Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.Het verdere verloop van het geding
2.De verdere beoordeling van het hoger beroep
- GGZ Delfland heeft 242 facturen overgelegd, die zij (aanvankelijk) als frauduleus heeft bestempeld. Daarvan heeft GGZ Delfland 21 facturen (aangemerkt als
- GGZ Delfland is in haar memorie van antwoord na tussenarrest tot de conclusie gekomen dat de totale schade die zij door toedoen van [appellant] heeft geleden € 715.193,41 bedraagt. Dat bedrag ligt aanzienlijk hoger dan het schadebedrag dat zij aanvankelijk had berekend op basis van de (oorspronkelijke) lijst frauduleuze facturen die zij in de conclusie van antwoord in reconventie heeft opgenomen. (€ 431.620,-). GGZ Delfland heeft haar vordering op [appellant] evenwel niet gewijzigd.
- De facturen die GGZ Delfland bij memorie van antwoord na tussenarrest heeft overgelegd, hebben betrekking op drie periodes: (1) de periode waarin [appellant] samenwerkte met Data Wells (factuurnrs. 1 tot en met 152), (2) de periode waarin [appellant] samenwerkte met [ICT ...] (factuurnrs. 153 tot en met 233), en (3) de periode dat [appellant] samenwerkte met It Become One (hierna: IBO) (factuurnrs. 234 tot en met 242).
- De facturen zijn in drie categorieën ingedeeld: facturen voor zaken en/of diensten die niet zijn geleverd (B-Facturen), facturen voor zaken en/of diensten die bestemd zijn voor [appellant] in privé, althans anderszins ten onrechte bij GGZ Delfland in rekening zijn gebracht (C-facturen), en facturen voor zaken en/of diensten die wel zijn geleverd, maar waarbij door toedoen van [appellant] een te hoge marge is berekend (D-facturen). Een aantal facturen valt zowel in de categorie B als in de categorie D.
- [appellant] heeft zich actief bemoeid met de facturering en het prijsbeleid van Data Wells en [ICT ...] ; hij dicteerde welke prijs zij bij GGZ Delfland in rekening moesten brengen. De marges die aldus in rekening werden gebracht waren absurd groot. In alle gevallen dat een te hoge marge is berekend (de D-facturen), moet de schade volgens GGZ Delfland worden geschat omdat niet met zekerheid valt te zeggen wat de “juiste” marge zou zijn geweest. Dit heeft GGZ Delfland op de volgende wijze gedaan: GGZ Delfland is bekend met de inkoopprijzen van Data Wells en [ICT ...] omdat zij in het kader van het onderzoek heeft kunnen beschikken over hun bankrekeningen. Deze inkoopprijzen heeft GGZ Delfland verhoogd met een marge van 12,5%. Het verschil tussen deze marge en de werkelijk berekende marge is, volgens GGZ Delfland, de schade. De marge van 12,5% heeft zij ontleend aan een uitspraak van rechtbank Rotterdam van 8 juni 2016. Zij meent dat deze marge in ieder geval niet te hoog is omdat uit andere (niet frauduleuze) facturen van Data Wells en [X] blijkt dat er doorgaans een marge tussen de 3-5% werd berekend.
- Data Wells en [ICT ...] hebben veel verdiend aan de klandizie van GGZ Delfland: respectievelijk € 339.803,67 (in ruim acht maanden) en € 1.245.930,51 (in ruim 17 maanden). [appellant] heeft van [Z] (eigenaar van Data Wells) en [X] in diezelfde periodes substantiële vergoedingen ontvangen (respectievelijk € 70.410,52 en € 256.379,20).
- GGZ Delfland is van mening dat het hof de kunstgrepen van [appellant] als een geheel zou moeten nemen. Omdat [appellant] als enige wist bij welke leveranties wel werd gefraudeerd en bij welke niet, is zij verder van mening dat omkering van de bewijslast op zijn plaats is en dat [appellant] de legitimiteit van de door GGZ Delfland betwiste leveranties moet bewijzen.
- GGZ Delfland heeft in de memorie van antwoord na tussenarrest onder nr. 38 verwezen naar een aantal bewijsaanbiedingen in haar conclusie van antwoord in reconventie. Het gaatmet name om het aanbod te bewijzen door middel van (getuigen)bewijs dat sprake is van frauduleuze facturen. En om het leveren van het bewijs dat [appellant] en [X] (in hun samenwerking) hebben gefraudeerd.
, vraagt of het kan dat anderen buiten mijn medeweten contact hebben gehad (bijvoorbeeld met [ICT ...] ), over werkzaamheden rond Perspectief. Dat is absoluut onmogelijk, want we hadden alle spullen daarvoor al in huis. U zeg dat u uit het dossier een andere indruk krijgt, in die zin dat daar een mail in zit van [E] aan [ICT ...] met een vraag over Perspectief. (…) Dat zou dan een ‘patchkast’ moeten wezen. Dat heeft niks met het netwerk – en daarmee dus ook niks met mijn werk – te maken. Het zou dus, inderdaad, dat zegt u goed, kunnen dat er specifiek hierover buiten mij om contact is geweest tussen [ICT ...] en GGZD.
Nee, dat heb ik niet. Maar de leveringen die op de facturen voorbij kwamenkon
je ook niet controleren, op de facturen stonden namelijk producten die bij GGZD niet bestonden. Zo was er, om u een voorbeeld te geven, een factuur die zag op een mainframe. Dat hebben wij bij GGZD helemaal niet, dat zijn héél grote computers.”
“Voordat ik onder mijn politieverklaringen een handtekening zette, heb ik ze eerst helemaal doorgelezen. Wat ik toen las klopte.”(productie 9 bij memorie van grieven)
. Het was namelijk zo dat [appellant] zag dat [X]( [X] , hof)
en ik moeite hadden om de omvang van de werkzaamheden binnen DATA WELLS, die behoorlijk groot was door wat er op ons afkwam via GGZ DELFLAND, goed te organiseren. [appellant] heeft toen voorgesteld om ons als adviseur daarmee te gaan helpen. [appellant] wilde voor zijn adviezen en hulp aan ons wel een vergoeding hebben. Dat bestond uit een geldelijke vergoeding maar soms ook uit door middel van een zakenlunch. Over de hoogte van de geldelijke vergoeding is niet gesproken. Zowel [X] als ik konden ons daar in vinden want wij dachten allebei wel dat we op die manier een goed bedrijf op konden zetten. Tevens vond ik dat we bij het beginnen van DATA WELLS ook wel behoorlijk afhankelijk waren van GGZ DELFLAND als eerste klant. Ik vond het dan ook wel een goed idee dat [appellant] ons wilde helpen (…)”
Ik weet wel dat hij op een gegeven moment een zogenaamde blousen-strijkmachine wilde hebben en die hebben wij ook ingekocht en aan hem geleverd. Wij hebben deze bij hem thuis laten afleveren.
“Als wij dit(verlenging van de Microsoft licenties, hof)
nu eens voor de helft binnen kunnen slepen? Kan ik van mijn bonus fix op vacantie….”(memorie van antwoord nr. 19 en productie 2 bij die memorie). Uit deze e-mail blijkt dat [appellant] zich identificeerde met de zakelijke belangen van Data Wells.
“manager ICT-Groep dhr. [appellant] ”,zodat aannemelijk is dat de facturen hem in de meeste gevallen wel zullen hebben bereikt. Er is echter geen zekerheid dat [appellant] al deze facturen ook daadwerkelijk heeft goedgekeurd. Daar komt nog bij dat veel van de facturen met ontbrekende handtekening en stempel voor het eerst bij memorie van antwoord na tussenarrest zijn overgelegd. Het had op de weg van GGZ Delfland gelegen hierover direct een toelichting te geven, hetgeen zij heeft nagelaten. Bovendien rust op GGZ Delfland de bewijslast dat [appellant] de facturen zonder zijn handtekening en stempel heeft goedgekeurd. GGZ Delfland heeft echter nagelaten een voldoende concreet bewijsaanbod te doen. Het staat derhalve niet vast dat [appellant] de facturen zonder zijn handtekening en stempel heeft goedgekeurd.
- Volgens GGZ Delfland heeft [appellant] gefraudeerd met facturen van 2Confirm (een sms-dienst) door een zeer hoge marge te rekenen over de factuur die de toeleverancier van deze dienst ( [B] ) aan Data Wells (en later aan [ICT ...] ) in rekening bracht. Uit de verklaring van [B] ten overstaan van de rechter-commissaris blijkt echter dat hij de door Data Wells in rekening gebrachte doorverkoopprijs niet extreem hoog achtte. Tegen deze achtergrond heeft GGZ Delfland onvoldoende gemotiveerd waarom het in de branche waar het hier om gaat, sprake zou zijn van een te hoge marge en waarom een marge van (hooguit) 12,5% redelijk zou zijn.
- Verder is [D] door de politie als getuige gehoord. Met zijn bedrijf […] Services heeft [D] , met tussenkomst van Data Wells / [X] , voor GGZ Delfland websites ontwikkeld en gebouwd. Tijdens het getuigenverhoor bij de politie heeft [D] geconstateerd dat zijn facturen door Data Wells / [X] met een factor 2½ zijn verhoogd. Hij zegt daarover:
“Hebben we daar geen crediet?”.Daarop antwoordt [X] :
“Krijgen we binnenkort. Ik heb nog een 2% extra inkoopvoordeel onderhandeld! Dit geldt alleen als ik binnen 4 dagen betaal. Dus nog meer marge voor de zaak
”. (nr. 21 memorie van antwoord en productie 4 bij die memorie). Het hof is met GGZ Delfland van oordeel dat deze e-mailwisseling erop wijst dat [appellant] nauw betrokken was bij de gang van zaken en dat deze e-mails erop wijzen dat [appellant] profiteerde van het inkoopvoordeel dat [X] had bedongen.
: “Graag een voor 2x 1499,-”. Daarop stuurt [X] een aangepaste factuur waarop de stuksprijs is verhoogd tot € 1.499,- exclusief btw, met een begeleidende e-mail waarin staat:
“Bij deze een hele nieuwe factuur (nieuw factuurnr) met de aangepaste prijs.”(memorie van antwoord nrs. 44-48, producties 17-19 bij die memorie). [appellant] heeft geen verklaring gegeven voor het – op zijn instigatie – verhogen van de prijs.
“Leica 14486, Handgreep M8.2 Black”. [appellant] vraagt verder of [X] de betaling in een factuur wil verwerken met als kenmerk
“L14486HP”. [X] stuurt [appellant] op 4 januari 2011 een factuur waarin is verwerkt
“14486 Handgrip M8.2 Black”tegen een prijs van € 263,95 exclusief BTW. Volgens GGZ Delfland moet deze handgreep voor [appellant] zelf zijn geweest, omdat GGZ Delfland geen Leica camera in bezit heeft en dus geen baat heeft bij deze handgreep. (memorie van antwoord nrs. 75-81, producties 35-37 bij deze memorie).
“129436-00 Beats Headset”voor een bedrag van € 199,- exclusief BTW. Het gaat volgens GGZ Delfland om oordopjes van het merk
“Beats by dr. Dre”type 129436-00. Verder bevat de factuur een artikel met de omschrijving
“MC692ZD Nano”. Volgens GGZ Delfland gaat het om een Apple iPod Nano 8GB in de kleur roze. De oordopjes zijn bestemd voor deze iPod. GGZ voert aan dat zij deze iPod en oordopjes niet heeft besteld en ook niet geleverd heeft gekregen. (nr. 82 memorie van antwoord, producties 38 en 39 bij deze memorie).
“HTC HD2 Mobile phone”voor een bedrag van € 525,- (exclusief BTW). Dit betreft volgens GGZ Delfland een designtelefoon van het merk Jacob Jensen, die bij GGZ Delfland niet in gebruik is en door GGZ Delfland ook nooit is ontvangen (memorie van antwoord nr. 97 en 98). [appellant] heeft deze stelling niet weersproken.
- Factuur nr. 155 ziet onder meer op een luidsprekerkabel. De totale factuur bedraagt € 677,11. Volgens [appellant] was deze kabel bedoeld voor een begeleid wonen project.
- De facturen met de nrs. 159 (€ 1.000,-), 167 (€ 213,96), 171 (€ 628,88), 175 (€ 192,78), 215 (€ 1.071,55) Volgens GGZ Delfland gaat het om (deels exclusieve) lampen/verlichting die niet voor haar organisatie bedoeld zijn. Volgens [appellant] zijn de lampen aangeschaft op verzoek van de technische dienst en zijn zij niet geschikt voor een normaal huishouden.
- Factuur nr. 176 ten bedrage van € 516,46. Het gaat volgens GGZ Delfland om een navigatiesysteem (Tom Tom) dat niet voor haar is bedoeld. [appellant] voert aan dat hij het navigatiesysteem heeft besteld op verzoek van de technische dienst ten behoeve van een bestelauto.
“natuurlijk (…) een onherkenbare omschrijving”, De kantonrechter heeft daarover overwogen dat terzake van de Tom Tom genoegzaam is gebleken dat [appellant] en [X] misbruik hebben gemaakt van de positie die [appellant] bij GGZ Delfland had. In de memorie van grieven heeft [appellant] daarover aangevoerd dat de factuur gewoon klopt en dat de Tom Tom gewoon bij GGZ Delfland in gebruik is (nr. 70 memorie van grieven). Dat is – gelet op de e-mailwisseling – een onvoldoende betwisting.
fishing expeditiondie enkel was ingegeven door het feit dat [appellant] botste met zijn leidinggevende, [Y] . Uit het voorafgaande volgt dat deze grief ongegrond is. Tegen de toewijzing van de buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van € 9.044,- heeft [appellant] geen grief gericht. Die veroordeling blijft dus in stand.