ECLI:NL:GHDHA:2016:3312
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- J.T. Sanders
- U.E. Tromp
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over toepasselijkheid van overdrachtsbelastingtarief bij verkrijging onroerende zaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin de vraag centraal staat of het tarief van zes of twee procent overdrachtsbelasting van toepassing is bij de verkrijging van een onroerende zaak. Belanghebbende en zijn echtgenote hebben op 5 februari 2015 een perceel grond verworven, bestemd voor de bouw van een woning, en hebben hiervoor overdrachtsbelasting voldaan naar het tarief van zes procent. De inspecteur van de Belastingdienst heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de voldoening van de overdrachtsbelasting afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in hoger beroep ging bij het Gerechtshof Den Haag.
Tijdens de mondelinge behandeling is de inspecteur verschenen, maar belanghebbende heeft zich om praktische redenen niet laten vertegenwoordigen. Het Hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het tarief van zes procent van toepassing is, omdat het perceel grond niet kan worden aangemerkt als een woning in de zin van de Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de wetsgeschiedenis en eerdere jurisprudentie, waaruit blijkt dat grond bestemd voor woningbouw niet onder het verlaagde tarief valt. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling.