Uitspraak
[appellant],
1.DHW Service B.V.,
DHW c.s.en ieder afzonderlijk
DHWen
ASR,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 maart 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van DHW Service B.V. en ASR schadeverzekering N.V. voor letsel dat [appellant], een uitzendkracht, heeft opgelopen tijdens zijn werkzaamheden. [appellant] heeft op 22 oktober 2021 een ongeval gehad waarbij hij van een trap viel terwijl hij zonweringen terugplaatste voor DHW. Hij heeft een gebroken rechterenkel opgelopen en stelt dat DHW als inlener aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden. DHW betwist de aansprakelijkheid en stelt dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen, waarna hij in hoger beroep is gegaan.
Het hof heeft geoordeeld dat DHW tekort is geschoten in haar zorgplicht, zoals vastgelegd in artikel 7:658 BW. Het hof concludeert dat DHW niet voldoende veiligheidsinstructies heeft gegeven en dat de gebruikte trap niet geschikt was voor de werkzaamheden die [appellant] uitvoerde. Het hof heeft de aansprakelijkheid van DHW bevestigd en de vorderingen van [appellant] toegewezen, inclusief de proceskosten. De uitspraak van de kantonrechter is vernietigd en DHW c.s. zijn veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding aan [appellant].