Uitspraak
[appellante]
[geïntimeerde]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep
- een verzoek van [geïntimeerde] om alsnog een incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging te mogen indienen en de toestemming van de rolraadsheer daarop
- een akte van [geïntimeerde] in het incident
- een antwoordakte van [appellante] in het incident
- het arrest van 27 augustus 2024, waarin de incidentele vordering van [geïntimeerde] is afgewezen
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 25 februari 2025 is gehouden.
2. De kern van de zaak
3.De feiten
4.Het oordeel van het hof
Verder heeft zij niet gemotiveerd weersproken dat de overgeboekte gelden door partijen gezamenlijk zijn gebruikt om daarvan (goed) te leven. Zij heeft alleen gesteld dat de bewijslast van die stelling op [geïntimeerde] rust en dat hij in het bijzonder niet heeft aangetoond dat, zoals hij stelt, [appellante] gemachtigd was op zijn rekening. Wat daarvan zij, daarmee heeft [appellante] echter nog niet gemotiveerd weersproken dat het overgeboekte geld door hen samen is gebruikt, terwijl dat wel op haar weg had gelegen. Al helemaal omdat de houding van [appellante] na de overboekingen steun biedt voor de stelling van [geïntimeerde] . [appellante] heeft tijdens de zitting in hoger beroep verklaard dat zij de overboekingen al ontdekte kort (‘een week’) nadat zij waren gedaan. Zij heeft echter niet aangevoerd en het blijkt verder ook uit niets, dat zij op enig moment tijdens de relatie [geïntimeerde] erop heeft aangesproken dat hij zonder haar toestemming bedragen had overgeboekt van haar rekening naar zijn rekening en/of bij hem heeft aangedrongen op terugboeking, terwijl de relatie na de overboekingen nog bijna twee jaar heeft voortgeduurd. [appellante] heeft er geen verklaring voor gegeven waarom zij niet direct actie tegen [geïntimeerde] heeft ondernomen, zoals voor de hand had gelegen als hij daadwerkelijk onrechtmatig overboekingen had gedaan. Zij heeft tijdens de mondelinge behandeling zelfs nog verklaard dat zij in oktober 2021 € 10.000,- aan [geïntimeerde] heeft overgeboekt voor de aanschaf van het chalet in Slijk-Ewijk. Ook dat ligt allerminst voor de hand als [geïntimeerde] zich eerder onrechtmatig geld van [appellante] zou hebben toegeëigend. De mogelijkheid dat [appellante] zelf de gelden heeft overgeboekt naar [geïntimeerde] , bijvoorbeeld om ze te willen onttrekken aan het zicht van derden, en dat ze daarvan gezamenlijk hebben geleefd is derhalve niet uitgesloten. [appellante] heeft in dat verband tijdens de mondelinge behandeling nog het verhaal van [geïntimeerde] bevestigd dat zij geld van haar rekening af wilde hebben omdat haar ex-partner al een keer geld van haar rekening had gestolen.
Ook deze afwijzing van de vorderingen van [appellante] door de rechtbank dient dus te worden bekrachtigd. De stelling van [geïntimeerde] dat hij die chalets had bekostigd kan derhalve onbesproken blijven. Ook onbesproken kunnen blijven de mogelijkheden dat [appellante] enig eigenaar van de chalets was geworden (omdat zij die had betaald), of dat partijen daarvan gezamenlijk de eigendom hadden verworven, nu [appellante] die mogelijkheden niet aan haar vorderingen ten grondslag heeft gelegd.
Ook aan het aanbod om nog medewerkers van de gemeente Staphorst als getuigen te horen wordt voorbij gegaan. Dat aanbod is onvoldoende specifiek en ook niet toegesneden op de in deze zaak van belang zijnde feiten.
5.De beslissing
Als niet op tijd wordt betaald, dan worden die kosten verhoogd met de wettelijke rente;