Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak en de beschikking in het kort
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de moeder van 6 juni 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een journaalbericht van de zijde van de moeder van 16 juni 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum;
- een brief van de zijde van de bijzondere curator van 18 juni 2025, ingekomen op 19 juni 2025;
- een journaalbericht van de zijde van de moeder van 18 juni 2025 met bijlagen, ingekomen op diezelfde datum.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en [tolk] tolk in de Engelse taal;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de bijzondere curator.
3.De feiten
- de vader en de moeder hebben een affectieve relatie met elkaar gehad;
- uit hun relatie is het volgende thans nog minderjarige kind geboren: [minderjarige] (hierna: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] ;
- de moeder en de vader oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag uit over [minderjarige] ;
- op 8 maart 2025 heeft de vader met [minderjarige] de woning van partijen in [woonplaats] , [staat] , de VS, verlaten en is met [minderjarige] naar Nederland vertrokken;
- de moeder is burger van de VS en heeft daarnaast de Italiaanse nationaliteit. De vader heeft de Nederlandse nationaliteit. [minderjarige] is burger van de VS en heeft daarnaast de Nederlandse nationaliteit;
- de moeder heeft zich niet gemeld bij de Nederlandse Centrale Autoriteit;
- tussen partijen is op 14 maart 2025 door de vader bij de rechtbank Amsterdam een procedure inzake de gezagsuitoefening aanhangig gemaakt;
- op 15 april 2025 is onderhavige zaak behandeld op een regiezitting van de rechtbank Den Haag. De behandeling van de zitting is aangehouden. Partijen hebben hierna getracht door middel van crossborder mediation (gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kindontvoering) tot een minnelijke regeling te komen. Dit is niet geslaagd;
- bij beschikking van de rechtbank Den Haag van 25 april 2025 is de bijzondere curator benoemd.
4.De omvang van het geschil
- primair de terugkeer van [minderjarige] te gelasten naar het adres te ( [postcode] ) [woonplaats] , [staat] , aan de [adres] , de VS, met onmiddellijke ingang doch uiterlijk op een door het hof te bepalen datum, waarbij de vader [minderjarige] dient terug te brengen naar voornoemd adres;
- subsidiair te bevelen dat, voor het geval de vader nalaat [minderjarige] terug te brengen naar voornoemd adres, de vader [minderjarige] met zijn paspoort aan de moeder zal afgeven, onmiddellijk, doch uiterlijk op een door het hof te bepalen datum, opdat de moeder [minderjarige] zelf mee terug kan nemen naar de VS.
5.De motivering van de beslissing
€ 3.500,- voor 35 dagen. Het hof zal voor de overige gemaakte kosten, waaronder transportkosten, het overzicht van de moeder volgen. Dit maakt dat het hof de in verband met de teruggeleiding gemaakte kosten vaststelt op € 17.643,51.