ECLI:NL:GHARN:2009:BK1126
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijk verklaring beroepschrift door rechtbank
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 oktober 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Arnhem. De rechtbank had het beroepschrift van de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het volgens de rechtbank niet de benodigde gronden bevatte. Het Hof heeft echter geoordeeld dat het beroepschrift wél de gronden van het beroep bevatte, zoals bedoeld in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onderdeel d van de Awb. Dit oordeel is gebaseerd op de inhoud van het beroepschrift in relatie tot de eerdere uitspraak van de rechtbank en de omstandigheden van de zaak.
Het Hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard. Tevens heeft het Hof de uitspraak op bezwaar van de Inspecteur vernietigd en de zaak terugverwezen naar de Inspecteur voor een nieuwe beslissing op het bezwaar. De kosten van de procedure zijn vastgesteld op € 60,00, en de Staat is gelast om het griffierecht van de belanghebbende te vergoeden, dat hij heeft betaald voor zowel de behandeling bij de rechtbank als het hoger beroep bij het Hof.
De uitspraak is openbaar gedaan en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De procedure voor het indienen van een cassatieberoep is uiteengezet, inclusief de vereisten voor het beroepschrift.