ECLI:NL:GHARL:2025:7477
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van Dexia in hoger beroep wegens verval recht op memorie van grieven
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 november 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende Dexia Nederland B.V. (hierna: Dexia). De procedure is gestart naar aanleiding van een eerder arrest van 5 februari 2019. Na een meervoudige comparitie op 8 mei 2019 is de zaak geroyeerd en in 2025 hervat. Dexia diende op 26 augustus 2025 een memorie van grieven in, maar deze werd niet tijdig en op de juiste wijze ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat de memorie van grieven op 23 september 2025 voor 10.00 uur had moeten worden ingediend, maar dit is niet gebeurd. De memorie die na de deadline door een ander dan de advocaat van Dexia werd ingediend, is door het hof geweigerd. Hierdoor is het recht van Dexia om deze proceshandeling te verrichten vervallen.
Het hof oordeelt dat Dexia in de appeldagvaarding geen gronden voor het hoger beroep heeft aangevoerd en geen memorie van grieven heeft ingediend. Dit betekent dat de vordering in hoger beroep niet naar de eisen van de wet met redenen is omkleed. Het hof verklaart Dexia niet-ontvankelijk in haar vordering in hoger beroep en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de geïntimeerde, waaronder griffierecht en salaris van de advocaat. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.