In deze zaak gaat het om de vernietigbaarheid van een overeenkomst tot levering van internetpublicaties, gesloten tussen Proximedia Nederland B.V., h.o.d.n. BeUp, en een kleine patisserie-eigenaar, hierna te noemen [geïntimeerde]. De overeenkomst, die op 27 september 2011 werd gesloten, had een looptijd van 48 maanden en legde aanzienlijke financiële verplichtingen op aan [geïntimeerde]. Hij stelde dat de overeenkomst tot stand was gekomen onder invloed van dwaling, omdat hij niet goed op de hoogte was van de voorwaarden en de gevolgen van de overeenkomst. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat de vertegenwoordigers van BeUp hadden moeten begrijpen dat [geïntimeerde] niet volledig op de hoogte was van wat hij ondertekende.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat [geïntimeerde] aannemelijk heeft gemaakt dat zijn handtekening onder de overeenkomst niet berustte op zijn wil om de overeenkomst aan te gaan. Het hof oordeelde dat de omstandigheden waaronder de overeenkomst tot stand kwam, waaronder de druk van de vertegenwoordigers van BeUp en het gebrek aan bedenktijd, hebben geleid tot een situatie waarin [geïntimeerde] niet in staat was om weloverwogen een beslissing te nemen. Het hof verwierp het beroep van BeUp op gerechtvaardigd vertrouwen, omdat de vertegenwoordigers onvoldoende onderzoek hadden gedaan naar de situatie van [geïntimeerde] en de overeenkomst niet in zijn voordeel was.
Uiteindelijk heeft het hof het bestreden vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, wat betekent dat de overeenkomst als niet tot stand gekomen wordt beschouwd. BeUp werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, en de kostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.