In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 december 2025 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding dat was ingesteld door huurders tegen een vonnis van de kantonrechter. De huurders, die met hun acht minderjarige kinderen in een sociale huurwoning wonen, waren in hoger beroep gegaan tegen de ontruiming van hun woning vanwege structurele overlast en huurachterstand. De verhuurster, Stichting Actium, had de ontruiming gevorderd na herhaaldelijke klachten van buren over geluidsoverlast en andere overlastsituaties. De kantonrechter had de vorderingen van de verhuurster toegewezen, wat leidde tot de ontruiming van de huurders. Het hof heeft in zijn oordeel bevestigd dat de huurders in gebreke zijn gebleven met hun huurbetalingen en dat er sprake was van aanhoudende overlast. Het hof oordeelde dat de belangen van de minderjarige kinderen voldoende gewaarborgd zijn en dat er geen vooruitzicht is dat de huurders hun gedrag zullen aanpassen. De ontruiming werd bekrachtigd, evenals de toewijzing van de huurachterstand en de kosten van ontruiming. Het hof heeft de huurders hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de ontruimingskosten, en hen ook veroordeeld in de proceskosten.