ECLI:NL:GHARN:2007:BB0624
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- R. den Ouden
- J. van de Merwe
- J.W. Zwemmer
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep inzake aanslagen recht van successie na ambtshalve vermindering door de Inspecteur
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 21 juni 2007, gaat het om de niet-ontvankelijkheid van het beroep van belanghebbenden tegen aanslagen in het recht van successie. De belanghebbenden, X1, X2, X3 en X4, hadden bezwaar gemaakt tegen vier aanslagen die waren opgelegd naar aanleiding van de verkrijging uit de nalatenschap van A, die op 9 december 1997 was overleden. De aanslagen waren aanvankelijk vastgesteld op € 356.984, maar na bezwaar waren deze verminderd tot € 351.684. De belanghebbenden gingen in beroep bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat hun beroep gegrond verklaarde en de aanslagen vernietigde. De Staatssecretaris van Financiën ging echter in cassatie bij de Hoge Raad, die de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch vernietigde en de zaak verwees naar het Gerechtshof Arnhem.
Na verwijzing heeft de Inspecteur zijn standpunt gewijzigd en de aanslagen ambtshalve verminderd naar € 326.984. De belanghebbenden hebben hierop gereageerd en verzocht om een proceskostenveroordeling. Het Hof oordeelde dat, omdat de Inspecteur ambtshalve tegemoet was gekomen aan het bezwaar van de belanghebbenden, er geen procesbelang meer was. Hierdoor kon het beroep niet meer tot een gunstiger resultaat leiden, wat leidde tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard.
Het Gerechtshof Arnhem heeft de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbenden, die zijn vastgesteld op € 1.449. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. C.E. te Brake. Tegen deze uitspraak staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden, waarbij bepaalde procedurele vereisten in acht moeten worden genomen.