augustus 2018 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander, [aangever 1] heeft mishandeld door hem op het hoofd en tegen het been te stompen en te schoppen
en
hij op 20 augustus 2018 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander, [aangever 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door op die [aangever 1] een vuurwapen te richten en die [aangever 1] dreigend de woorden toe te voegen "luister, ik maak je dood";
feit 8.
hij in de periode van 1 juni 2018 tot en met 27 februari 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, de [benadeelde partij] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen (in totaal 88.012,95 euro) door
 op naam van [medeverdachte L.Z.] een zakelijke rekening af te sluiten, en
 met de klantenservice van de [benadeelde partij] een incassocontract af te sluiten, en
 valse incassobatches bij die bank aan te leveren waarbij bedragen worden geïncasseerd bij verschillende rekeninghouders die geen klant waren bij die [medeverdachte L.Z.] en [medeverdachte L.Z.] geen geld verschuldigd waren, en
 van dat geïncasseerde geld meerdere contante geldopnames gedaan en bitcoins aangekocht, en
 aldus een ongeoorloofd debet veroorzaakt op die zakelijke rekening, omdat de onterecht geïncasseerde rekeninghouders de incasso hebben laten storneren en/of terugboeken, en
 dit tekort niet aan te zuiveren, en
 zich onbereikbaar te houden voor de [benadeelde partij] ;
feit 9.
hij in de periode van 1 juni 2018 tot en met 12 augustus 2019 in Nederland,
A.
een ander, te weten [medeverdachte L.Z.] , door dwang, geweld, dreiging met geweld, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [medeverdachte L.Z.] ,
en
B.
een ander, te weten die [medeverdachte L.Z.] , met de onder a. genoemde middelen, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid,
en
C.
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [medeverdachte L.Z.] ,
immers heeft verdachte,
 die [medeverdachte L.Z.] voorgehouden dat hij een bedrijf op naam kon zetten, om aldus de bank op te lichten, en
 die [medeverdachte L.Z.] voorgehouden dat hij daarmee geld kon verdienen, en
 dat het geld dat verdiend zou worden met de oplichting verdeeld zou worden, en
 die [medeverdachte L.Z.] meermalen geïntimideerd, en
 die [medeverdachte L.Z.] meermalen gekleineerd door die [medeverdachte L.Z.] ezel en mongool te noemen, en
 die [medeverdachte L.Z.] meermalen geslagen met vlakke hand, en
 die [medeverdachte L.Z.] meermalen gestompt/geslagen in de ribben en op de rug en op het hoofd, en
 die [medeverdachte L.Z.] meermalen met een schoenlepel geslagen op zijn handen, en
 die [medeverdachte L.Z.] meermalen beschoten met een balletjespistool, en
 aan die [medeverdachte L.Z.] onderdak verschaft, en
 die [medeverdachte L.Z.] dagelijks 14 tot 16 uren aanwezig laten zijn in verdachtes woning aan het [straat] , en
 die [medeverdachte L.Z.] dagelijks huishoudelijke taken uit te laten voeren in en rondom verdachtes woning aan het [straat] , zoals poep scheppen en blaadjes harken en schoonmaken en afwassen en koken, en
 die [medeverdachte L.Z.] heeft gedwongen te zorgen voor inkomsten uit oplichting van banken en bedrijven, althans fraude, en
 die [medeverdachte L.Z.] een onverzekerde auto op naam te laten hebben,
terwijl die [medeverdachte L.Z.] kampte met dakloosheid en veelvuldig alcoholgebruik en drugsgebruik, en zich aldus in een kwetsbare positie bevond, in welke afhankelijkheidssituatie die [medeverdachte L.Z.] zich telkens niet durfde te verzetten tegen of onttrekken aan die uitbuiting door verdachte.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 9, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en van het verhandelen van de wapens een beroep of gewoonte maken.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, en van het overdragen van de wapens een beroep of gewoonte maken.
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
(met betrekking tot de munitie)
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
en
(met betrekking tot de Zastava 's, Gorenje , Norico en het zelfgebouwde wapen)
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd
en
(met betrekking tot de Tokarev , Zoraki en Rohm )
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
meermalen gepleegd.
Het onder 6 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van mishandeling
en
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het onder 8 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Het onder 9 bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft gedurende bijna 21 maanden leiding gegeven aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van bedrijfsmatige wapenhandel (internationaal en nationaal), wapenbezit, fraude en geweld, waarbij het met name ging om de handel in vuurwapens en explosieven. Deze organisatie was een duurzaam en goed georganiseerd samenwerkingsverband, waarin iedere deelnemer een eigen, specifieke rol vervulde. Er was dagelijks intensief contact in wisselende samenstelling. Deze criminele organisatie heeft gehandeld in (onder meer) zware vuurwapens. Met dergelijke wapens kan in de samenleving grote schade worden aangericht. Ieder ongeoorloofd bezit of gebruik van een wapen werkt ondermijnend ten aanzien van de openbare orde en de veiligheid in de openbare ruimte. Verdachte heeft door zijn handelen een grote bijdrage geleverd aan de beschikbaarheid van illegale wapens.
In deze criminele organisatie werd het plegen van geweld niet geschuwd. Verdachte heeft zich samen met één van de andere deelnemers schuldig gemaakt aan mishandeling en bedreiging. Daarnaast heeft verdachte de fraude (oplichting van de [benadeelde partij] ) aangestuurd. Er is misbruik gemaakt van de incassofaciliteiten van de bank om gemakkelijk veel geld te bemachtigen. Daarbij is een groot bedrag buit gemaakt en financiële schade veroorzaakt.
Het hof rekent verdachte dit alles zwaar aan.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan mensenhandel. Het slachtoffer is ruim een jaar door verdachte uitgebuit. Hij is door verdachte onder meer geïntimideerd, geslagen en beschoten met een balletjespistool. De persoonlijke vrijheid van het slachtoffer is langdurig op ernstige wijze ingeperkt en er is financieel geprofiteerd over de rug van het slachtoffer. Ook dit is een ernstig strafbaar feit.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van 20 december 2024 blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder ook veroordelingen voor soortgelijke feiten (mishandeling en overtredingen van de Wet wapens en munitie).
Ten aanzien van het tijdsverloop overweegt het hof als volgt.
De termijn van berechting in hoger beroep bedraagt circa drie jaren en zeven maanden, berekend vanaf het moment van instellen van hoger beroep op 11 augustus 2021. Het hof is evenwel van oordeel dat er geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM. De duur van de behandeling vindt zijn rechtvaardiging in de omstandigheid dat onderhavige zaak deel uitmaakt van een groot onderzoek, dat het een zeer omvangrijk dossier betreft en dat door diverse raadslieden in de met elkaar samenhangende strafzaken in verschillende stadia van het geding, ook in de fase van het hoger beroep, onderzoekswensen zijn ingediend die voor een deel ook zijn toegewezen en zijn uitgevoerd. Het grootste deel van de onderzoekswensen is ingediend in de zaak van verdachte. Bovendien heeft de vorige raadsman van verdachte tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep de verdediging neergelegd, waardoor de inhoudelijke behandeling een grote vertraging heeft opgelopen. Het spreekt voor zich dat dit alles de nodige tijd in beslag heeft genomen.
Alles afwegend is het hof van oordeel dat - gelet op de aard en de bijzondere ernst van de gepleegde feiten - oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur, vanuit het oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van de door verdachte begane delicten, noodzakelijk is. Daarom komt het hof tot oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren. Omdat het hof verdachte van een aantal feiten vrijspreekt, is deze straf lager dan door de rechtbank is opgelegd en dan door de advocaat-generaal is gevorderd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Verbeurdverklaring
De in beslag genomen en niet teruggegeven op de beslaglijst onder nummer 41 vermelde voorwerpen (twee gescheurde biljetten van 100 euro) zijn door middel van het onder 3, 4 en 5 tenlastegelegde en bewezenverklaarde verkregen en verdachte kan die geheel of ten dele ten eigen bate aanwenden. Deze zullen daarom worden verbeurd verklaard.
De op de beslaglijst onder de nummers 12, 13, 14 en 16 tot en met 24 vermelde voorwerpen horen aan verdachte toe of kan hij geheel of ten dele ten eigen bate aanwenden. Het betreffen voorwerpen met betrekking tot welke de feiten zijn begaan dan wel met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid. Deze zullen daarom worden verbeurd verklaard.
Het betreft:
12) een vuilniszak afkomstig van geweer
13) een Tupperware-doos met geel deksel
14) een Abus hangslot
16) een pomp
17) een iPhone met adapter
18) een iPhone
19) een Samsung
20) een iPhone 6
21) een Samsung G 973
22) een Samsung met roze hoes
23 ) een iPhone X
24) een Dell laptop met voeding.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Onttrekking aan het verkeer
De hierna te noemen in beslag genomen voorwerpen, die nog niet zijn teruggegeven, behoren aan de verdachte toe. Zij zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane misdrijven aangetroffen. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met het algemeen belang en de wet en zij kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten.
Het betreft de op de beslaglijst onder de nummers 1 tot en met 11, 15, 26 tot en met 40 en 42 tot en met 53 vermelde voorwerpen:
1) een wapen
2) een geweer
3) een patroon in een zak
4) een doos munitie
5) een zak munitie
6) losse patronen
7) seinmunitie
8) 2 zakken patronen
9) een stungun
10) een vuurwapen (patroonhouder)
11) een zak munitie
15) granaatkokers
26) een mes
27) een zwart mes
28) een zwart mes (machete)
29) een mes met groen handvat
30) een bijl
31) munitie (Sologne)
32) een busje pepperspray
33) een taser
34) een mes (machete)
35) een mes (machete)
36) een ploertendoder
37) pepperspray
38) een zwart wapen (lijkend op een vuurwapen)
39) een ploertendoder
40) een boksbeugel
42) een vuurwapen geladen met patronen
43) een wapen en 2 patroonhouders en doosje munitie
44) zes lege hulzen
45) een lege huls
46) een revolver in een afgesloten kluis
47) kogelpatronen in een afgesloten kluis
48) een vuurwapen (pistool)
49) een vuurwapen (pistool)
50) amfetamine
51) een kogelgeweer ( AK47 )
52) een kogelgeweer ( AK47 )
53) een vuurwapen-patroonhouder.
Teruggave rechthebbende
De op de beslaglijst onder nummer 25 vermelde zwart Samsung telefoon zonder oplader behoort toe aan de medeverdachte [medeverdachte H.P.] . Het hof gelast de teruggave van deze telefoon aan [medeverdachte H.P.] .
Vordering van de benadeelde partij [aangever 1]
De benadeelde partij [aangever 1] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 4.000,00 ter vergoeding van de immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.500,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Het hof heeft bewezenverklaard dat verdachte samen met een ander de benadeelde partij heeft mishandeld. Hierdoor is letsel ontstaan. Daarna hebben zij de benadeelde partij bedreigd met de dood.
Gelet op de aard en de ernst van de normschending en op de gevolgen voor de benadeelde partij, is het hof van oordeel dat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze, als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek.
Naar het oordeel van het hof is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij schade heeft geleden als rechtstreeks gevolg van het onder 6 bewezen verklaarde feit. Het hof schat de hoogte daarvan in elk geval op € 1.500,00. Het hof zal de vordering deels toewijzen tot dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. Schorsing van het onderzoek om de benadeelde partij de hoogte van de schade nader te laten aantonen, zal leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding en daartoe zal dan ook niet worden overgegaan. Het hof zal de benadeelde partij in het meer gevorderde daarom niet-ontvankelijk verklaren. Dat deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Het hof stelt vast dat verdachte het strafbare feit met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. Het hof zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze heeft betaald, en andersom.
Het hof zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] en [benadeelde partij] vertegenwoordigd door [naam 5]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 59.617,17 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen.
Naar het oordeel van het hof is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij [benadeelde partij] en [benadeelde partij] de gestelde schade heeft geleden als rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde feit 8. De vordering, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zal daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente.
Het hof stelt vast dat verdachte het strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar civielrechtelijke maatstaven hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade. Het hof zal daarom bepalen dat verdachte de schadevergoeding niet meer aan de benadeelde partij hoeft te betalen indien zijn medeverdachte deze heeft betaald, en andersom.
Het hof zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [aangever 7]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 105.626,50. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Het hof zal de benadeelde partij [aangever 7] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Het feit dat ten grondslag ligt aan de vordering tot schadevergoeding (verduistering van een springkussen) is niet aan verdachte ten laste gelegd, zodat geen sprake is van een rechtstreeks verband tussen het bewezenverklaarde handelen van verdachte en de schade.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 36f, 47, 57, 63, 140, 225, 273f, 285, 300, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9, 14, 26, 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 7 primair, 7 subsidiair, 7 meer subsidiair en 10 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 en 9 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8 en 9 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
12) een vuilniszak afkomstig van geweer
13) een Tupperware-doos met geel deksel
14) een Abus hangslot
16) een pomp
17) een iPhone met adapter
18) een iPhone
19) een Samsung
20) een iPhone 6
21) een Samsung G 973
22) een Samsung met roze hoes
23 ) een iPhone X
24) een Dell laptop met voeding
41) twee gescheurde biljetten van 100 euro.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1) een wapen
2) een geweer
3) een patroon in een zak
4) een doos munitie
5) een zak munitie
6) losse patronen
7) seinmunitie
8) 2 zakken patronen
9) een stungun
10) een vuurwapen (patroonhouder)
11) een zak munitie
15) granaatkokers
26) een mes
27) een zwart mes
28) een zwart mes (machete)
29) een mes met groen handvat
30) een bijl
31) munitie (Sologne)
32) een busje pepperspray
33) een taser
34) een mes (machete)
35) een mes (machete)
36) een ploertendoder
37) pepperspray
38) een zwart wapen (lijkend op een vuurwapen)
39) een ploertendoder
40) een boksbeugel
42) een vuurwapen geladen met patronen
43) een wapen en 2 patroonhouders en doosje munitie
44) zes lege hulzen
45) een lege huls
46) een revolver in een afgesloten kluis
47) kogelpatronen in een afgesloten kluis
48) een vuurwapen (pistool)
49) een vuurwapen (pistool)
50) amfetamine
51) een kogelgeweer ( AK47 )
52) een kogelgeweer ( AK47 )
53) een vuurwapen-patroonhouder.
Gelast de
teruggaveaan medeverdachte [medeverdachte H.P.] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
25) zwarte Samsung telefoon zonder oplader.
Vordering van de benadeelde partij [aangever 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 1] ter zake van het onder 6 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 1] , ter zake van het onder 6 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 25 (vijfentwintig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
20 augustus 2018.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] en [benadeelde partij]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij] ter zake van het onder 8 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 59.617,17 (negenenvijftigduizend zeshonderdzeventien euro en zeventien cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij] , ter zake van het onder 8 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 59.617,17 (negenenvijftigduizend zeshonderdzeventien euro en zeventien cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 317 (driehonderdzeventien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader(s) aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op 5 november 2018.
Vordering van de benadeelde partij [aangever 7]
Verklaart de benadeelde partij [aangever 7] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Aldus gewezen door
mr. G.A. Versteeg, voorzitter,
mr. L.G. Wijma en mr. E.C.M. Wolfert, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis, griffier,
en op 27 maart 2025 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van op ambtseed opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier van de Politie Noord-Nederland met het nummer 2018229308, genaamd Ultegra , bestaande uit het eindproces-verbaal van 37 mappen, nagekomen stukken d.d. 8 januari 2020, 22 februari 2021, 22 maart 2021,
2.Map 8, pagina 14, proces-verbaal bevindingen iPhone in gebruik bij [verdachte ] .
3.Map 8, pagina 15-16, proces-verbaal bevindingen iPhone in gebruik bij [verdachte ] .
4.Map 8, pagina 28-34, proces-verbaal bevindingen iPhone in gebruik bij [verdachte ] , en map 4, pagina 696-698, proces-verbaal [verdachte ] gebruikt naam [naam] .
5.Map 5, pagina 960-964, proces-verbaal inbeslagneming Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
6.Map 4, pagina 834-837, proces-verbaal bevindingen Handel met België.
7.Map 4, pagina 838, proces-verbaal bevindingen Handel met België.
8.Map 4, pagina 839, proces-verbaal bevindingen Handel met België, en map 5, pagina 1196, proces-verbaal inlichtingen Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] , en map 5, pagina 1277, proces-verbaal deskundigenverslag Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
9.Map 4, pagina 842, proces-verbaal bevindingen Handel met België, en map 5, pagina 1274, proces-verbaal deskundigenverslag Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
10.Map 4, pagina 841, proces-verbaal bevindingen Handel met België, en map 5, pagina 1142, Technisch verslag Dienst voor Opruiming en Vernietiging van Ontploffingstuigen.
11.Map 3, pagina 185-200, proces-verbaal Levering explosief [plaats] , en pagina 208, NFI-rapport explosievenonderzoek [plaats] 1 juni 2019.
12.Map 5, pagina 1210, proces-verbaal inlichtingen Identificatie DNA profiel, Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] , en pagina 1275, proces-verbaal kennisneming deskundigenverslag DNA, Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
13.Map 5, pagina 964, proces-verbaal huiszoeking [plaats] , Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
14.Map 18, pagina 258-261, 264 en 269-273, processen-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.] .
15.Map 4, pagina 840, proces-verbaal bevindingen Handel met België.
16.Map 5, pagina 1275, proces-verbaal kennisneming deskundigenverslag DNA, Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
17.Map 5, pagina 1276, proces-verbaal kennisneming deskundigenverslag DNA, Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
18.Map 5, pagina 1277, proces-verbaal kennisneming deskundigenverslag DNA, Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
19.Map 5, pagina 1275, proces-verbaal kennisneming deskundigenverslag DNA, Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
20.Map 5, pagina 1276, proces-verbaal kennisneming deskundigenverslag DNA, Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
21.Map 5, pagina 1236, proces-verbaal inlichtingen identificatie DNA-profiel, Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] , en pagina 276, proces-verbaal kennisneming deskundigenverslag DNA, Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
22.Map 4, pagina 847, proces-verbaal bevindingen Handel met België.
23.Map 4, pagina 847, proces-verbaal bevindingen Handel met België.
24.Map 22, pagina 291, proces-verbaal bevindingen veiligstellen, opslag en verwerking OVC-geluidsbestanden.
25.Map 22, pagina 24, proces-verbaal bevindingen peilbaken Audi A4, [kentekennummer] .
26.Map 4, pagina 844-845, proces-verbaal bevindingen Handel met België, en map 28, pagina 288-301, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
27.Map 4, pagina 846, proces-verbaal bevindingen Handel met België, en map 28, pagina 302-319, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
28.Map 4, pagina 847, proces-verbaal bevindingen Handel met België, en map 28, pagina 322, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
29.Verklaring [medeverdachte H.P.] bij de rechter-commissaris op 4 februari 2021.
30.Map 18, pagina 275, proces-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.] .
31.Map 4, pagina 848, proces-verbaal bevindingen Handel met België, en map 28, pagina 323-328, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
32.Map 4, pagina 848 en 850, proces-verbaal bevindingen Handel met België.
33.Map 22, pagina 309, proces-verbaal bevindingen Autoritten naar België.
34.Map 5, pagina 1168-1172, proces-verbaal verhoor [betrokkene 6] , Federale gerechtelijke politie provincie [plaats] .
35.Map 3, pagina 149, proces-verbaal bevindingen Wapenlevering [straat] [plaats] , en map 28, pagina 233, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
36.Map 3, pagina 150, proces-verbaal bevindingen Wapenlevering [straat] [plaats] , en map 28, pagina 235-236 uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
37.Map 3, pagina 152, proces-verbaal bevindingen Wapenlevering [straat] [plaats] , en map 28, pagina 240-241, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
38.Map 3, pagina 153, proces-verbaal bevindingen Wapenlevering [straat] [plaats] .
39.Map 28, pagina 242, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
40.Map 3, pagina 154, proces-verbaal bevindingen Wapenlevering [straat] [plaats] , en map 28, pagina 245, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
41.Map 3, pagina 172-173, proces-verbaal doorzoeking, en map 16, pagina 513, proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming.
42.Map 3, pagina 156, proces-verbaal bevindingen Wapenlevering [straat] [plaats] , en map 16, pagina 511-512, proces-verbaal kennisgeving van inbeslagneming.
43.Map 3, pagina 178 en 183, NFI-rapport wapen- en munitieonderzoek.
44.Map 3, pagina 188, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
45.Map 3, pagina 201-211, NFI-rapport explosievenonderzoek [plaats] 1 juni 2019.
46.Map 3, pagina 213 en 215, NFI-rapport biologische sporen en DNA-onderzoek nav overtreding in [plaats] 1 juni 2019.
47.Map 3, pagina 214, 215, NFI-rapport biologische sporen en DNA-onderzoek nav overtreding in [plaats] 1 juni 2019, en pagina 227 en pagina 235, NFI-rapport DNA-match.
48.Map 3, pagina 215-216, NFI-rapport biologische sporen en DNA-onderzoek nav overtreding in [plaats] 1 juni 2019.
49.Map 3, pagina 214-215, NFI-rapport biologische sporen en DNA-onderzoek nav overtreding in [plaats] 1 juni 2019.
50.Map 3, pagina 238-239, NFI-rapport dactyloscopische sporen, en pagina 242-243, proces-verbaal resultaat onderzoek dactyloscopische sporen, en pagina 246-261, rapport politie dactyloscopisch onderzoek.
51.Map 3, pagina 238-239, NFI-rapport dactyloscopische sporen, en pagina 243, proces-verbaal resultaat onderzoek dactyloscopische sporen.
52.Map 3, pagina 189-190, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
53.Map 3, pagina 190, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
54.Map 3, pagina 191, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
55.Map 28, pagina 399, uitwerking tap-gesprek.
56.Map 3, pagina 191, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
57.Map 28, pagina 400, uitwerking tapgesprek.
58.Map 3, pagina 191, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
59.Map 3, pagina 192, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
60.Map 29, pagina 411, uitwerking tapgesprek.
61.Map 3, pagina 192, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
62.Map 28, pagina 393, uitwerking tapgesprek.
63.Map 3, pagina 192, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
64.Map 3, pagina 193, proces-verbaal Levering explosief [plaats] , en map 28, pagina 394, uitwerking tapgesprek.
65.Map 3, pagina 194, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
66.Map 3, pagina 194-195, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
67.Map 3, pagina 195, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
68.Map 3, pagina 196, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
69.Map 3, pagina 196, proces-verbaal Levering explosief [plaats] .
70.Map 28, pagina 121, uitwerking tapgesprek.
71.Map 22, pagina 108, proces-verbaal bevindingen camerabeelden [straat] [plaats] .
72.Map 22, pagina 110, proces-verbaal bevindingen camerabeelden [straat] [plaats] .
73.Map 28, pagina 386, uitwerking tapgesprek.
74.Map 29, pagina 413, uitwerking tapgesprek.
75.Map 28, pagina 387, uitwerking tapgesprek.
76.Map 29, pagina 414, uitwerking tapgesprek.
77.Map 29, pagina 415, uitwerking tapgesprek.
78.Map 17, pagina 568 en 574-575, proces-verbaal verhoor [medeverdachte R.H.] .
79.Map 17, pagina 667, 678 en 685, processen-verbaal verhoor [medeverdachte L.Z.] .
80.Map 18, pagina 256, proces-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.] .
81.Map 18, pagina 257, proces-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.] .
82.Map 18, pagina 258, proces-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.] .
83.Map 18, pagina 264 en 269, processen-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.] .
84.Map 18, pagina 258, proces-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.] .
85.Map 18, pagina 260, proces-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.] .
86.Map 18, pagina 261 en 274-275, processen-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.]
87.Map 4, pagina 684, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
88.Map 4, pagina 685, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
89.Map 4, pagina 680-681, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
90.Map 4, pagina 644, proces-verbaal bevindingen incidenten pseudokoop.
91.Map 23 , pagina 572, proces-verbaal bevindingen camerabeelden [straat] [plaats] .
92.Map 23 , pagina 573, proces-verbaal bevindingen camerabeelden [straat] [plaats] .
93.Map 4, pagina 647, proces-verbaal bevindingen incidenten pseudokoop.
94.Map 4, pagina 680, AH-126-01-01.
95.Map 4, pagina 670, proces-verbaal bevindingen incidenten pseudokoop.
96.Map 4, pagina 681, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
97.Map 4, pagina 686-691, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
98.Map 4, pagina 682, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
99.Map 4, pagina 670-671, proces-verbaal bevindingen incidenten pseudokoop.
100.Map 4, pagina 645-646, proces-verbaal bevindingen incidenten pseudokoop.
101.Map 4, pagina 675-676, proces-verbaal bevindingen incidenten pseudokoop.
102.Map 4, pagina 694-695, proces-verbaal onderzoek wapen.
103.Map 4, pagina 595, proces-verbaal bevindingen kopen Uzi , en map nagekomen stukken t/m
104.Map 4, pagina 596-597, proces-verbaal bevindingen kopen Uzi .
105.Map 4, pagina 598, proces-verbaal bevindingen kopen Uzi .
106.Map 4, pagina 600-601, proces-verbaal bevindingen kopen Uzi .
107.Map 4, pagina 599 en 601, proces-verbaal bevindingen kopen Uzi .
108.Map 4, pagina 599, proces-verbaal bevindingen kopen Uzi .
109.Map 4, pagina 602, proces-verbaal bevindingen kopen Uzi .
110.Map 4, pagina 604-605, proces-verbaal bevindingen kopen Uzi .
111.Map nagekomen stukken t/m 22 maart 2021, bijlage 1, pagina 22-24 en 39-45, processen-verbaal verhoor [betrokkene 12] .
112.Map 8, pagina 320-322 en 327, proces-verbaal bevindingen telefoon [accountnaam] .
113.Map 4, pagina 594, proces-verbaal bevindingen kopen Uzi .
114.Map 4, pagina 680, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
115.Map 4, pagina 792, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
116.Map 4, pagina 793, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
117.Map 4, pagina 796, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
118.Map 4, pagina 797, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
119.Map 4, pagina 798, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
120.Map 4, pagina 800-801, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
121.Map 4, pagina 711 en 714, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
122.Map 8, pagina 324, proces-verbaal bevindingen telefoon [accountnaam] .
123.Map 8, pagina 325, proces-verbaal bevindingen telefoon [accountnaam] .
124.Map 8, pagina 326, proces-verbaal bevindingen telefoon [accountnaam] .
125.Map 4, pagina 711, proces-verbaal bevindingen pseudokopers.
126.Map 4, pagina 798-812, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
127.Map 4, pagina 813, proces-verbaal bevindingen zaak Steyr308 .
128.Map 4, pagina 644, proces-verbaal incidenten pseudokoop.
129.Map 22, pagina 231, proces-verbaal bevindingen camerabeelden [straat] [plaats] .
130.Map 8, pagina 329-330, proces-verbaal bevindingen telefoon [accountnaam] .
131.Map 4, pagina 634, proces-verbaal bevindingen aantreffen CZ pistool.
132.Map 19, pagina 43, proces-verbaal verhoor [betrokkene 15] .
133.Map 18, pagina 443, proces-verbaal verhoor [medeverdachte M.K.] , en pagina 451-455, document Oprichting [bedrijf ] .
134.Map 29, p. 759-760, uitwerking ovc-gesprek.
135.Map 4, pagina 634, proces-verbaal bevindingen aantreffen CZ pistool.
136.Map 4, pagina 672, proces-verbaal incidenten pseudokoop.
137.Map 4, pagina 656, proces-verbaal incidenten pseudokoop.
138.Map 8, pagina 20 en pagina 98-100, proces-verbaal bevindingen iPhone in gebruik bij [verdachte ] .
139.Map 29, pagina 766-767, uitwerking ovc-gesprek.
140.Map 4, pagina 659, proces-verbaal incidenten pseudokoop.
141.Map 8, pagina 331, proces-verbaal bevindingen telefoon [accountnaam] .
142.Map 8, pagina 321, proces-verbaal bevindingen telefoon [accountnaam] .
143.Map 8, pagina 321, proces-verbaal bevindingen telefoon [accountnaam] .
144.Map 4, pagina 709-710, proces-verbaal observatie 27 februari 2020.
145.Map 4, pagina 711-712, proces-verbaal pseudokopers.
146.Map 18, pagina 410, proces-verbaal van aanhouding.
147.Map 4, pagina 715-718, proces-verbaal onderzoek wapen.
148.Map 21, pagina 480, lijst inbeslaggenomen goederen, en pagina 472, proces-verbaal bevindingen.
149.Map 15, pagina 197-198, proces-verbaal onderzoek wapen.
150.Map 15, pagina 258-260, proces-verbaal vooronderzoek lab, en map 16, pagina 437-438, NFI-rapport DNA-onderzoek.
151.Map 23 , pagina 504, proces-verbaal bevindingen zoeking Opel Combo [kentekennummer] .
152.Map 23 , pagina 505-508, proces-verbaal bevindingen zoeking Opel Combo [kentekennummer] , en map 15, pagina 20-22, proces-verbaal bevindingen forensisch onderzoek Opel Combo.
153.Map 4, pagina 724, proces-verbaal onderzoek wapen.
154.Map 4, pagina 724-725, proces-verbaal onderzoek wapen.
155.Map 4, pagina 725, proces-verbaal onderzoek wapen.
156.Map 4, pagina 726-727, proces-verbaal onderzoek wapen.
157.Map 15, pagina 21-22 en pagina 83-84, proces-verbaal bevindingen forensisch onderzoek Opel Combo, en map 16, pagina 427-428, NFI-rapport DNA-onderzoek.
158.Map 8, pagina 99 boven, proces-verbaal bevindingen iPhone in gebruik bij [verdachte ] .
159.Map nagekomen stukken tot en met 22 maart 2021, pagina 204-205, proces-verbaal bevindingen inbeslaggenomen wapen.
160.Map 20, pagina 44-46, proces-verbaal binnentreding woning.
161.Map 20, pagina 47-51, overzicht inbeslaggenomen goederen.
162.Map 20, pagina 66-67, kennisgeving van inbeslagneming.
163.Map 15, pagina 56-60, proces-verbaal forensisch onderzoek woning.
164.Map 15, pagina 158-169, proces-verbaal onderzoek wapen.
165.Map 15, pagina 209-212, proces-verbaal vooronderzoek lab, en pagina 254-255, proces-verbaal vooronderzoek lab.
166.Map 16, pagina 427-428, NFI-rapport DNA-onderzoek.
167.Map 16, pagina 458, NFI-rapport DNA-onderzoek.
168.Map 16, pagina 427-428, NFI-rapport DNA-onderzoek.
169.Map 16, pagina 458, NFI-rapport DNA-onderzoek.
170.Map 7, pagina 14-15, proces-verbaal aangifte [aangever 1] .
171.Map 7, pagina 19-20, proces-verbaal verhoor [aangever 1] .
172.Map 7, pagina 24, proces-verbaal verhoor [getuige 1] .
173.Map 7, pagina 28, proces-verbaal bevindingen.
174.Map 2, pagina 3, proces-verbaal incidenten oplichting/fraude/verduistering.
175.Map 10, pagina 38, proces-verbaal financieel onderzoek.
176.Map 12, pagina 893-898, proces-verbaal bevindingen bankmutaties.
177.Map 2, pagina 66-67, proces-verbaal aangifte [benadeelde partij] , [aangever 3] , en pagina 108-109, proces-verbaal verhoor aangever [aangever 3] .
178.Map 2, pagina 151-154, rekening-courant overeenkomst [medeverdachte L.Z.] en [benadeelde partij] .
179.Map 2, pagina 156-158, Incasso overeenkomst [medeverdachte L.Z.] en [benadeelde partij] .
180.Map 2, pagina 112, overzicht incassobatches [medeverdachte L.Z.] .
181.Map 2, pagina 69, rekeningafschrift [medeverdachte L.Z.] d.d. 5-11-2018.
182.Map 2, pagina 4, proces-verbaal incidenten oplichting/fraude/verduistering, en pagina 86-107, prints beveiligingsbeelden geldautomaten.
183.Map 2, pagina 4, proces-verbaal incidenten oplichting/fraude/verduistering, en pagina 69-78, rekeningafschriften [medeverdachte L.Z.] .
184.Map 2, pagina 75, rekeningafschrift [medeverdachte L.Z.] .
185.Map 17, pagina 672-673 en 716, processen-verbaal verhoor [medeverdachte L.Z.] .
186.Map 17 pagina 665, proces-verbaal verhoor [medeverdachte L.Z.] .
187.Map 9, pagina 30-31, proces-verbaal bevindingen gegevensdragers en overig beslag uit [plaats] , en map 21, pagina 628-657, proces-verbaal bevindingen overdracht beslag in [bedrijf ] .
188.Map 17, pagina 717-718, proces-verbaal verhoor [medeverdachte L.Z.] .
189.Map 9, pagina 40, proces-verbaal bevindingen gegevensdragers en overig beslag uit [plaats] , en map 4, pagina 696, proces-verbaal bevindingen [verdachte ] gebruikt naam [naam] .
190.Map 29, pagina 456-457, uitwerking tapgesprek.
191.Map 29, pagina 458-459, uitwerking tapgesprek.
192.Map 28, pagina 71, uitwerking tapgesprek.
193.Map 29, pagina 742, uitwerking ovc-gesprek.
194.Map 29, pagina 743-744, uitwerking ovc-gesprek.
195.Map 29, pagina 745, uitwerking ovc-gesprek.
196.Map 29, pagina 750, uitwerking ovc-gesprek
197.Map 19, pagina 214, 216 en 218, proces-verbaal verhoor [betrokkene 14] .
198.Map 8, pagina 34 en pagina 293-301, proces-verbaal bevindingen inhoud iPhone X in gebruik bij [verdachte ] .
199.Map 8, pagina 34 en 307-313, proces-verbaal bevindingen inhoud iPhone X in gebruik bij [verdachte ] .
200.Map 8, pagina 209-216, proces-verbaal bevindingen inhoud iPhone X in gebruik bij [verdachte ] .
201.Map 28, pagina 159, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
202.Map 17, pagina 665-668 en 672-677 en 682-683 en 690 en 716 en 723-724, processen-verbaal verhoor [medeverdachte L.Z.] , en de verklaring van [medeverdachte L.Z.] bij de rechter-commissaris
203.Map 6, pagina 14, proces-verbaal -zaak mensenhandel/uitbuiting.
204.Map 17, pagina 664-668, proces-verbaal verhoor [medeverdachte L.Z.] .
205.Map 17, pagina 694-700, foto's behorend bij proces-verbaal verhoor [medeverdachte L.Z.] .
206.Map 6, pagina 65-66, uitwerking tapgesprek.
207.Map 6, pagina 14, proces-verbaal -zaak mensenhandel/uitbuiting.
208.Map 17, pagina 690, proces-verbaal verhoor [medeverdachte L.Z.] .
209.Map 1, pagina 39, algemeen relaas.
210.Map 19, pagina 131-140, proces-verbaal verhoor [getuige 2] , en de verklaring van [getuige 2] bij de rechter-commissaris.
211.Map 19, pagina 8-15, proces-verbaal verhoor [getuige 3] .
212.Map 18, pagina 255-261, proces-verbaal verhoor [medeverdachte H.P.] .
213.Map 22, pagina 67-68, proces-verbaal bevindingen camerabeelden woning [straat] [plaats] .
214.Map 6, pagina 55, uitwerking tapgesprek.
215.Map 6, pagina 60, uitwerking tapgesprek.
216.Map 6, pagina 58-59, uitwerking ovc-gesprek Audi A4, [kentekennummer] .
217.Map 7, pagina 115, proces-verbaal incidenten m.b.t. geweld.
218.Map 2, pagina 330-331, proces-verbaal aangifte [aangever 5] namens [bedrijf ] Nederland.
219.Map 2, pagina 320, uitwerking tapgesprek, en map 22, pagina 332-341, proces-verbaal bevindingen jacuzzi.
220.Map 2, pagina 322, uitwerking tapgesprek, en map 29, pagina 563, uitwerking tapgesprek.
221.Map 2, pagina 21, proces-verbaal incidenten oplichting/fraude/verduistering.
222.Map 2, pagina 21-22, proces-verbaal incidenten oplichting/fraude/verduistering.
223.Map 2, pagina 23 , proces-verbaal incidenten oplichting/fraude/verduistering.
224.Map 17, pagina 568-569 en 572, proces-verbaal verhoor [medeverdachte R.H.] .