ECLI:NL:GHARN:2008:BE9067
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Mollema
- A. Kuiper
- J. de Hek
- Rechtspraak.nl
Uitleg van het afbouwbeding in arbeidsovereenkomsten en de gevolgen voor persoonlijke toeslagen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, ging het om een geschil tussen FNV Bondgenoten en Butter Infratransport BV over de uitleg van een afbouwbeding in arbeidsovereenkomsten van chauffeurs. De zaak is ontstaan na de overname van chauffeurs van Korteweg B.V. door Butter in april 2002. De chauffeurs ontvingen een persoonlijke toeslag bovenop hun loon, die afhankelijk was van hun eerdere beloning bij Korteweg. FNV Bondgenoten stelde dat de persoonlijke toeslag alleen verlaagd mocht worden met de CAO-verhogingen van het functieloon, terwijl Butter meende dat de afbouw berekend moest worden op basis van het totale salaris inclusief emolumenten.
Het hof oordeelde dat de uitleg van FNV correct was. De tekst van de arbeidsovereenkomsten gaf aan dat de persoonlijke toeslag alleen verlaagd mocht worden met de CAO-verhoging van het functieloon. Het hof verwierp de berekeningswijze van Butter, die de persoonlijke toeslag wilde verlagen door deze te koppelen aan een breder scala van vergoedingen. Het hof bevestigde dat de kantonrechter in eerste aanleg de verkeerde uitleg had gehanteerd en dat de afbouw van de persoonlijke toeslag moest plaatsvinden volgens de richtlijnen van de arbeidsovereenkomsten.
Het hof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en wees de vorderingen van FNV grotendeels toe. Butter werd veroordeeld tot nakoming van de afspraken in de arbeidsovereenkomsten en moest de chauffeurs een specificatie verstrekken van de te veel afgebouwde persoonlijke toeslag. Tevens werd Butter veroordeeld in de proceskosten van beide instanties. Dit arrest benadrukt het belang van duidelijke afspraken in arbeidsovereenkomsten en de noodzaak om deze afspraken correct uit te leggen in het geval van geschillen.