ECLI:NL:GHDHA:2017:2408
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot het bevelen van een gedwongen schuldregeling ex artikel 287a Fw
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarin haar verzoek om Hema B.V. te bevelen in te stemmen met een door haar aangeboden schuldregeling werd afgewezen. Het hof heeft op 15 augustus 2017 geoordeeld dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat Hema in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling. Het hof heeft vastgesteld dat het voorstel van [appellante] goed en betrouwbaar is gedocumenteerd en dat de schuld aan Hema, die voortkwam uit verduistering door [appellante] als medewerkster, niet voldoende grond biedt voor Hema om de regeling te weigeren. Het hof heeft overwogen dat de belangen van [appellante] en de overige schuldeisers zwaarder wegen dan het belang van Hema bij volledige betaling van haar vordering. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank vernietigd en Hema bevolen in te stemmen met de door [appellante] aangeboden schuldregeling. Het hof heeft geen kostenveroordeling uitgesproken, aangezien [appellante] hier niet om had verzocht. Het hof heeft ook opgemerkt dat [appellante] inmiddels een aanzienlijk deel van de hoofdsom heeft afgelost en dat de totale schuldenlast van [appellante] € 20.956,51 bedraagt, met een aanbod van 12,7% van de preferente vorderingen en 6,35% van de concurrente vorderingen.