Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 23 juni 2020
[appellant] ,
Autoverhuurbedrijf Middelbeek B.V.,
Het geding
De feiten
“De tarieven zijn inclusief verzekering”.
Het geschil en de vorderingen in eerste aanleg
Verder heeft de kantonrechter geoordeeld dat niet is niet komen vast te staan dat [appellant] zich op overmacht kan beroepen ten aanzien van de omstandigheid dat een niet in de huurovereenkomst genoemde bestuurder schade heeft veroorzaakt. Het moet er daarom voor worden gehouden dat is gehandeld in strijd met artikel 7 van de algemene verhuurvoorwaarden en dat de schade derhalve niet is beperkt tot een eventueel eigen risico (als bedoeld in artikel 8 van de algemene verhuurvoorwaarden). [appellant] is daarom jegens Middelbeek gehouden de volledige schade te vergoeden, welke, onweersproken door [appellant] en [achterneef] , door Middelbeek is gesteld op € 16.769,64.
De kantonrechter heeft daarom [appellant] en [achterneef] hoofdelijk veroordeeld om aan Middelbeek te betalen een bedrag van € 16.769,64, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 maart 2014 tot aan de dag van algehele voldoening, en met hoofdelijke veroordeling van [appellant] en [achterneef] in de proceskosten.
De vordering in hoger beroep
De beoordeling van het hoger beroep
niet gesproken over de gehuurde auto en hem op geen enkele wijze toestemming gegeven om de auto of de sleutels mee te nemen. Hij wist wel dat ik een auto had gehuurd, omdat hij met mij was meegereden naar de autoverhuurder Middelbeek. Een derde heeft ons beide bij Middelbeek toen afgezet. Ik wist dat de heer [achterneef] geen rijbewijs had. Dat was voor mij dus ook een reden om de auto nooit aan hem mee te geven. De volgende dag heb ik van de vrouw van de heer [achterneef] gehoord dat hij een ongeluk had gehad met een auto. Na enige tijd heb ik me bedacht of dat niet misschien met de auto zou kunnen zijn geweest die ik van Middelbeek had gehuurd. Ik weet echt niet meer na hoeveel tijd dat is geweest en waarom ik dat op een gegeven moment ben gaan denken. Ik ben op een gegeven moment naar buiten gelopen en zag dat de gehuurde auto was verdwenen en ook merkte ik op een gegeven moment dat de sleutels van de auto waren verdwenen. Ik kan het me echt niet herinneren in welke volgorde zich dat allemaal heeft afgespeeld. Ik kan me wel herinneren dat ik erg kwaad op de heer [achterneef] was toen ik hoorde dat hij een ongeluk had gehad met de door mij gehuurde auto, die hij zonder mijn toestemming had meegenomen.(…)”
(…). Ik kan mij nog herinneren dat enige tijd daarna[nadat [appellant] de Ford bij [medewerker] had gehuurd, het hof]
, ik weet niet meer hoelang, de heer [appellant] op een maandagochtend om circa 9.30 uur naar ons belde. Ik kreeg hem aan de lijn. Hij vertelde dat de zaterdag daarvoor een ongeluk was gebeurd met de door hem gehuurde auto. Het ging om een ernstig ongeluk. Hij vertelde ook dat dat was gebeurd nadat iemand de sleutels van de tafel had gegrist. (…)”
vernietigt daarom de overeenkomst op grond van dwaling. Voorts doet [appellant] een beroep op buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst wegens een tekortkoming in de nakoming van Middelbeek, namelijk het niet all risk verzekeren van de Ford. Volgens [appellant] is er daardoor geen grondslag (meer) voor de vordering van Middelbeek op hem. Verder stelt [appellant] zich (naar het hof begrijpt: subsidiair) op het standpunt dat de schade wegens eigen schuld – het niet verzekerd zijn van de Ford – op grond van artikel 6:101 lid 1 BW voor rekening van Middelbeek komt.