Uitspraak
1.Het verloop van de procedure bij het hof
2.Kern van de zaak
tijdelijkegedoogplicht en
permanentegedoogplicht die in de gedoogbeschikking aan de Stichting zijn opgelegd méér belemmering in het gebruik van de aan de Stichting toebehorende grond brengen dan redelijkerwijs nodig is voor de aanleg en de instandhouding van het werk. Het hof is van oordeel dat dat niet zo is. Om die reden zal het hof het verzoek van de Stichting, om de tweede gedoogbeschikking van de minister te vernietigen, afwijzen. Het hof zal hierna eerst ingaan op de achtergrond van het geschil tussen partijen en zal daarna toelichten hoe het tot voornoemde beslissing komt.
3.Achtergrondinformatie
Parapluplan ondergrondse 110 kV kabelverbinding Hengelo Weideweg-Hengelo Oele’ en ‘
Buitengebied Hof van Twente, herziening hoogspanning tracé Oele-Hengelo’ vastgesteld ten behoeve van de aanleg van de hoogspanningsverbinding. De bestemmingsplannen zijn bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet van rechtswege onderdeel geworden van het tijdelijke deel van het omgevingsplan van de hierboven genoemde gemeenten.
(RWS-2023/20527) (hierna: de eerste gedoogbeschikking) aan de Stichting opgelegd. Die gedoogplicht hield in dat de Stichting de aanleg en instandhouding door TenneT van de nieuwe ondergrondse 110kV-hoogspanningsverbinding Hengelo Weideweg – Hengelo Oele op haar percelen grond moest gedogen en recht heeft op vergoeding van eventuele schade.
het aanbrengen en/of rooien van diepwortelende beplanting en bomen;
het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
het aanleggen van opstallen;
het indrijven van voorwerpen in de bodem;
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en aanleggen van drainage;
het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
het permanent opslaan van goederen of materialen;
het tijdelijk opslaan van zwaar materiaal;
het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, anders dan ten dienste van de omschreven bestemming.
4.De motivering van de beslissing
- of de belangen van de rechthebbende geen onteigening van de percelen grond van de Stichting vorderen en
- of in het gebruik van de percelen grond van de Stichting niet meer belemmering wordt gebracht dan redelijkerwijs voor de aanleg en instandhouding van het werk nodig is.
tijdelijkebelemmeringen die uit de gedoogbeschikking voortvloeien. De Stichting stelt dat deze tijdelijke gebruiksbeperkingen méér belemmering in het gebruik van de aan de Stichting toebehorende grond brengen dan redelijkerwijs nodig is voor de aanleg van het werk. Tijdens de mondelinge behandeling heeft mr. Oudenaarden namens de Stichting toegelicht dat het haar erom gaat dat op de situatietekeningen, die als bijlage bij de tweede gedoogbeschikking zijn gevoegd, méér tijdelijke belemmeringen zijn ingetekend dan voortvloeien uit de tekst van de gedoogbeschikking.
permanentebelemmeringen die uit de gedoogbeschikking voortvloeien. De Stichting stelt dat deze permanente gebruiksbeperkingen meer belemmering in het gebruik van de aan de Stichting toebehorende grond brengen dan redelijkerwijs nodig is voor de instandhouding van het werk. Ter onderbouwing van deze stelling heeft de Stichting in haar verzoekschrift het volgende aangevoerd:
5.De beslissing
appeltarief II);
appeltarief II);