In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 november 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [belanghebbende] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een geschil over de hoogte van de leges die aan belanghebbende zijn opgelegd in verband met een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de bouw van een distributiecentrum. De heffingsambtenaar had een bedrag van € 887.345,25 aan leges in rekening gebracht, gebaseerd op een berekening van de bouwkosten. Belanghebbende heeft hiertegen bezwaar gemaakt en is in beroep gegaan, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft belanghebbende betoogd dat de heffingsambtenaar de aanslag ten onrechte heeft berekend op basis van de bouwkosten volgens de Kengetallen, die volgens belanghebbende geen wettelijke basis hebben. Het Hof heeft geoordeeld dat de Beleidsregel en de Kengetallen niet krachtens de Legesverordening zijn vastgesteld en dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de opgelegde aanslag leges correct is. Het Hof heeft de aanslag leges verminderd tot € 796.889,50 en de uitspraak van de rechtbank vernietigd. Tevens is de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.