ECLI:NL:GHARN:2010:BM2027
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- C.W.P. van Gelder
- M.A.J.S. de Vries Robbé - de Roy van Zuydewijn
- A.E.F. Hillen
- Rechtspraak.nl
Ouderschapsregeling en omgangsregeling in hoger beroep
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 13 april 2010, gaat het om een verzoek tot wijziging van de omgangsregeling tussen de ouders van twee kinderen. De vader, vertegenwoordigd door mr. A. Gerards, verzoekt om uitbreiding van de omgangsregeling met de donderdag, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door mr. T.J.H. Zwiers, zich hiertegen verzet. Het hof heeft eerder op 28 juli 2009 een tussenbeschikking gegeven waarin een ouderschapsonderzoek is gelast, uitgevoerd door dhr. De Grijs. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 maart 2010 zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en is de Raad voor de Kinderbescherming vertegenwoordigd door J.J. de Vries.
Het hof heeft de argumenten van de vader overwogen, waaronder zijn bezwaren tegen het deskundigenrapport van dhr. De Grijs. Het hof concludeert dat dhr. De Grijs voldoende deskundig is om het onderzoek uit te voeren, ondanks de bezwaren van de vader. Het hof stelt vast dat de huidige omgangsregeling goed functioneert en dat een wijziging in het belang van de kinderen niet wenselijk is. De moeder heeft haar werktijden aangepast, waardoor de noodzaak voor de grootouders om op donderdag op de kinderen te passen vervalt. Het hof wijst het verzoek van de vader af om de omgangsregeling uit te breiden met de donderdag, maar stemt in met een kleine wijziging in de eindtijd van de omgang op dinsdag.
De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking van de rechtbank Arnhem te bekrachtigen en de eerdere beschikking van 12 december 2007 te wijzigen, zodat de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders worden verdeeld. De kinderen zullen bij de vader verblijven volgens een vastgestelde regeling. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.