Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 7 juni 2016
[appellante],
Het geding
De beoordeling van het hoger beroep
bekrachtigd.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Rotterdam had op 4 april 2016 de schuldsaneringsregeling van de appellante beëindigd, omdat zij niet voldeed aan haar verplichtingen uit de regeling en nieuwe bovenmatige schulden had laten ontstaan. De appellante had in het verleden een schuldsaneringsregeling toegewezen gekregen, maar voldeed niet aan de sollicitatieverplichting en had een nieuwe schuld van € 190,-- aan haar zorgverzekeraar. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 mei 2016 heeft de bewindvoerder verklaard dat de appellante niet aan haar verplichtingen voldeed en dat de informatieverplichting moeizaam verliep. Het hof oordeelde dat de appellante onvoldoende inspanningen had geleverd om aan haar verplichtingen te voldoen en dat de nieuwe schulden bovenmatig waren. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en concludeerde dat de appellante niet in staat was om haar verplichtingen na te komen, wat leidde tot de beslissing om de schuldsaneringsregeling te beëindigen.