ECLI:NL:GHARL:2025:6861

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
200.342.937
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg productieovereenkomst thee en afnamegarantie met betrekking tot redelijkheid en billijkheid in civiele procedure

In deze zaak heeft Food Experience B.V. hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, die op 5 juli 2023 en 10 april 2024 zijn uitgesproken. De kern van het geschil betreft een productieovereenkomst tussen Food Experience en Tin Tea Import Network B.V. (voorheen Smart Trade Group B.V.) met betrekking tot de levering van thee. Food Experience heeft twee orders geplaatst, maar Tin Tea heeft ook ingrediënten ingekocht op basis van prognoses van Food Experience voor mogelijke vervolgorders die nooit zijn geplaatst. Tin Tea vordert betaling van inkoopkosten en kosten voor verpakkingsmaterialen, terwijl Food Experience dit betwist en stelt dat er geen afnamegarantie is verstrekt. De rechtbank heeft de vorderingen van Tin Tea voor een groot deel toegewezen, maar Food Experience is het daar niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank in stand gelaten en geoordeeld dat er wel degelijk een afnamegarantie is overeengekomen. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd en Food Experience veroordeeld tot betaling van proceskosten. Het hof oordeelt dat het afbreken van de onderhandelingen zonder schadeloosstelling onaanvaardbaar is en dat de redelijkheid en billijkheid niet in het voordeel van Food Experience werken.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof: 200.342.937
(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem: 399805)
arrest van 4 november 2025
in de zaak van
Food Experience B.V.
die is gevestigd in Veenendaal
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de rechtbank optrad als gedaagde in conventie, eiseres in reconventie
hierna: Food Experience
advocaat: mr. M.W. Renzen
tegen
Tin. Tea Import Network B.V. (voorheen genaamd: Smart Trade Group B.V.)
die is gevestigd in Veldhoven
en bij de rechtbank optrad als eiseres in conventie, gedaagde in reconventie
hierna: Tin Tea
advocaat: mr. E. Jansberg

1.Het verloop van de procedure in hoger beroep

Food Experience heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof (hierna: het hof) tegen de vonnissen die de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, (hierna: de rechtbank) op 5 juli 2023 en 10 april 2024 tussen partijen heeft uitgesproken. Het verloop van de procedure in hoger beroep blijkt uit:
  • de dagvaarding in hoger beroep;
  • de memorie van grieven;
  • de memorie van antwoord;
  • het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 2 september 2025 is gehouden.
Hierna heeft het hof arrest bepaald.

2.De kern van de zaak

2.1.
Tin Tea en Food Experience hebben een nieuw theelabel op de Nederlandse markt geïntroduceerd (‘Australian Tea’). Tin Tea produceerde de thee en leverde deze aan Food Experience, waarna Food Experience de thee verkocht en leverde aan haar afnemers. In februari 2019 heeft Food Experience twee orders geplaatst die door Tin Tea zijn geleverd. Tin Tea heeft op basis van prognoses van Food Experience ingrediënten gekocht en als voorraad aangehouden voor mogelijke vervolgorders, door partijen ook aangeduid als order 3 en 4. Op enig moment heeft zij daarvoor ook de verpakkingsmaterialen laten maken. Deze vervolgorders zijn nooit geplaatst. Food Experience heeft de samenwerking beëindigd. Volgens Tin Tea moet Food Experience de inkoopkosten van de voorraad en de kosten van de verpakkingsmaterialen vergoeden omdat er een afnamegarantie is verstrekt en omdat zij de onderhandelingen over de vervolgorders onrechtmatig heeft afgebroken. Dat bestrijdt Food Experience.
2.2.
Tin Tea heeft bij de rechtbank na wijziging van eis gevorderd dat Food Experience wordt veroordeeld tot betaling van € 158.026,- (incl. BTW), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente. Daarnaast heeft zij een bedrag aan reeds verschenen wettelijke handelsrente gevorderd en vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten.
2.3.
De rechtbank heeft deze vorderingen voor een belangrijk deel toegewezen. Food Experience is veroordeeld tot betaling van (i) € 74.395,33 aan inkoopkosten van de voorraad, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, (ii) € 54.769,13 aan kosten voor geproduceerd verpakkingsmateriaal, te vermeerderen met de wettelijke rente, en (iii) een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Met betrekking tot de voorraad is volgens de rechtbank een afnamegarantie overeengekomen op grond waarvan Food Experience de inkoopwaarde daarvan aan Tin Tea moet vergoeden. Wat betreft de kosten van het verpakkingsmateriaal oordeelde de rechtbank dat Food Experience in strijd met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld door van het plaatsen van inkooporders af te zien zonder Tin Tea voor de gemaakte kosten schadeloos te stellen. Food Experience is het met deze beslissing niet eens. De bedoeling van haar hoger beroep is dat de toegewezen vorderingen alsnog worden afgewezen.
2.4.
Het hof laat het vonnis van de rechtbank in stand en licht die beslissing hierna toe.

3.De toelichting op de beslissing van het hof

Waarvan het hof uitgaat
3.1.
Het hof gaat uit van de feiten zoals vastgesteld in rechtsoverweging 2.1 tot en met 2.23 van het tussenvonnis van 5 juli 2023 van de rechtbank, nu Food Experience daartegen geen bezwaren (grieven) heeft geformuleerd.
Afnamegarantie
3.2.
Food Experience bestrijdt het oordeel dat een afnamegarantie is verstrekt voor de ingekochte voorraad ingrediënten. Dat kan volgens haar niet uit de e-mails van partijen worden afgeleid. Daarbij benadrukt zij dat door haar meerdere keren is meegedeeld dat met betrekking tot prognoses geen garanties worden afgegeven en dat nabestellingen afhankelijk zijn van haar afnemers. Een afnamegarantie op ingrediënten die door Tin Tea zijn ingekocht op basis van prognoses is volgens Food Experience onlogisch en staat haaks op de gemaakte voorbehouden. Dat ziet het hof, met Tin Tea, anders.
3.3.
Food Experience en Tin Tea hebben besproken dat het wenselijk is de leveringstermijnen (‘leadtime’) te verkorten. Daarvoor was het nodig dat ingrediënten voor mogelijke vervolgorders op voorraad werden gehouden terwijl nog onzeker was of en zo ja, tot welk beloop er vervolgorders zouden worden geplaatst. Inkoop van ingrediënten kon alleen plaatsvinden op basis van prognoses die door Food Experience werden verstrekt. De voorbehouden die Food Experience bij de door haar verstrekte prognoses heeft gemaakt, moeten zo worden begrepen dat onzeker is of met de prognoses corresponderende vervolgorders zullen worden geplaatst. Dat is door Food Experience niet gegarandeerd. Dit staat los van de vraag of voor de in anticipatie op vervolgorders ingekochte voorraad ingrediënten een afnamegarantie is verstrekt. Dat sluit ook aan bij wat partijen uiteindelijk hebben vastgelegd in de productieovereenkomst. In bijlage II bij deze overeenkomst is de jaarprognose voor 2019 opgenomen met de toevoeging dat aan de daarin genoemde aantallen geen rechten kunnen worden ontleend. Uit de tekst van de overeenkomst blijkt vervolgens dat Tin Tea desalniettemin op basis van die prognoses zal inkopen en dat Food Experience daarvoor een afnamegarantie zal verstrekken. Artikel 2.2 houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
“Partijen zullen vervolgens halfjaarlijks aan de hand van de verkoopresultaten van FE[Food Experience, hof]
van de door Producent[Tin Tea, hof]
geproduceerde producten een nieuwe schriftelijke prognose van door FE aan haar afnemers te verkopen theeproducten opstellen, aan de hand waarvan Producent in de daaropvolgende periode van een kwartaal voorraden van grondstoffen en verpakkingsmaterialen zal inkopen na schriftelijke opgave en bevestiging door FE. Voor voorraden grondstoffen en/of verpakkingsmaterialen zal Producent een afnamegarantie ter ondertekening sturen aan FE.”
3.4.
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat uit de e-mails van partijen blijkt dat zij een afnamegarantie zijn overeengekomen met betrekking tot de voorraad ingrediënten die Tin Tea op 14 mei 2019 heeft ingekocht. Op 2 april 2019 heeft Food Experience een jaarprognose aan Tin Tea verstrekt. In reactie daarop heeft Tin Tea op 4 april 2019 laten weten dat zij de prognoses bestudeert en een voorstel afnamegarantie zal sturen, zodat kan worden bepaald hoeveel grondstoffen er op voorraad zullen worden gezet. Food Experience heeft op 6 mei 2019 bericht dat zij een garantie wil afgeven voor de waarde van de inkoop van de biologische kruiden voor order 3 en 4. In hoger beroep stelt Food Experience dat hieruit slechts een intentie tot het verstrekken van een afnamegarantie kan worden afgeleid en dat een afnamegarantie nooit is verstrekt omdat het niet tot deze vervolgorders is gekomen. Daarmee miskent Food Experience dat de afnamegarantie juist is bedoeld voor de situatie dat voorraad moet worden aangehouden terwijl nog geen vervolgorders zijn geplaatst. Dat het niet slechts om een intentie gaat, blijkt uit de omstandigheid dat partijen daarna consequent spreken over een afnamegarantie die is verstrekt. Op 10 mei 2019 heeft Tin Tea vervolgens geïnformeerd naar de aantallen voor de vervolgorders. Zij schrijft:
“Heb jij voor mij indicatieve aantallen voor order 3 en 4 zodat wij kunnen zorgen dat de benodigde ingrediënten tijdig beschikbaar zijn bij onze productiepartner in Sri Lanka?”. Daarop is namens Food Experience op 14 mei 2019 als volgt gereageerd:
“Voor order 3 en 4 kan je de aantallen uit het overzicht voor 2019 uit mijn mail hieronder aanhouden, verminderd met de orders die al geplaatst zijn. Door de hogere listing van enkele smaken dan geprognosticeerd was, verwachten we dat er nog een extra order aan komt(…).
Kan je aangeven wat de levertijden van deze drie komende orders zullen zijn, als jullie de ingrediënten voor deze drie komende orders nu al in kunnen kopen?”Dat heeft Tin Tea in redelijkheid kunnen opvatten als groen licht (in de woorden van de later gesloten productieovereenkomst: een schriftelijke opgave en bevestiging) voor de inkoop van voorraad. Daarbij past dat Food Experience in de communicatie nadien over aangehouden voorraad nooit te kennen heeft gegeven niet met inkoop te hebben ingestemd. Het gespreksverslag dat is opgenomen in een e-mail van 27 augustus 2019 bevestigt dat met betrekking tot de voorraad ingrediënten een afnamegarantie is overeengekomen. Daarin is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“Wanneer de aantallen kruiden in Sri Lanka te laag worden(…)
geven wij opnieuw garanties af voor kruiden. Dit om het ‘nog af te nemen aantal’ op te hogen.”In hoger beroep stelt Food Experience dat het oordeel van de rechtbank onjuist is als zij hierin leest dat eerder een afnamegarantie is afgegeven, omdat uit het bericht niet volgt waarop het woord ‘opnieuw’ betrekking heeft. Food Experience maakt daarbij niet duidelijk waarop het woord ‘opnieuw’ volgens haar ziet. Het hof kan deze mail niet anders duiden dan de rechtbank heeft gedaan. Ook nadien heeft Food Experience verschillende keren bevestigd dat de afnamegarantie met betrekking tot de voorraad ingrediënten is verstrekt. Dit voor het laatst op 1 juli 2020. Op die datum heeft Tin Tea aan Food Experience een overzicht gestuurd met daarin opgenomen de jaarprognose 2019, de afgenomen aantallen en het verschil daartussen (‘resterende prognose 2019’). Daarbij schrijft zij:
“Je hebt meerdere malen aangegeven garant te staan voor de ingrediënten van de aantallen en smaken zoals hieronder weergegeven(…)
. Daarop is door Food Experience als volgt gereageerd:
“We hebben garanties afgegeven en dat zullen we nakomen. In het slechtste geval sturen jullie ons de ingrediënten toe en rekenen we af.”
Productieovereenkomst
3.5.
Op 3 oktober 2019 hebben partijen de productieovereenkomst ondertekend. Deze productieovereenkomst heeft een werking per 31 mei 2019. In artikel 2.3 is een afnamegarantie opgenomen die, voor zover hier van belang, als volgt luidt:
“Tenzij partijen expliciet schriftelijk anders overeenkomen, komen Partijen overeen dat FE door Producent voor FE aangehouden voorraden grondstoffen en/of verpakkingen die niet binnen 12 maanden na inkoop door Producent door FE worden afgenomen alsnog door FE tegen de door Producent hiervoor betaalde inkoopprijs (te vermeerderen met een vergoeding voor de kosten van opslag zijdens Producent) worden afgenomen dan wel voor rekening van FE wordt/worden vernietigd waarbij eveneens geldt dat FE hieromtrent de door Producent betaalde inkoopprijs (te vermeerderen met een vergoeding voor de kosten van opslag zijdens Producent) aan Producent is verschuldigd.”In artikel 8.1 is bepaald dat de overeenkomst alle eerdere mondelinge of schriftelijke afspraken tussen partijen als neergelegd in de overeenkomst vervangt. Daarnaast bepaalt artikel 8.3 dat de overeenkomst de gehele overeenstemming tussen partijen bevat en dat iedere wijziging pas verbindend is indien deze schriftelijk en door de bevoegde personen bij partijen is overeengekomen.
3.6.
Food Experience stelt dat de rechtbank een onjuiste uitleg aan de garantiebepaling in artikel 2.3 heeft gegeven. Daarmee miskent Food Experience dat de beslissing van de rechtbank niet berust op een uitleg van de garantiebepaling in de productieovereenkomst en gaat zij voorbij aan de essentie van het oordeel van de rechtbank. Bij de rechtbank heeft Food Experience aangevoerd dat niet aan de in de productieovereenkomst geformuleerde totstandkomingsvereisten voor een afnamegarantie is voldaan omdat er geen schriftelijke afnamegarantie ter ondertekening aan haar is toegestuurd. Daarbij heeft Food Experience ook gewezen op artikel 8.1 en artikel 8.3 van de productieovereenkomst. De rechtbank heeft dat verweer verworpen, kort gezegd omdat (i) partijen wat betreft de afnamegarantie voor de al ingekochte voorraad kennelijk van de overeenkomst afwijkende afspraken hebben gemaakt en (ii) het tegen de achtergrond van de e-mails vóór en ná het sluiten van de productieovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is als Tin Tea onverkort zou worden gehouden aan deze bepalingen van de overeenkomst. Het hof onderschrijft dat oordeel en sluit zich daarbij aan.
3.7.
Bij de uitleg van de productieovereenkomst en de afspraken tussen partijen komt het aan op de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden van het geval over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij in dat opzicht redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang, in hun onderlinge samenhang bezien.
3.8.
Door Tin Tea is onweersproken aangevoerd dat het concept van de productieovereenkomst door Food Experience is opgesteld. Tin Tea heeft wel tekstvoorstellen kunnen doen, maar is bij de onderhandelingen niet professioneel bijgestaan. De productieovereenkomst is gesloten toen partijen al geruime tijd met elkaar samenwerkten en nadat Tin Tea de voorraad had ingekocht en daarvoor door Food Experience een afnamegarantie was verstrekt. Het hof verwijst naar wat daarover hiervoor is overwogen. Hoewel de tekst van artikel 8.1 en 8.3 van de productieovereenkomst daarop wijst, ligt het bepaald niet voor de hand dat Tin Tea deze afnamegarantie voor de al ingekochte voorraad heeft willen prijsgeven. Dat partijen dit niet hebben bedoeld overeen te komen en dat ook Food Experience dit niet zo heeft begrepen, volgt uit de e-mails die Food Experience nadien heeft gestuurd. Op 24 januari 2020 schrijft Food Experience:
“Wij hebben een garantie afgegeven op de ingrediënten. Daar hoeven we dan toch niet steeds over te communiceren.”en op 1 juli 2020:
“We hebben garanties afgegeven en dat zullen we nakomen.”Voor deze berichten heeft Food Experience geen goede verklaring gegeven.
3.9.
Het hof begrijpt dat Food Experience stelt dat deze uitleg onverenigbaar is met de aard van de samenwerking en de door partijen in de productieovereenkomst gemaakte werkafspraken. Dat ziet het hof anders. Food Experience wijst erop dat de samenwerking met onzekerheden was omgeven omdat het om een nieuw product ging en dat zij geen onbeperkte en onvoorwaardelijke afnamegaranties wilde verstrekken. Daarom is in artikel 2.2 van de productieovereenkomst vastgelegd dat voorraden grondstoffen en verpakkingsmateriaal alleen zullen worden ingekocht na schriftelijke opgave en bevestiging door Food Experience en dat daarvoor een afnamegarantie ter ondertekening zal worden gestuurd. De afnamegarantie van artikel 2.3 geldt alleen voor deze voorraad. Voor voorraad die zelfstandig is ingekocht geldt geen afnamegarantie. Food Experience stelt dat artikel 2.2 hier ten onrechte aan de kant wordt geschoven. Daarin ligt de veronderstelling besloten dat de voorraad waarop de afnamegarantie betrekking heeft zelfstandig is ingekocht. Dat is onjuist. In overeenstemming met de later vastgelegde werkafspraken is deze voorraad na afstemming met Food Experience ingekocht. Het hof verwijst naar wat daarover onder 3.4 is overwogen. Food Experience wijst er nog op dat partijen voor mei 2019 hebben besproken dat een voorstel voor de afnamegaranties zou worden gestuurd en dat dit niet is gebeurd. Dat is op zichzelf juist, maar doet niet eraan af dat vervolgens in mei 2019 toch een afnamegarantie is verstrekt. Op dat moment gold daarvoor nog niet het later overeengekomen schriftelijkheidsvereiste. Met de inhoud van de productieovereenkomst is de reikwijdte van deze afnamegarantie verduidelijkt. Van een onbeperkte en onvoorwaardelijke afnamegarantie is geen sprake.
3.10.
Het voorgaande brengt ook het hof tot het oordeel dat partijen wat betreft de afnamegarantie voor de al ingekochte voorraad kennelijk van de productieovereenkomst afwijkende afspraken hebben gemaakt, met de toevoeging dat zij daarvan met het sluiten van de productieovereenkomst niet hebben willen terugkomen.
3.11.
Ten overvloede wijst het hof erop dat de bezwaren van Food Experience niet zijn toegespitst op het oordeel dat het tegen de achtergrond van de e-mails vóór en ná het sluiten van de productieovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is als Tin Tea onverkort zou worden gehouden aan de door Food Experience genoemde bepalingen van de overeenkomst. Dat oordeel kan de beslissing van de rechtbank op dit onderdeel zelfstandig dragen.
Beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (6:248 lid 2 BW)
3.12.
Food Experience stelt vervolgens dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat zij (volledig) wordt gehouden aan de afnamegarantie. Tin Tea was jegens haar verantwoordelijk voor een tijdige levering. Volgens Food Experience is de thee bij haar afnemers uit het assortiment gehaald (‘delisting’) vanwege veelvuldige leveringsproblemen als gevolg van stelselmatig tekortschieten van Tin Tea. Omdat het een nieuw te introduceren product betrof, waren de gevolgen van de ‘delisting’ groot. De gevolgen van het tekortschieten door Tin Tea moeten niet door middel van de afnamegarantie voor rekening en risico van Food Experience komen, aldus Food Experience. Daarbij weegt ook mee dat Tin Tea op eigen initiatief tot inkoop van de voorraad en de verpakkingsmaterialen is overgegaan.
3.13.
Het hof stelt voorop dat de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid terughoudend moet worden toegepast. De in dit verband door Food Experience genoemde omstandigheden rechtvaardigen niet het (geheel of gedeeltelijk) buiten toepassing laten van de afnamegarantie. Uit de door partijen overgelegde e-mails blijkt wel dat er leveringsproblemen zijn geweest. Tin Tea betwist evenwel dat de ‘delisting’ het gevolg is geweest van deze leveringsproblemen en dat zij aan de ‘delisting’ heeft bijgedragen. De rechtbank heeft al overwogen dat Food Experience deze stelling onvoldoende heeft onderbouwd. Een nadere onderbouwing heeft Food Experience vervolgens ook in hoger beroep niet gegeven. Dat mocht wel van haar worden verwacht. In een van haar laatste berichten voor het beëindigen van de samenwerking heeft Food Experience het over tegenvallende theeverkopen. Het lijkt aannemelijk dat de ‘delisting’ daarmee verband houdt. Verder is het niet juist dat Tin Tea op eigen initiatief tot inkoop is overgegaan. Hiervoor is al toegelicht dat Food Experience groen licht heeft gegeven voor de inkoop van voorraad op 14 mei 2019. Of Tin Tea op eigen initiatief verpakkingsmaterialen heeft aangeschaft, mist in dit verband relevantie. De veroordeling tot vergoeding van de daarmee gepaard gaande kosten berust niet op een afnamegarantie.
Verpakkingsmaterialen
3.14.
De rechtbank heeft met betrekking tot de verpakkingsmaterialen geoordeeld dat Food Experience daarvoor geen afnamegarantie heeft gegeven, maar dat het gelet op de omstandigheden van het geval naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Food Experience uiteindelijk van de geprognosticeerde vervolgorders heeft afgezien zonder Tin Tea schadeloos te stellen voor de kosten die zij al had gemaakt. Ook daartegen komt Food Experience in hoger beroep op. Zij stelt dat niet aan de tot terughoudendheid nopende maatstaf voor aansprakelijkheid bij het afbreken van onderhandelingen is voldaan.
3.15.
Onderhandelende partijen zijn verplicht hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen. Als maatstaf voor de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen heeft te gelden dat ieder van de onderhandelende partijen vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij moet rekening worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, terwijl, als onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daarover ten slotte op het moment van het afbreken van de onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen. [1]
3.16.
Food Experience stelt dat bij Tin Tea niet het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat de vervolgorders zouden worden geplaatst en er dus geen reden is om af te wijken van het beginsel van contractsvrijheid. Op meerdere momenten heeft Food Experience duidelijk gemaakt dat zij afhankelijk was van de verkoopresultaten van haar afnemers. Food Experience verwijst in dit verband naar haar e-mail van 2 april 2019, waarin zij schrijft:
“Onderstaand tref je wat de verwachte verkopen voor dit jaar is (t/m week 52) en de verwachting voor het gehele jaar in 2020. Uiteraard is dit voor ons ook moeilijk inschatten en zullen we pas na de eerste verkopen een betere indicatie kunnen geven.”Ook wijst zij op haar e-mail van 27 augustus 2019, waarin staat:
“Na de eerste maanden verkoop en de nieuwe verkopen(…)
kunnen we deze minimale aantallen beter inzichtelijk krijgen en hierop gaan sturen.”Meerdere keren is benadrukt dat de prognosecijfers als een indicatie moeten worden gezien. Food Experience stelt verder dat zij in haar e-mail van 10 september 2019 op de rem heeft getrapt. Daarin schrijft zij:
“Order 3 en 4 zijn geen orders en komen geen orders voor, die komen pas als wij zien dat voorraad te weinig wordt.”Uit de reactie daarop van Tin Tea blijkt dat zij wist dat er nog geen definitieve orders waren:
“Order 3 + 4 zijn geen definitieve orders. Deze zijn ingeschoten bij onze leverancier om de ingrediënten veilig te stellen.”Bij Tin Tea was dus niet het gerechtvaardigd vertrouwen aanwezig dat de vervolgorders zouden worden geplaatst, aldus Food Experience.
3.17.
Food Experience miskent dat aan het oordeel van de rechtbank niet ten grondslag ligt dat Tin Tea gerechtvaardigd heeft vertrouwd dat de vervolgorders zouden worden geplaatst. Voor partijen was duidelijk dat onzeker was of met de prognoses corresponderende vervolgorders zouden worden geplaatst. Het oordeel van de rechtbank houdt in dat het afbreken van de onderhandelingen zonder Tin Tea schadeloos te stellen hier in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar is. Dat oordeel onderschrijft het hof.
3.18.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 5 juli 2023 een aantal feitelijke uitgangspunten geformuleerd, die door Food Experience in hoger beroep niet zijn bestreden. Het hof moet daarom van de juistheid daarvan uitgaan. Wat Food Experience daarover tijdens de mondelinge behandeling heeft gesteld is te laat aangevoerd, zodat het hof daaraan voorbij gaat. In hoger beroep is uitgangspunt dat de inkoop van verpakkingsmateriaal onlosmakelijk is verbonden met de inkoop van ingrediënten, dat niet met de productie kon worden gewacht tot kort voor de beoogde verschepingsdatum, omdat papier moest worden gekocht, bedrukt, uitgesneden en met de hand gevouwen en gevuld en dat er vervolgens vier weken nodig waren om een order per vrachtschip vanuit Sri Lanka bij Food Experience te krijgen (onder 4.18). Uitgangspunt is verder dat Tin Tea niet langer kon wachten met de bestelling van het verpakkingsmateriaal, omdat het leverschema van de vervolgorders zeer krap was en erop was gericht de vervolgorders medio oktober 2019 (week 41 en 42) te leveren, wat betekende dat de vervolgorders begin september 2019 moesten worden verscheept en dat Food Experience niet heeft gewaarschuwd nog geen inkoopkosten te maken, terwijl daartoe wel gelegenheid was, maar juist heeft aangedrongen op voortvarendheid (onder 4.19). Food Experience stelt dat er geen reden was Tin Tea te waarschuwen en relativeert de betekenis van het leverschema, waar zij stelt dat dit door Tin Tea is opgesteld en dat aan de daarin geplande levertijd geen inkooporder of mondelinge bestelling ten grondslag lag. Het hof volgt haar daarin niet. Het leverschema is door Tin Tea opgesteld tegen de achtergrond van de door Food Experience verstrekte prognoses en haar instemming met de inkoop van de ingrediënten - waarmee de inkoop van verpakkingsmateriaal onlosmakelijk verbonden was - en de nadrukkelijke wens van Food Experience dat de ‘leadtime’ zou worden verkort. Tin Tea heeft onweersproken aangevoerd dat zij door Food Experience meerdere keren ter verantwoording is geroepen in verband met de levertermijnen. Het leverschema is het resultaat van de strakke regie die Food Experience op de levertijd wilde voeren om aan haar verplichtingen jegens haar afnemers te kunnen voldoen. Om de termijnen te kunnen halen moest Tin Tea verpakkingsmaterialen aanschaffen op een moment dat nog onzeker was of de vervolgorders zouden worden geplaatst om aan de levertermijnen te kunnen voldoen. Gelet op deze omstandigheden en de omstandigheid dat uit de productieovereenkomst volgt dat het partijen voor ogen stond het risico van vergeefse kosten bij Food Experience neer te leggen, is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Food Experience de onderhandelingen over de vervolgorders heeft afgebroken zonder Tin Tea voor de reeds gemaakte kosten schadeloos te stellen.
3.19.
Food Experience stelt nog dat zich onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan die ertoe hebben geleid dat het niet tot vervolgorders is gekomen. Zij herhaalt haar stelling dat er leveringsperikelen waren aan de zijde van Tin Tea die een ‘delisting’ van het product tot gevolg hebben gehad. Om die reden moet het belang van Tin Tea hier volgens Food Experience wijken voor haar belang om af te zien van zinloos geworden vervolgorders. Daaraan gaat het hof voorbij omdat niet is onderbouwd dat de ‘delisting’ het gevolg is van aan Tin Tea toe te rekenen omstandigheden. Het hof verwijst naar wat daarover hierboven onder 3.13 is overwogen.
Betalingsverplichting aan Akbar
3.20.
Food Experience trekt in hoger beroep in twijfel of Tin Tea wel een betalingsverplichting aan haar leverancier ( [leverancier] ) heeft. Als dat niet het geval is, krijgt Tin Tea een vergoeding voor kosten die zij niet heeft gemaakt. Het hof verwerpt dit niet nader gemotiveerde verweer van Food Experience. Met de overgelegde facturen en verklaring van [leverancier] heeft Tin Tea haar betalingsverplichting voldoende onderbouwd. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft zij nog nader toegelicht dat [leverancier] haar uitstel van betaling heeft verleend totdat in het onderhavig geschil een definitief oordeel is gegeven. Ongeacht de uitkomst van de procedure moet Tin Tea het volledige bedrag vervolgens betalen, waarbij met [leverancier] afspraken kunnen worden gemaakt over betalingstermijnen. Dat is daarna door Food Experience niet weersproken.
Schadebeperkingsplicht
3.21.
Food Experience stelt in hoger beroep tevergeefs dat Tin Tea niet aan haar schadebeperkingsplicht heeft voldaan. Bij de inkoopkosten van de door Tin Tea aangehouden voorraad gaat het niet om schadevergoeding, maar om nakoming van de overeengekomen afnamegarantie. Schadebeperking is daarbij daarom niet aan de orde. Bij de door Tin Tea gevorderde kosten van de verpakkingsmaterialen gaat het wel om schadevergoeding. Voor zover het standpunt van Food Experience is dat Tin Tea haar schade had kunnen beperken door de verpakkingsmaterialen aan een ander te leveren, is dat door Food Experience onvoldoende onderbouwd in het licht van de betwisting door Tin Tea. Tin Tea heeft toegelicht dat de verpakkingsmaterialen custom-made en voor anderen dan Food Experience onbruikbaar zijn. Dat is door Food Experience tijdens de mondelinge behandeling niet weersproken.
Bewijs
3.22.
Door Food Experience zijn geen feiten en omstandigheden te bewijzen aangeboden die, indien bewezen, tot een ander oordeel kunnen leiden.
De conclusie
3.23.
Het hoger beroep slaagt niet. Omdat Food Experience in het ongelijk zal worden gesteld, zal het hof Food Experience tot betaling van de proceskosten in hoger beroep veroordelen. Onder die kosten vallen ook de nakosten die nodig zijn voor de betekening van de uitspraak en de wettelijke rente daarover. De rente is verschuldigd vanaf veertien dagen na die betekening. [2]
3.24.
De veroordelingen in deze uitspraak kunnen ook ten uitvoer worden gelegd als een van partijen de beslissing van het hof voorlegt aan de Hoge Raad (uitvoerbaarheid bij voorraad).

4.De beslissing

Het hof:
4.1.
bekrachtigt de vonnissen van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem van 5 juli 2023 en 10 april 2024;
4.2.
veroordeelt Food Experience tot betaling van de volgende proceskosten van Tin Tea:
€ 6.561,- aan griffierecht
€ 7.144,- aan salaris van de advocaat van Tin Tea (2 procespunten x het toepasselijke tarief V)
4.3.
bepaalt dat al deze kosten moeten worden betaald binnen 14 dagen na vandaag en met de wettelijke rente worden verhoogd als niet op tijd wordt betaald;
4.4.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst af wat verder is gevorderd.
Dit arrest is gewezen door mrs. G.D. Hoekstra, S.B. Boorsma en A.C.M. Kuypers, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 4 november 2025.

Voetnoten

1.HR 12 augustus 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7337
2.HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.