Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
mr. N. El Farougui, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
- verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde veroordeeld tot een jeugddetentie van 8 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht;
- bepaald dat de jeugddetentie ten uitvoer wordt gelegd in een reguliere penitentiaire inrichting in plaats van in een justitiële jeugdinrichting;
- een aantal inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen onttrokken aan het verkeer;
- de teruggave gelast aan de rechthebbende van een aantal inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] toegewezen tot een bedrag van € 17.074,88, bestaande uit € 574,88 aan materiële schade en € 16.500,- aan immateriële schade, dit bedrag is vermeerderd met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel is opgelegd. Voor het overige is de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding.
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 12 september 2022 te [plaats] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde partij] opzettelijk van het leven te beroven, met een vuurwapen in/op het gezicht/hoofd van [benadeelde partij] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 12 september 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een (omgebouwd) vuurwapen, pistool, van het merk BBM (Bruni), model GAP, kaliber 8mm K., zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 12 september 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland,
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 mei 2022 tot en met 12 september 2022 te [plaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 mei 2022 tot en met 12 september 2022 te [plaats] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van meer dan 30 gram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 12 september 2022 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 82,6 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Overwegingen ten aanzien van feiten 1 en 2
Bewijsmiddelen voor feit 3
- de bekennende verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 22 september 2025;
- een proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict;
Bewijsmiddelen voor feiten 4 en 5
- de bekennende verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 22 september 2025;
- een proces-verbaal van bevindingen;
Bewijsmiddelen voor feit 6
- de bekennende verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 22 september 2025;
- een proces-verbaal van bevindingen;
Bewezenverklaring
hij op 12 september 2022 te [plaats] , aan [benadeelde partij] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten blijvende blindheid aan een oog, heeft toegebracht door met een vuurwapen in het gezicht van [benadeelde partij] te schieten;
hij op 12 september 2022 te [plaats] , een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een omgebouwd vuurwapen, pistool, van het merk BBM (Bruni), model GAP, kaliber 8mm K., zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad;
hij op 12 september 2022 te [plaats] ,
hij op tijdstippen in de periode van 7 mei 2022 tot en met 12 september 2022 te [plaats] , meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
hij op tijdstippen in de periode van 7 mei 2022 tot en met 12 september 2022 te [plaats] , meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
hij op 12 september 2022 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad 82,6 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
door met een omgebouwd alarmpistool op het slachtoffer te schieten. De kogel raakte het slachtoffer onder diens oog en als gevolg daarvan is hij aan dat oog blijvend blind. De rechtbank vindt het heel ernstig dat verdachte, die nog jong is, ten eerste over een vuurwapen beschikte en ten tweede dat vuurwapen ook daadwerkelijk heeft gebruikt. Door zijn handelen heeft verdachte een ontoelaatbare inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en zijn gevoel van veiligheid. Feiten als de onderhavige versterken daarnaast de in de samenleving levende gevoelens van angst en onveiligheid op straat. Meerdere mensen zijn getuige geweest van wat verdachte heeft gedaan. Tegelijkertijd weegt de rechtbank mee dat het slachtoffer zich ook niet onbetuigd heeft gelaten in de ruzie en dat hij eveneens heeft bijgedragen aan een situatie die ook voor verdachte intimiderend is geweest.
.
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 35.000,-.
€ 766,50 (80 procent van € 958,13) toewijzen. Voor wat betreft de immateriële schade stelt het hof vast dat de verdachte gehouden is tot betaling van een bedrag van € 28.000,- (80 procent van € 35.000,-).
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de rechthebbende van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 28.766,50 (achtentwintigduizend zevenhonderdzesenzestig euro en vijftig cent) bestaande uit€ 766,50 (zevenhonderdzesenzestig euro en vijftig cent) materiële schade en € 28.000,00 (achtentwintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 22.000,00 (tweeëntwintigduizend euro) aan immateriële schadeaf.