ECLI:NL:GHARN:2008:BG7506
Gerechtshof Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen bindende tariefinlichting in accijnszaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 december 2008 uitspraak gedaan over een bezwaar van een B.V. tegen een bindende tariefinlichting van de Inspecteur van de Belastingdienst/Douane. De Inspecteur had op 7 januari 2004 een geschrift met de titel 'EUROPESE GEMEENSCHAP - BINDENDE TARIEFINLICHTING' naar de belanghebbende gestuurd. Het bezwaar dat de belanghebbende hiertegen indiende, werd door de Inspecteur op 15 april 2004 afgewezen. Hierop heeft de belanghebbende beroep aangetekend bij de Douanekamer van het Gerechtshof te Amsterdam, dat zich op 18 december 2007 onbevoegd verklaarde en de zaak verwees naar het Gerechtshof Arnhem.
Tijdens de zitting op 26 juni 2008 heeft de Inspecteur zijn standpunt toegelicht, terwijl de gemachtigde van de belanghebbende niet verscheen. Het Hof heeft de pleitnota van de Inspecteur in de beoordeling betrokken. De kern van het geschil was of de belanghebbende ontvankelijk was in haar bezwaar tegen de bindende tariefinlichting. Het Hof oordeelde dat de bindende tariefinlichting geen voor bezwaar vatbare beschikking was, omdat deze niet was genomen op basis van wettelijke bepalingen in de Douanewet. Dit betekende dat de belanghebbende geen recht had om bezwaar te maken.
Het Hof concludeerde dat de Inspecteur ten onrechte het bezwaar van de belanghebbende had ontvangen. De uitspraak van de Inspecteur werd vernietigd en de belanghebbende werd niet-ontvankelijk verklaard in haar bezwaar. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat het Hof geen termen aanwezig achtte voor een kostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.