ECLI:NL:GHARN:1999:AA1464
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W.M. van der Waerden
- J.B.H. Röben
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-beschikking inzake onroerende zaak en waardebepaling
In deze zaak gaat het om een beroep tegen de WOZ-beschikking van de gemeente, waarbij de waarde van de onroerende zaak van belanghebbende is vastgesteld op ƒ 425.000,-. De belanghebbende, eigenaar van een vrijstaande woonboerderij in Z, betwist deze waardebepaling en stelt dat de waarde door recente ontwikkelingen, zoals de aanleg van een rondweg en de mogelijke aanleg van de noordtak van de Betuwelijn, aanzienlijk lager zou moeten zijn. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 5 januari 1999, waarbij zowel de belanghebbende als de ambtenaar van de gemeente aanwezig waren. De ambtenaar heeft in het vertoogschrift betoogd dat de waarde van de onroerende zaak niet door de genoemde ontwikkelingen is gedaald, en dat de ambtenaar zorgvuldig heeft gehandeld. Het hof heeft geoordeeld dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde op 1 januari 1997 door de genoemde omstandigheden zodanig was beïnvloed dat een nieuwe waardevaststelling noodzakelijk was. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond. De proceskosten worden niet toegewezen.