ECLI:NL:GHARN:2009:BK3226
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake belastingaanslag en verzuimboete voor het jaar 2002
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Arnhem met betrekking tot een aanslag in de inkomstenbelasting en een verzuimboete voor het jaar 2002. De belanghebbende ontving een aanslag met dagtekening 21 oktober 2004, berekend naar een belastbaar inkomen van € 11.883, en een verzuimboete van € 113. De Inspecteur verklaarde het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag en boete niet-ontvankelijk. De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aanslag gehandhaafd, maar geen beslissing genomen over de boetebeschikking.
Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, waarbij de Inspecteur een verweerschrift indiende. Tijdens de zittingen in hoger beroep, die plaatsvonden op 14 januari en 8 oktober 2009, is de Inspecteur gehoord, maar belanghebbende was niet verschenen. Het Hof heeft vastgesteld dat de Rechtbank de boetebeschikking over het hoofd heeft gezien, aangezien de aanslag en boete op één biljet zijn vermeld. Het Hof concludeert dat de zaak voor wat betreft de boete moet worden teruggewezen naar de Rechtbank.
Het geschil betreft de vraag of belanghebbende recht heeft op arbeidskorting en aftrek wegens verliezen op beleggingen. Het Hof oordeelt dat belanghebbende niet heeft aangetoond recht te hebben op de gevraagde aftrekken. De uitspraak van de Rechtbank wordt gedeeltelijk vernietigd, de belastingaanslag wordt gehandhaafd, en de boetebeschikking wordt teruggeworpen naar de Rechtbank voor verdere behandeling. De kostenveroordeling wordt afgewezen, omdat er geen kosten zijn aangetoond.