Uitspraak
[verzoeker] ,
€ 4.993,55+
€ 680,00+
€ 41.860,40 (éénenveertigduizend achthonderdzestig euro en veertig cent).
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over verzoeken tot vergoeding van kosten en schade in het kader van een strafzaak. Verzoeker, die in 2016 werd aangehouden en in voorlopige hechtenis werd genomen, heeft 219 dagen in voorarrest doorgebracht. Het hof heeft vastgesteld dat de voorlopige hechtenis onrechtmatig was, wat aanleiding gaf om een hogere vergoeding toe te kennen dan gebruikelijk. De verzoeken zijn behandeld in een openbare raadkamer op 21 oktober 2025, waar de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker, mr. J. Kuijper, aanwezig waren. Het hof heeft de verzoeken tot vergoeding van rechtsbijstand voor de aangifte en artikel 12 Sv-procedure afgewezen, maar de kosten voor rechtsbijstand in het kader van het getuigenverhoor en de procedure in hoger beroep zijn toegewezen. De totale vergoeding die aan verzoeker is toegekend bedraagt € 41.860,40. Het hof heeft zich onbevoegd verklaard voor de kosten van mr. Kuijper en heeft de overige verzoeken gedeeltelijk toegewezen. De beslissing is genomen met inachtneming van de omstandigheden van de zaak en de onrechtmatigheid van de voorlopige hechtenis.