Uitspraak
.
1.Procesverloop
- de bevindingen van de geneesheer-directeur [naam] van 15 juli 2024;
- de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 16 augustus 2024, inhoudende de afwijzing van het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging;
- de zorgkaart van 1 april 2025;
- het zorgplan/ behandelplan van betrokkene, opgemaakt op 7 april 2025 door psychiater R. Veltkamp ;
- de medische verklaring van psychiater [naam] van 15 april 2025;
- de bevindingen van de geneesheer-directeur [naam] van 23 april 2025;
- het verzoekschrift zorgmachtiging met toepassing van artikel 2.3 van de Wet forensische zorg van de officier van justitie van 12 mei 2025.
- het proces-verbaal van de zitting van dit hof van 30 januari 2025 en de tussenbeslissing van 13 februari 2025;
- de pro Justitia rapportage van psychiater I. Maksimovic van 9 mei 2025;
- de reclasseringsrapportages van 7 oktober 2024 en 16 januari 2025 en de e-mails van de reclassering van 16 januari 2025 en 7 mei 2025;
- de overige inhoud van het dossier.
- betrokkene;
- de raadsvrouw van betrokkene, mr. P.M. Breukink, advocaat te Arnhem;
- de advocaat-generaal, mr. Z. Rajcevic;
- de deskundige R. Veltkamp , psychiater en zorgverantwoordelijke van betrokkene bij [instelling] .
2.Standpunt van het Openbaar Ministerie
3.Standpunt van psychiater Veltkamp
4.Standpunt van betrokkene
“Gelet op de feitelijke houding van betrokkene, gelet op de verschuiving die in zijn denken in de afgelopen periode is ontstaan (het besef dat er geen goed alternatief is voor de huidige woonsetting) en het gegeven dat betrokkene adviezen vanuit zijn professionele omgeving opvolgt, is de indruk dat de huidige zorgprothese intact zou blijven ook na afloop van de TBS-maatregel. Onder deze omstandigheden acht ondergetekende het verantwoord om de maatregel
5.Beoordeling
het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening”.