ECLI:NL:GHDHA:2024:2673
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenvergoeding bij aanmaningskosten in lokale heffingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag, waarin de hoogte van de kostenvergoedingen in verband met aanmaningskosten in lokale heffingen ter discussie staat. De Invorderingsambtenaar had belanghebbende twee aanmaningen gestuurd, waarbij kosten van vervolging in rekening waren gebracht. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Invorderingsambtenaar de aanmaningskosten laten vervallen, maar de toegewezen kostenvergoeding was onderwerp van geschil. De Rechtbank heeft geoordeeld dat de toegepaste wegingsfactor van 0,25 voor de kostenvergoeding terecht was, omdat het een eenvoudige kwestie betrof. Belanghebbende was het hier niet mee eens en stelde dat de wegingsfactor 1 of zelfs 2 van toepassing moest zijn, gezien de complexiteit van de zaak. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd, waarbij het oordeelt dat de toegepaste wegingsfactor en het aantal in aanmerking genomen proceshandelingen correct waren vastgesteld. Het Hof concludeert dat de procedure niet complex genoeg was om een hogere wegingsfactor te rechtvaardigen en dat de kostenvergoeding op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht correct was toegepast. De uitspraak van het Hof bevestigt de eerdere beslissing van de Rechtbank en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.