Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 26 augustus 2014
de rechtspersoon naar vreemd recht INTEGRATED LOGISTICS CO.,
advocaat: mr. R. Smink te Enschede.
Het geding
De beoordeling van het hoger beroep
EXW (ex works) Zweibrücken. De koopprijs moest in zijn geheel één week vóór levering worden betaald.
EXW Zweibrücken. Daarbij werd mede overeengekomen dat een gebruikte kraan type CC2800 (hierna: de ruilkraan) voor een bedrag (inruilwaarde) van € 3.100.000
FOB Kuwait (Harbour), defects and damages repaired,tot "
partial payment", deelbetaling, van de koopprijs voor de kraan zou dienen.
Mode of payment" voor de kraan bepaalt artikel 8 van de koopovereenkomst:
Deposit, aanbetaling, van € 250.000 aan Van Adrighem gedaan.
Amendment" op de koopovereenkomst (hierna: het amendement) overeengekomen, waarbij de inruilwaarde van de ruilkraan werd verlaagd tot € 2.750.000. Bij het amendement was tevens partij Nebem B.V. te Dordrecht, aan wie Van Adrighem daarbij de ruilkraan verkocht voor de koopprijs van € 2.750.000. De partijen namen in het amendement in aanmerking dat Demag inmiddels aan Van Adrighem had bericht dat de kraan op of omstreeks 15 april 2009 zou worden geleverd.
Mode of payment" voor de kraan bepalen de artikelen 3, 4 en 5 van het amendement:
letter of creditzou geschieden of zou mogen geschieden, dan wel juist uitgesloten zou zijn.
FOB Kuwaitzou worden afgeleverd met het oog op te boeken scheepsvervoer.
letter of credit, onder meer met de volgende inhoud.
letter of creditzou op verzoek van Van Adrighem
transferableaan Demag zijn;
letter of creditgenoemde documenten, waaronder:
letter of credit;
truck consignment notevan verlading van de kraan c.a. op vrachtwagens volgens de door Demag verstrekte paklijst, voor akkoord ondertekend door ILC (ILC heeft de stelling van Van Adrighem, zoals vervat in sustenu 19 CvE in reconventie, dat het hier gaat om een certificaat van verlading op vrachtwagens, niet bestreden);
truck consignment noteaan de agent van ILC zou afgeven voordat ILC de ruilkraan
FOB Kuwaitzou afleveren.
mainly your non compliance with the payment terms as agreed between parties".
swaptussen Van Adrighem en het Belgische bedrijf Sarens N.V. (hierna: Sarens) overeengekomen en uitgevoerd, hetgeen inhield dat Sarens de aanspraken van Van Adrighem op Demag ter zake van de kraan (de 52020, met betaling- en afnameverplichting in april 2009) overnam en Van Adrighem in ruil daarvoor de aanspraken van Sarens ter zake van een soortgelijke kraan (serienummer 52027, met betaling- en afnameverplichting in oktober 2010; kennelijk per abuis is in de stukken een aantal malen "oktober 2009" in plaats van oktober 2010 genoemd) overnam, een en ander zonder bijbetaling. Op of na 29 april 2009 heeft Sarens de 52020 aan/van Demag betaald en afgenomen.
swapin die zin teruggedraaid dat Van Adrighem de kraan kreeg (en Sarens de aanspraken op Demag ter zake van de 52027 terugkreeg).
letter of creditniet in overeenstemming was met zijn verplichting onder de koopovereenkomst en het amendement om te betalen voorafgaand aan de levering van de kraan, dat dit een wezenlijke tekortkoming als bedoeld in artikel 64, eerste lid, onder a, Verdrag opleverde en dat Van Adrighem derhalve ingevolge dat artikel daarin aanleiding kon vinden de koopovereenkomst en het amendement ontbonden te verklaren zoals zij dat heeft gedaan. Tegen deze oordelen zijn de
incidentele grieven I tot en met VIgericht.
letter of credit, dus via documentair krediet, heeft een geldschuldenaar niet zonder meer aanspraak, ook niet in het internationale handelsverkeer, hoe zeer het daarin ook gebruikelijk is een dergelijke wijze van betaling overeen te komen. In het onderhavige geval moest ILC bovendien rekening ermee houden dat hij niet op die manier zou mogen betalen, nu Van Adrighem zijn eerdere daarop gerichte voorstel bij e-mail van 23 februari 2009 had verworpen. Daaraan doet niet af dat, zoals de eerste rechter onbestreden heeft overwogen, onvoldoende gesteld of gebleken is dat de partijen uitdrukkelijk een dergelijke wijze van betaling hebben uitgesloten.
upon", dus terstond of kort na, ontvangst van het bericht van Demag dat de kraan gereed was en voorafgaand aan de levering van de kraan. Eveneens staat vast dat ILC na ontvangst van evengenoemd bericht van Demag te kennen gaf dat hij wilde betalen via documentair krediet, hetgeen ten minste betekende dat zijn bank pas tegen presentatie van de in de
letter of creditgenoemde documenten (zie hierboven, onder 1.i) zou betalen, en dat hij aan die wens vast hield hoewel Van Adrighem hem bij herhaling heeft bericht dat zij niet wilde dat op die manier werd betaald. Zonder nadere uitleg viel in het bijzonder niet aan te nemen dat Van Adrighem al vóór de levering van de kraan zou kunnen beschikken over de
truck consignment notevan - reeds verrichte - verlading van de kraan c.a. op vrachtwagens, één van de documenten die Van Adrighem aan de bank van ILC zou moeten presenteren alvorens die bank zou betalen. Reeds daarom leverde het vasthouden van ILC aan zijn wens te betalen door middel van een
letter of crediteen tekortkoming op in de nakoming van de krachtens de koopovereenkomst en het amendement op hem als koper rustende verplichtingen.
upon" ontvangst van het bericht van Demag dat de kraan gereed was (zoals zij al in de koopovereenkomst van augustus 2007 waren overeengekomen) en voorafgaand aan de levering van de kraan.
upon" in dit verband niet zonder meer "na", zoals ILC meent, maar "terstond of kort na" betekent. ILC voert zelf ook aan dat hij de tijd moest hebben om te kunnen betalen, maar niet dat de tijd die hem ten dienste stond van 23 maart 2009 tot 15, laat staan tot 16, april 2009, daartoe niet toereikend was. ILC stelt ook geen feiten en omstandigheden die kunnen meebrengen dat de partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen de door hem voorgestane zin mochten toekennen en te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten dat hij niet terstond of kort na ontvangst van het bericht van Demag dat de kraan gereed was, behoefde te betalen.
transferable,
letter of credit) zou hebben geleid tot betaling aan Demag voorafgaand aan de levering van de kraan.
letter of creditdie hij als productie 5B in hoger beroep in het geding heeft gebracht, moet voorbij worden gegaan. Het betreft hier een bijlage bij een brief van Gulf Bank in Koeweit van 14 september 2013 (productie 5A), welke bijlage op tal van punten afwijkt van de inhoud die de
letter of creditzou hebben volgens de (hierboven, onder 1.i bedoelde) e-mail van 13 april 2009. Overigens wordt ook in deze concept
letter of creditbepaald dat betaling plaats vindt tegen presentatie van onder meer "
signed packing list ... stating that each item of goods shipped is included on the packing list ..."; zonder nadere uitleg valt niet aan te nemen dat Van Adrighem al vóór de levering van de kraan zou kunnen beschikken over een paklijst van reeds verzonden (
shipped) onderdelen van de kraan. ILC kan dan ook niet worden gevolgd in zijn opmerking dat nergens in de concept
letter of creditom documenten wordt gevraagd waarin levering voorafgaand aan betaling wordt geëist.
truck consignment notewaaruit zou blijken dat de kraan c.a. reeds op vrachtwagens is verladen.
transferable,
letter of creditte betalen.
incidentele grieven VII en VIIIzijn gericht tegen de motivering van de afwijzing van vordering (2) van ILC. Nu Van Adrighem echter blijkens het voorgaande gerechtigd was tot ontbondenverklaring, is zij niet verplicht de schade die ILC als gevolg van de ontbinding heeft geleden, te vergoeden. Deze grieven missen dus doel.
principale grief Igericht. Tegen de voormelde oordelen en, zo begrijpt het hof, de daarop gebaseerde afwijzing van de vordering, zijn de
principale grieven II tot en met VIIIgericht.
principale grief Iwordt als volgt overwogen.
principale grieven II tot en met VIIIwordt als volgt overwogen.
letter of creditzou betalen. Blijkens het hoger overwogene behoefde Van Adrighem een dergelijke manier van betalen niet te accepteren. Op deze door ILC aangevoerde gronden kan ook dit betoog daarom niet als juist worden aanvaard.
swapmet Sarens aan te gaan, de kraan aan Sarens had kunnen verkopen voor dezelfde koopprijs als de met ILC overeengekomen koopprijs. Aldus bestrijdt hij echter onvoldoende de andersluidende stelling van Van Adrighem (geen bijbetaling omdat het een vriendendienst was), zodat de bewering ontoereikend is toegelicht en wordt gepasseerd.
In calculating the amount of damages owed to the aggrieved party, the loss to the aggrieved party resulting from the breach is to be offset, in principle, by any gains to the aggrieved party resulting from the non-performance of the contract.
however, advantages gained are not to be taken into account if there is no adequate connection with the loss and [they] are related to the injured party's own expenditure (e.g. insurance); it would be contrary to the principle of good faith [artikel 7, lid 1, Verdrag] for the liable party to be exempted by them.
The aggrieved party must bring into account ... any compensating gains which offset its loss ... Compensating gains typically arise as the result of a cover transaction concluded by the aggrieved party. But it is for the non-performing party to show that the transaction generating the gains was indeed a substitute transaction, as opposed to a transaction concluded independently of the default.
swapvan eind april, begin mei 2009, geen aanspraken ter zake van de kraan meer had nu die aanspraken door Sarens waren overgenomen. Ook de stelling dat Van Adrighem de
swapkon terugdraaien, is ontoereikend, omdat Van Adrighem dat niet eenzijdig kon doen maar daarvoor op de medewerking van Sarens was aangewezen, terwijl gesteld noch gebleken is dat Sarens tegenover Van Adrighem ertoe gebonden was die medewerking te verlenen.
swap, haar aanspraken ter zake van de kraan zonder voorbehoud aan Sarens had prijsgegeven en vervolgens, door met Sarens terugdraaien van de
swapovereen te komen, de kraan van Sarens heeft verworven. Het beweerde doel van de ontbinding levert dan niet het vereiste verband tussen schade en voordeel op.
swapen het terugdraaien daarvan, die tussen hen plaatsvonden, materieel als niet ter zake doende moeten worden beschouwd. Dat betoog vindt onvoldoende steun in datgene wat hij eraan ten grondslag legt: de betrokkenheid van Van Adrighem en Sarens bij Nebem B.V. en de bereidheid van Sarens tot terugdraaien van de
swap, terwijl Sarens anders zelf de winst op de verkoop aan het Russische bedrijf had kunnen maken.
principale grieven IX en Xmaakt Van Adrighem bezwaar tegen de verwerping van haar beroep op opschorting en verrekening ten aanzien van haar verplichting tot terugbetaling aan ILC van € 250.000, het bedrag van de op 5 september 2007 door ILC aan Van Adrighem gedane aanbetaling, en tegen de toewijzing van onderdeel (1) van de eis van ILC. In hoger beroep voert zij echter aan dat zij haar beroep op verrekening "converteert" in, naar het hof begrijpt, het onderdeel (€ 250.000) van de hoofdsom waarmee zij haar eis vermeerdert. Daaruit moet worden afgeleid dat zij haar beroep op verrekening laat varen, hetgeen weer meebrengt dat ook aan haar beroep op opschorting geen betekenis meer kan toekomen. Bij gebreke van verder verweer moet dan worden geoordeeld dat onderdeel (1) van de eis van ILC tot het gevorderde bedrag van € 250.000, met de rente zoals op de voet van artikel 6:120, lid 1, BW vastgesteld met ingang van 9 december 2010 tot de dag van voldoening, terecht is toegewezen. Bij verdere bespreking van deze grieven heeft Van Adrighem geen belang.
3 juli 2013, de datum van de memorie van grieven, zulks bij gebreke van houvast voor een eerdere ingangsdatum.