Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaaknummer rechtbank : C/10/605844 / HA ZA 20-981
1.[appellant 1] ,
2. Stichting [appellant 2] ,
3. [appellant 3] B.V.,
4. [appellant 4] ,
[bedrijf 1] B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 24 maart 2023, waarmee [appellanten] in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 28 december 2022 (hierna: het vonnis);
- de dagvaarding van 24 maart 2023, waarmee de curator in hoger beroep is gekomen van het vonnis;
- de memorie van grieven van [appellanten] , met producties;
- de memorie van antwoord in principaal appel, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, van de curator, met producties;
- de memorie van antwoord in incidenteel appel van [appellant 4] , met één productie.
3.Feiten
“Schuldenaar verzoekt om de Lening te continueren voor een bepaalde tijd tot 1 januari 2016. Schuldeiser heeft in het verleden de opeisbare lening niet uitgewonnen, maar behoudt zich wel uitdrukkelijk het recht voor op grond van het voortdurende verzuim, daartoe voor l januari 2016 over te gaan.”
zitting ging zeer goed, rechter was zeer kritisch tegen [naam 4] [bestuurder van Multiquest;
toevoeging hof], en hij was zeer onzeker en duidelijk leugens, (...)
rechter was inderdaad aardig met mij....
kortom, uitspraak op zijn vroegst binnen 18 ma[a]nden..
maar de risico is nog aanwezig, omdat lening is opeisbaar in 2016 ..... tot dan moet [bedrijf 1] waardeloos zijn .... daar moet de aandacht op gericht ...
vicarus aandelen moeten ook eruit of verpand ... wij moeten nog over hebben, uiteraard dat de waarde moet ook bekend zijn (zodra beschikbaar tijd, probeer de aandelen te waarderen op 10/ 11 keer de huur...
de 500 k vordering [bedrijf 2] moet ook eruit voor de tijd ... of [bedrijf 2] verkopen aan israelische bv voor zachte prijs? of vordering verkopen aan israelisch bv of ruilen met ontwikkeling in israel middens minderheid belang in bestaande bv in israel? (…)”
2- aandelen [bedrijf 1] in nieuwezijds: wordt ook overgedragen aan andere SPF”
1-ni[e]uwezijds: (...) ....voorlopig ook nog geen curator....en misschien ook nooit..... (...) en baat niet, schaad ook niet.....hooguit nog wat bij betalen…..
(...)
ik doe mijn best om alles te beschermen voor in het geval van.....niet omdat ik verwacht het...maar je weet het ook nooit....tijden zijn ook raar....”
hierbij statuten stichting [appellant 3] spf te curacao,
voor rest aandeelhouders nieuwezijds 50 verandert niets, (...) goed voor de continuïteit, ik blijf ook aansprakelijk voor alle verplichtingen [bedrijf 1] richting nieuwezijds bv, net als voor de lening van 150.000 eur.”
3-onmogelijk om niet ingezetenen in nederland failliet te verklaren of zijn faillissement aanvragen, dus echt stappen tegen mij in prive vrij beperkt tot beslagen op prive bezit in Nederland.”
“Graag verzoek ik je langs deze weg één dezer dagen zorg te (doen) dragen voor overboeking van het dividend (...). De uitkeringslijst luidt als volgt:
(…)
Desgewenst mag ook, het volledige bedrag aan de ‘ [appellant 1] -kant’ ad EUR 87.500 aan Holba Vastgoed B.V. worden overgemaakt. Ik stuur deze e-mail ook in kopie aan [appellant 1] .”
“Alleen [appellant 1] kant” bestaat niet.....wel holba en [appellant 3] bv”
“Uiteraard bedoel ik met “ [appellant 1] kant” [appellant 3] BV en Holba BV. Voorheen spraken we wel over de van “[naam 3]- en [appellant 1] kant”. Zo maar een zegswijze.....”
“Klopt en begrijpelijk….ik wil alleen voorzichtig blijven....[bedrijf 1] is al borg voor vicarus, zamosc....
Ooit gaat wat fout….en binding mag net gelegd worden”
toevoeging hof] opgeëist”
je was maar bezig met de administratie met nul aansprakelijkheid.... zon curator zoek eerst wie kan hij aansprakelijk stellen....zo niet, probeer hij indruk op je te maken...”
laat mij graag weten hoe [bedrijf 2] kan geliquideerd worden, er is uiteraard geen enkel plan om [bedrijf 2] 500.000 te gaan betalen na dat het was voor 1 euro verkocht .... de koper vraag het ook niet .... de dossier [bedrijf 2] moet netjes en volgens de wet afgesloten worden”
dat vind ik niet erg als hij niet wil mee werken, feit dat ik woon niet in holland is ook zeer lastig voor hem, hij kan mij aansprakelijk stellen, maar hij kan niks mee, de huis is toch onder beslag etc ... en ik ga nooit weer wonen in nederland,
gezien de leeftijd en gezondheid, zeer langdurig procederen gaat ook niets aan hem leveren.... alleen geld aan hem ten kosten van de crediteurs....
ik weet niet hoe het gaat in de faillissement wet in holland, maar in israel, crediteurs kunnen benaderd worden met schikking voorstel de curator is dan on hold....
naar mijn mening overwaard vicarus en grond in moordrecht kan een goede basis zijn voor zon schikking, en zo niet, ook niet erg.... uiteindelijk, niets bijzonders.... er zijn erger dingen....”
2- vordering [bedrijf 2] op [appellant 3] wordt vordering Vordering op mij in prive, of wat dan ook fiscaal wettig,”
4.Procedure bij de rechtbank
a. te verklaren voor recht dat [appellanten] (primair) onrechtmatig hebben gehandeld jegens [bedrijf 1] en de gezamenlijke schuldeisers van [bedrijf 1], althans (subsidiair) ongerechtvaardigd zijn verrijkt, althans (meer subsidiair) een of meerdere, dan wel het samenstel van, rechtshandelingen nietig is dan wel buitengerechtelijk is vernietigd;
b. [appellanten] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan de curator van schadevergoeding nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
c. [appellanten] hoofdelijk te veroordelen om als voorschot op de schadevergoeding aan de curator te betalen een bedrag van € 4.000.000,- althans een bedrag dat de rechtbank juist en rechtvaardig acht; en
d. [appellanten] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding, de beslagkosten daaronder begrepen, met wettelijk rente.
(a) [appellant 1] heeft met de verkoop van de indirecte deelneming in Nieuwe Zijds aan [appellant 2] en vervolgens aan [appellant 3] zonder dat daarvoor een koopsom is betaald, opzettelijk en doelbewust actief uit het vermogen van [bedrijf 1] gehaald om dat buiten bereik van de schuldeisers van [bedrijf 1] te brengen. Daarbij heeft [appellant 1] de door hem beheerste rechtspersonen [bedrijf 2], [appellant 2] en [appellant 3] gebruikt. Zonder betrokkenheid van deze rechtspersonen, aan wie de wetenschap en de onrechtmatige intenties van [appellant 1] moeten worden toegerekend, was de onttrekking niet mogelijk geweest. [appellant 1] en de door hem beheerste rechtspersonen hebben daarmee een onrechtmatige daad gepleegd jegens [bedrijf 1] en de gezamenlijke schuldeisers van [bedrijf 1];
(b) Uit de stukken kan niet worden afgeleid dat [appellant 4] kennis had van de onttrekkingsconstructie of dat hij daarbij op zodanige wijze betrokken was dat (ook) hij hoofdelijk aansprakelijk kan worden geacht voor de daardoor door [bedrijf 1] en de gezamenlijke schuldeisers geleden schade. Daarbij acht de rechtbank van belang dat de deelneming Nieuwe Zijds ten tijde van de verkrijging van de aandelen door [appellant 4] zich al bijna anderhalf jaar niet meer in het vermogen van [bedrijf 2] bevond;
(c) Voor de begroting van de voor vergoeding in aanmerking komende schade wordt aangesloten bij de prijs die [appellant 3] in 2015 voor de aandelen heeft gekregen, zodat het door de curator gevorderde voorschot van € 4.000.000,- toewijsbaar is. Voor de overige schade wordt verwezen naar de schadestaatprocedure.
[appellant 1] , [appellant 2] en [appellant 3] zijn in de proceskosten van de curator veroordeeld. De curator is in de proceskosten van [appellant 4] veroordeeld, aan de zijde van [appellant 4] door de rechtbank begroot op nihil. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
i) de verkoop op 21 januari 2013 van het aandelenbelang in Nieuwe Zijds door [bedrijf 2] aan [appellant 2] voor € 500.000,-, waarbij [appellant 2] de koopprijs aan [bedrijf 2] verschuldigd is gebleven;
ii) de (door)verkoop op 3 juni 2013 van dit aandelenbelang door [appellant 2] aan [appellant 3] , waarbij [appellant 3] de schuld van [appellant 2] aan [bedrijf 2] heeft overgenomen;
iii) de verkoop op 26 juni 2014 door [bedrijf 1] van haar aandelenbelang in [bedrijf 2] voor € 1,- aan [appellant 4] ; en
iv) de verkoop op 31 december 2015 door [appellant 3] van het aandelenbelang in Nieuwe Zijds voor circa € 4.100.000,- aan een derde (de [naam 3]-groep).
Naar de mening van de curator hebben deze transacties slechts één doel gehad, namelijk het onttrekken van activa aan (het vermogen van) [bedrijf 1] om dat buiten het bereik van haar schuldeisers te brengen.
om alles te beschermen voor in het geval van...”. Ook de e-mail van 25 april 2014 van [appellant 1] aan [naam 2] is in dit verband veelzeggend: “
de risico is nog aanwezig, omdat lening is opeisbaar in 2016 tot dan moet [bedrijf 1] waardeloos zijn”. Dat [appellant 1] voort is gegaan met het veilig stellen van actief om verhaal van schuldeisers van [bedrijf 1] zo moeilijk mogelijk te maken, blijkt ook uit de e-mail van 29 december 2014 van [appellant 1] aan [naam 2]: “
omdat uitspraak multiquest verwacht na januari 2015, graag de verpanding activeren en dan zij wij klaar met [bedrijf 1]”. Uit deze correspondentie blijkt voorts dat [appellant 1] toen al rekening hield met een faillissement van [bedrijf 1] en een aanspraak van een curator in verband met de verkoop van de aandelen Nieuwe Zijds: “
ni[e]uwezijds: (...) ....voorlopig ook nog geen curator....en misschien ook nooit..... (...) en baat niet, schaad ook niet.....hooguit nog wat bij betalen”. Het voorgaande kan tot geen andere conclusie leiden dan dat [appellant 1] doelbewust het indirecte aandelenbelang in Nieuwe Zijds aan het vermogen van [bedrijf 1] heeft onttrokken om [bedrijf 1] en de schuldeisers van [bedrijf 1] te benadelen ten gunste van hemzelf c.q. de door hem beheerste rechtspersonen.
ownership and control’ gebracht. De verkoop in 2013 zonder dat daarvoor enige vergoeding is betaald, terwijl [bedrijf 1] in een moeilijke financiële positie verkeerde, was dus al onrechtmatig. De verkoop door [appellant 3] in december 2015 was het sluitstuk van deze door [appellant 1] en de door hem beheerste rechtspersonen opgetuigde onrechtmatige verhanging, waardoor de waarde die de aandelen Nieuwe Zijds vertegenwoordigden (circa € 4,1 miljoen) ten gunste van hemzelf c.q. de door hem beheerste rechtspersonen geïncasseerd kon worden en is daarmee onderdeel van de onrechtmatige onttrekkingsconstructie.
at arms length’ te verkopen aan een derde, zoals in 2015 ook is geschied aan de [naam 3]-groep. In dat geval zou [bedrijf 1] (via haar 100% deelneming [bedrijf 2]) over een substantiële bate hebben beschikt, namelijk van ten minste € 4 miljoen, gezien de koopprijs die de [naam 3]-groep in 2015 aan [appellant 3] heeft betaald. Niet in geschil is dat [bedrijf 1] in de werkelijke situatie geen enkele vergoeding heeft ontvangen voor de via [bedrijf 2] gehouden deelneming in Nieuwe Zijds. Dat ontnomen voordeel vormt de schade van [bedrijf 1] en die van haar gezamenlijke schuldeisers. Het voorschot op de schadevergoeding van € 4.000.000,- is dan ook terecht toegewezen. Grief 3 faalt.
voorlopig is het dhr. [appellant 4] of nog nader te noemen koper”. Evenmin is gesteld of gebleken dat er activiteiten door [appellant 4] vanuit [bedrijf 2] in Nederland zijn ontwikkeld. Bovendien bleef [appellant 1] aan als bestuurder van [bedrijf 2], en stuurde hij blijkens de overgelegde e-mail van 22 februari 2016 aan [naam 2] toen reeds aan op liquidatie van [bedrijf 2]. Tegen deze achtergrond is de conclusie gerechtvaardigd dat [appellant 4] de aandelen in [bedrijf 2] enkel op initiatief van [appellant 1] (tijdelijk) bij zich heeft laten parkeren.
We hebben te maken met een 'harde' en volwaardige vordering van [bedrijf 2] op [appellant 3] ten bedrag van € 500.000. Naar mijn mening begeven we ons tegenover de fiscus op "glad ijs" als we zo'n vordering door middel van een verklaring "dat er geen vordering meer is" afboeken. Er is dan feitelijk sprake van kwijtschelding, en onder deze omstandigheden is dat een volstrekt onzakelijke rechtshandeling”.
7.Beslissing
- vernietigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 28 december 2022, voor zover in conventie gewezen tussen [appellant 4] en de curator;
- bekrachtigt dit vonnis voor het overige,