Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[de schuldenaar],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [de schuldenaar] om zijn faillissement om te zetten in een schuldsaneringsregeling. De rechtbank Noord-Nederland had eerder, op 28 mei 2025, het verzoek van [de schuldenaar] afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat [de schuldenaar], een alleenstaande man van 43 jaar met een Roma-achtergrond en analfabetisme, een schuldenlast van € 52.862,52 heeft. Het faillissement werd op 18 februari 2025 uitgesproken op verzoek van een schuldeiser, Hoist Finance AB. De rechtbank had geoordeeld dat [de schuldenaar] niet te goeder trouw was geweest ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden, en dat hij onvoldoende had aangetoond dat hij zijn financiële situatie onder controle had gekregen. In hoger beroep heeft het hof echter vastgesteld dat [de schuldenaar] sinds 18 maart 2025 onder beschermingsbewind staat en dat hij stappen heeft gezet om zijn financiële situatie te verbeteren. De curator heeft positief geadviseerd over het omzettingsverzoek, en het hof heeft geoordeeld dat de omstandigheden die hebben geleid tot de schulden niet langer aan [de schuldenaar] kunnen worden toegerekend. Het hof heeft daarom de hardheidsclausule toegepast en [de schuldenaar] toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. Het vonnis van de rechtbank is vernietigd en het faillissement is opgeheven.