ECLI:NL:GHDHA:2025:1003
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- H.A.J. Kroon
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- A. van Dongen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de kwalificatie van een woningwaarderapport als deskundigenverslag in het kader van de Wet WOZ
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 april 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of een woningwaarderapport kan worden gekwalificeerd als een deskundigenverslag in de zin van artikel 1, aanhef en onder b, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De belanghebbende, vertegenwoordigd door [A B.V.], had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van zijn woning door de Heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag. De Heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 280.000, maar na bezwaar was deze verlaagd naar € 236.000. De belanghebbende had een woningwaarderapport overgelegd, maar de Heffingsambtenaar weigerde een kostenvergoeding voor dit rapport toe te kennen, omdat het volgens hem niet voldeed aan de eisen van een deskundigenverslag. De Rechtbank Den Haag had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarop de belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Hof oordeelde dat het woningwaarderapport niet als deskundigenverslag kan worden aangemerkt, omdat het rapport niet onafhankelijk was opgesteld en de controle door de taxateur niet substantieel genoeg was om als deskundige in de zin van de wet te worden beschouwd. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank en oordeelde dat de Heffingsambtenaar terecht geen kostenvergoeding had toegekend voor het woningwaarderapport. De belanghebbende had onvoldoende bewijs geleverd dat de taxateur onafhankelijk had gehandeld en dat het rapport meerwaarde had voor de procedure. Het Hof concludeerde dat het hoger beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding.