Uitspraak
1.1. Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de mondelinge behandeling na aanbrengen
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
2.De kern van de zaak
3.De feiten
Verder verklaren partijen daarin dat zij zijn overeengekomen als volgt:
(…)
4.Het oordeel van het hof
Bij die stand van zaken kan een beoordeling van grief II, die is gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat de koopovereenkomst met betrekking tot de onroerende zaken nietig is, omdat geen sprake was van de daadwerkelijke wil om een koopovereenkomst tot stand te brengen, verder achterwege blijven.
Voor de volledigheid wordt nog wel opgemerkt dat als [geïntimeerde] en [naam1] niet daadwerkelijk de bedoeling hebben gehad om met de koopovereenkomst een levering tot stand te gaan brengen (maar sprake was van een schijnhandeling), dat op zichzelf de overeenkomst nog niet nietig maakt. In zoverre is de grief wel terecht voorgesteld, maar dat leidt niet tot een andere uitkomst. Hiervoor is immers al geoordeeld voor het geval die wil wel aanwezig was, het beroep van [geïntimeerde] op de beëindiging van die overeenkomst slaagt.