Uitspraak
1.[geïntimeerde1] V.O.F.
2. [geïntimeerde2]
3. [geïntimeerde3] B.V.
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van AR Voer
- de conclusie in het incident van AR Voer
- de antwoordconclusie in het incident van [geïntimeerde1]
2.De kern van de zaak
€ 111.216,02 aan haar betaalt. [geïntimeerde1] stelt dat AR Voer € 111.216,02 aan haar verschuldigd is, omdat nadere afspraken zijn gemaakt. AR Voer zou [geïntimeerde1] namelijk compenseren als met het door AR Voer geleverde varkensvoer niet minimaal hetzelfde resultaat gehaald zou worden (dat wil zeggen minimaal dezelfde voerkosten per afgeleverd varken om het varken op het gewenste gewicht te krijgen) als met het varkensvoer dat [geïntimeerde1] in de eerste helft van 2022 gebruikte. Nu inderdaad niet minimaal hetzelfde resultaat is behaald met het door AR Voer geleverde varkensvoer moet AR Voer haar compenseren, aldus [geïntimeerde1] AR Voer betwist dat deze afspraak over compensatie is gemaakt en is het daarnaast niet eens met de berekeningsmethodiek waarmee is vastgesteld wat de resultaten waren van [geïntimeerde1] in de tweede helft van 2022.
3.Het oordeel van het hof
- het moet gaan om gegevens over een rechtsverhouding waarbij de verzoeker partij is;
- de verzoeker moet een rechtmatig belang hebben bij inzage in/verstrekking van die gegevens;
- het moet gaan om specifieke gegevens die de verzoeker niet heeft, maar de ander wel.
4.De beslissing
21 januari 2025.