ECLI:NL:GHARN:2009:BI4424
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- E.A.K.G. Ruys
- E.H. Schulten
- F.J.H. Rutgers van der Loef
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van kosten van rechtsbijstand na seponering van strafzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 18 mei 2009 uitspraak gedaan over een verzoek tot vergoeding van kosten van rechtsbijstand, ingediend door een appellant wiens strafzaak was geseponeerd. De officier van justitie had op 8 mei 2008 aan de raadsman bericht dat het opsporingsonderzoek tegen de appellant was stopgezet wegens gebrek aan wettig bewijs. Hierdoor eindigde de zaak zonder oplegging van straf of maatregel. De appellant verzocht om een vergoeding van € 21.107,42 voor de kosten van zijn raadsman, maar de rechtbank had dit verzoek afgewezen omdat de strafzaak was geseponeerd op procedurele gronden. Het hof oordeelde dat de kosten van de raadsman alleen voor vergoeding in aanmerking komen indien deze daadwerkelijk ten laste van de gewezen verdachte zijn gekomen en dat de declaraties van de raadsman slechts een uitgangspunt zijn voor de beoordeling van de billijkheid van de vergoeding. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de appellant daadwerkelijk kosten van rechtsbijstand had gemaakt in de geseponeerde zaak. De overgelegde stukken, waaronder een urenstaat en een bankafschrift, gaven geen duidelijkheid over de gemaakte kosten. Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en wees het verzoek tot vergoeding van de kosten van de raadsman af.