ECLI:NL:GHARN:2004:AR8508
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep kort geding
- R. Rijken
- S. Smeeïng-van Hees
- A. Groen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de prevalentie van overeenkomsten in het kader van een woongebruiksovereenkomst en dienstverleningsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding tussen [appellant], die licht verstandelijk gehandicapt is en gedragsproblemen heeft, en de stichting ASVZ van Koetsveldstichting. ASVZ verleent sinds 1 januari 2001 psychosociale hulp aan [appellant] en er is een dienstverleningsovereenkomst tot stand gekomen. De kern van het geschil betreft de woongebruiksovereenkomst die in 2003 is gesloten, waarbij [appellant] gebruik maakt van een woonruimte. [appellant] stelt dat deze overeenkomst moet worden gekwalificeerd als een huurovereenkomst, die alleen kan worden beëindigd door ontbinding of opzegging volgens de wettelijke bepalingen. Hij vordert toegang tot de woonruimte zolang de huurovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd.
Het hof overweegt dat de woongebruiksovereenkomst op zichzelf beschouwd een huurovereenkomst is, maar dat de bepalingen van de dienstverleningsovereenkomst prevaleren boven die van de woongebruiksovereenkomst, voor zover deze niet verenigbaar zijn. Het hof concludeert dat de woongebruiksovereenkomst afhankelijk is van de dienstverleningsovereenkomst. ASVZ heeft de dienstverleningsovereenkomst per 6 januari 2004 beëindigd vanwege onaanvaardbaar agressief gedrag van [appellant]. Het hof oordeelt dat [appellant] geen beroep kan doen op de wettelijke bepalingen met betrekking tot de huur van woonruimte, omdat de beëindiging van de dienstverleningsovereenkomst ook de beëindiging van de woongebruiksovereenkomst met zich meebrengt.
Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellant] in de kosten van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 16 november 2004 door de eerste civiele kamer van het Gerechtshof Arnhem.