ECLI:NL:GHDHA:2025:1061
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- E.P.A. Brakeboer
- H.A.J. Kroon
- Chr.Th.P.M. Zandhuis
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vaststelling van de WOZ-waarde van een woning in Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag over de vaststelling van de WOZ-waarde van een woning. De Heffingsambtenaar had de waarde van de woning vastgesteld op € 765.000, maar na bezwaar werd deze verlaagd naar € 735.000. De belanghebbende, eigenaar van de woning, stelde dat de waarde te hoog was en eiste een verdere verlaging naar € 580.000. De Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging. Tijdens de zitting van het Gerechtshof op 15 april 2025 was de Heffingsambtenaar aanwezig, maar de belanghebbende verscheen niet. Het Hof oordeelde dat de Heffingsambtenaar voldoende had aangetoond dat de WOZ-waarde niet te hoog was vastgesteld. De waarde was bepaald op basis van een taxatierapport en een matrix met vergelijkingsobjecten. Het Hof concludeerde dat de argumenten van de belanghebbende niet voldoende waren om de waarde van de woning in twijfel te trekken. De uitspraak van de Rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep werd ongegrond verklaard. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.