ECLI:NL:GHARN:2003:AM0338
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Lamens
- R. den Ouden
- C.M. Ettema
- Rechtspraak.nl
Geschil over de rechtmatigheid van een belastingaanslag en het vertrouwensbeginsel
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 24 september 2003, staat centraal of de belastingaanslag die aan belanghebbende is opgelegd terecht is. Belanghebbende, aangeduid als [X], betwist de aanslag op de grond dat de verschuldigde belasting onder de wettelijke aanslaggrens van ƒ 432 (€ 196) ligt. Daarnaast doet zij een beroep op het vertrouwensbeginsel, stellende dat zij erop mocht vertrouwen dat er geen belasting verschuldigd zou zijn op basis van het aangifteprogramma van de Belastingdienst.
De Inspecteur van de Belastingdienst, verweerder in deze procedure, stelt echter dat de aanslag terecht is opgelegd. Hij wijst erop dat de verhoging van de gecombineerde heffingskorting tot een te hoog bedrag is genoten, wat de aanslag rechtvaardigt. De Inspecteur betoogt dat het aangifteprogramma geen in rechte te beschermen vertrouwen biedt, omdat het programma expliciet vermeldt dat aan de berekeningen geen rechten kunnen worden ontleend.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 september 2003, waarbij de belanghebbende niet aanwezig was, werd de zaak besproken. Het Hof concludeert dat de aanslag terecht is vastgesteld, omdat de belanghebbende een te hoge heffingskorting heeft ontvangen. De relevante wetgeving, met name artikel 9.4 van de Wet inkomstenbelasting, wordt ingeroepen om de beslissing te onderbouwen. Het Hof oordeelt dat de aanslaggrens niet van toepassing is in dit geval, omdat de verhoging van de heffingskorting onterecht was.
Het Gerechtshof verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en ziet geen aanleiding voor een kostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en afschriften zijn op 29 september 2003 verzonden.