Uitspraak
a) de aangiftes Inkomstenbelasting 2017 en 2018 alsmede, en indien aanwezig, de daarbij behorende aanslagen;
a) Aangifte Inkomstenbelasting 2018
- op 10 juli 2019 van de zijde van de vrouw een journaalbericht van diezelfde datum met bijlagen;
- op 10 juli 2019 van de zijde van de man een brief van diezelfde datum met bijlagen;
- op 12 juli 2019 van de zijde van de man een brief van 11 juli 2019 met bijlage.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat.
- de hierna te noemen [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] aan de vrouw zal betalen een bedrag van € 223,- per maand per kind, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
- [de minderjarige 3] aan de vrouw zal betalen een bedrag van € 467,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
- [de minderjarige 1] , geboren [in] 2002 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [de minderjarige 1] );
- [de minderjarige 2] , geboren [in] 2003 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [de minderjarige 2] );
- [de minderjarige 3] , geboren [in] 2012 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [de minderjarige 3] ).
- [de minderjarige 2] bij de man zal zijn één weekend in de maand, in onderling overleg tussen [de minderjarige 2] , de man en de vrouw te bepalen, waarbij dit ook het weekend mag zijn waarin [de minderjarige 3] bij de man is;
- [de minderjarige 1] bij de man zal zijn één weekend in de maand zonder [de minderjarige 3] of [de minderjarige 2] , waarbij vooraf concrete afspraken worden gemaakt tussen [de minderjarige 1] , de ouders over het moment van de omgang;
- voornoemde zorgregelingen kunnen worden uitgebreid onder regie van de jeugdbeschermer.
- de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen (hierna ook: de kinderalimentatie);
- de door de man te betalen uitkering tot levensonderhoud voor de vrouw (hierna ook: de partneralimentatie).
Kinderalimentatie
€ 950,- per maand (beide bedragen geïndexeerd naar 2018). Nu daartegen geen grief is gericht, gaat het hof daar eveneens van uit.
€ 90.000,- bruto per jaar.
€ 100.000,- per jaar. Gezien de kwetsbaarheid van de BV, die op dit moment maar één opdrachtgever en één werknemer heeft, en in 2018 een grote daling heeft gehad in haar omzet, alsmede rekening houdend met bedrijfskosten, acht het hof het salaris dat de man zich thans uitkeert van € 90.000,- bruto per jaar een redelijke beloning. Het resterende bedrag van
€ 10.000,- is dan beschikbaar voor bedrijfskosten en reserveringen.
Partneralimentatie
4 september 2019.