Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 27 januari 2023 te [plaats] aan [aangeefster] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere verwondingen in het aangezicht die zichtbare littekens tot gevolg hebben, heeft toegebracht door die [aangeefster] met een glas in het gezicht te slaan en/of te raken;
hij op of omstreeks 27 januari 2023 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [aangeefster] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen en daartoe een glas in het gezicht van die [aangeefster] heeft geslagen en/of geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 27 januari 2023 te [plaats] [aangeefster] heeft mishandeld door die [aangeefster] met een glas in het gezicht te slaan en/of te raken.
Bewijsoverweging
“Als jullie willen, kunnen jullie ook komen, ik maak jullie dood.”Ook [getuige 2] heeft vervolgens letsel gezien bij aangeefster, bestaande uit een bult op haar voorhoofd, snijverwondingen in haar gezicht en tussen haar borsten.
“Het maakt mij niet uit wie of wat je bent, ik pak je toch.”Kort daarop hoorde zij een mannenstem die zij herkende als de stem van haar broer. Het hof leidt daaruit af dat het verdachte is geweest die de geciteerde woorden heeft geuit.
Bewezenverklaring
hij op 27 januari 2023 te [plaats] aan [aangeefster] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere verwondingen in het aangezicht die zichtbare littekens tot gevolg hebben, heeft toegebracht door die [aangeefster] met een glas in het gezicht te slaan en te raken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen.
Vordering van de benadeelde partij [aangeefster]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
121 (honderdeenentwintig) dagen.
120 (honderdtwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [aangeefster]
€ 4.024,82 (vierduizend vierentwintig euro en tweeëntachtig cent) bestaande uit € 24,82 (vierentwintig euro en tweeëntachtig cent) materiële schade en € 4.000,00 (vierduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.