Uitspraak
[naam1],
de bewindvoerderrespectievelijk
[naam1],
verhuurster,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De vaststaande feiten
“20 februari en 29 april hebben wij hier eerder een brief over gestuurd. Wij hebben u hierin uitgenodigd voor een gesprek op kantoor en voor een huisbezoek. Op beide afspraken bent u niet verschenen. Wij zijn meerdere malen onaangekondigd bij u aan de deur geweest, u bent telefonisch niet bereikbaar, u reageert niet op voicemailberichten. Ook via uw bewindvoerder hebben wij gevraagd om aan u door te geven dat u contact met[verhuurster; hof]
moet opnemen. Dat is niet gebeurd.”Verhuurster heeft verder geschreven dat als [naam1] niet uiterlijk 30 mei contact met haar heeft opgenomen en er geen afspraak is ingepland voor een huisbezoek, zij om ontbinding van de huurovereenkomst zal vragen.
4.Het geschil, de beslissing van de kantonrechter en de latere gebeurtenissen
5.Het oordeel van het hof
.
6.De beslissing
- € 798 aan griffierecht
- € 1.571 aan salaris van de advocaat van verhuurster (1 procespunt × appeltarief III);