ECLI:NL:GHARL:2025:7480
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenleasezaak Dexia: Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep door verval recht op memorie van grieven
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een eerdere uitspraak. De procedure is gestart naar aanleiding van een arrest van 5 februari 2019, waarna op 8 mei 2019 een meervoudige comparitie heeft plaatsgevonden. Dexia heeft na dit arrest een akte na tussenarrest ingediend, terwijl de geïntimeerde ook een akte heeft genomen. De zaak is geroyeerd en in 2025 hervat. Bij de hervatting is de zaak verwezen naar de rol van 26 augustus 2025 voor het indienen van een memorie van grieven. Dexia heeft echter op deze datum geen memorie van grieven ingediend, en ook niet op de verlengde termijn tot 23 september 2025. Het hof heeft vastgesteld dat het recht op het indienen van een memorie van grieven is vervallen.
De beslissing van het hof is gebaseerd op het feit dat Dexia in de appeldagvaarding geen gronden voor het hoger beroep heeft aangevoerd en geen memorie van grieven heeft ingediend. Hierdoor is de vordering in hoger beroep niet naar de eisen van de wet met redenen omkleed. Het hof heeft Dexia dan ook niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering in hoger beroep. Daarnaast is Dexia veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep, inclusief de nakosten voor de betekening van de uitspraak. De proceskosten zijn vastgesteld op € 313,- aan griffierecht en € 1.214,- aan salaris van de advocaat van de geïntimeerde.