Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Titan Events BVBA,
1.De zaak in het kort
piramid’) wilde springen en uitgleed. Het hof oordeelt dat sprake is van onrechtmatige gevaarzetting aan de zijde van Titan. Zij heeft ten onrechte onvoldoende rekening gehouden met de kans dat deelnemers niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid in acht zouden nemen, terwijl de kans dat daardoor een ernstig ongeval zou plaatsvinden groot was en het nemen van veiligheidsmaatregelen niet bezwaarlijk was. Het hof vernietigt het bestreden vonnis en wijst de vorderingen van [appellant] toe.
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 12 februari 2024, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 24 januari 2024;
- de memorie van grieven van [appellant] ;
- de memorie van antwoord van Titan c.s.
3.Feitelijke achtergrond
piramid’) bestond uit twee schuine zijden van met lucht gevulde rode tubes en zwarte randen. De twee zijden zijn identiek, met uitzondering van de volgende verschillen. Aan de ene zijde van de
piramidligt een klimplateau op het water (om deelnemers te helpen uit het water te klimmen) en zijn handvatten bevestigd aan de rode tubes. Deze zijde wordt hierna de ‘opklimzijde’ genoemd. De andere zijde, die klimplateau en handvatten ontbeert, wordt hierna de ‘afdaalzijde’ genoemd. De
piramidis ongeveer 7,5 meter breed, 6 à 6,5 meter lang en tenminste 2,5 meter hoog. Bovenop de
piramidbevond zich een steward. De
piramidziet er, met zicht op de afdaalzijde, als volgt uit:
piramidaan de opklimzijde beklommen. Hij is op de bovenste tube van het obstakel gestapt, heeft zich willen afzetten om naar beneden te springen en is uitgegleden. Hij is, met zijn hoofd naar beneden, voorovergevallen en heeft met zijn hoofd de onderste zwarte rand van de
piramidaan de afdaalzijde geraakt.
4.Procedure bij de rechtbank
piramideen dusdanig harde rand heeft dat Titan daarmee onder de gegeven omstandigheden meer risico heeft laten bestaan dan redelijkerwijs verantwoord was. De
piramidis onderdeel van een hindernisbaan in het water, waardoor het risico bestaat dat deelnemers uitglijden en ongelukkig terechtkomen. Dat risico is echter evident en in redelijkheid niet te voorkomen. Bovendien is het risico niet zodanig dat Titan maatregelen had kunnen en moeten treffen om te voorkomen dat [appellant] besloot van de
piramidte springen en vervolgens uitgleed, aldus nog steeds de rechtbank.
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
piramid. Door dit niet te doen heeft Titan haar zorgplicht geschonden en onrechtmatig gehandeld, aldus nog steeds [appellant] .
piramidals obstakel geplaatst als onderdeel van een door haar georganiseerd commercieel evenement, te weten een hindernisbaan op het water. Daarbij komen de deelnemers veelal in teamverband aanzwemmen en moeten dan proberen de obstakels te nemen. Onder het nemen van een obstakel moet worden verstaan dat het obstakel vanuit het water aan de ene kant wordt beklommen en aan de andere kant wordt verlaten om weer in het water te komen. Het is volgens Titan de bedoeling om “
te zwemmen, te duiken en te springen en om de 15 obstakels van de hindernisbaan te overwinnen”. Het evenement is bedoeld om de deelnemers geestelijk en fysiek uit te dagen. Onderdeel van de uitdaging is dan ook dat de deelnemers zelf uitzoeken op welke wijze de verschillende obstakels moeten worden genomen. De deelnemers krijgen daartoe voor aanvang van het evenement geen instructies, aldus nog steeds Titan. Een aantal obstakels moet worden verlaten door middel van een duidelijk kenbare glijbaan. Ook is er een aantal obstakels waar recht naar beneden vanaf moet worden gesprongen om weer in het water te komen. De deelnemers komen nat aan op de obstakels, waardoor de obstakels glad zijn.
piramidniet geschikt is om vanaf te springen. Er is, staande op de bovenste ronde tube, geen mogelijkheid om je ergens aan vast te houden, zodat de deelnemer eerst zou moeten balanceren op een ronde tube om vervolgens vanuit stilstand voldoende kracht te zetten om naar beneden te springen. Verder is de bovenste tube van de
piramidminimaal 2,5 meter hoog en is de horizontale afstand vanaf dat punt naar het water 3,25 meter aan de afdaalzijde. Die afstand is volgens Titan heel moeilijk te overbruggen met een sprong. Titan heeft een dergelijke sprong als “
volstrekt onverantwoord” gekwalificeerd.
piramidals onderdeel van een hindernisbaan - een situatie in het leven heeft geroepen die bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid door de deelnemers gevaarlijk is. Er is immers, zoals ook blijkt uit de stellingen van Titan in rov. 6.7, bij het niet in achtnemen van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid (door de sprong te wagen) een aanzienlijke kans dat de deelnemer de horizontale afstand naar het water niet kan overbruggen. De kans dat een deelnemer (ernstig) letsel oploopt wanneer hij op de onderste zwarte rand van de
piramidterechtkomt, is groot. Partijen verschillen nog van mening over het antwoord op de vraag of de onderste zwarte rand van de
piramid- waartegen [appellant] is geklapt - hard is. Daarover is ter zitting door Titan op vragen van het hof verklaard dat die zwarte rand, als onderdeel van het obstakel, van springkussenmateriaal is gemaakt, maar dat de obstakels harder zijn opgeblazen dan een springkussen in verband met de vereiste stabiliteit van het object in het water. Daarmee is voor het hof voldoende duidelijk geworden dat ook de met lucht gevulde zwarte randen tenminste zodanig hard zijn dat deze een sprong of val niet kunnen opvangen en (ernstig) letsel niet kunnen voorkomen.
piramidniet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid in acht zouden nemen. Het gaat hier om een hindernisbaan waarbij deelnemers in teamverband fysiek uitdagende en voor hen onbekende obstakels moeten nemen. Zij moeten zelf uitzoeken op welke wijze zij het obstakel op gaan en moeten verlaten. Onder deze omstandigheden – waarbij Titan dus ook de uitgesproken bedoeling had om onduidelijkheid te laten bestaan over de wijze van het op-en-af gaan, immers dit was onderdeel van de uitdaging – had Titan er rekening mee moeten houden dat een deelnemer verkeerd zou inschatten hoe een obstakel moest worden verlaten en daarbij (ernstig) letsel zou oplopen, mede gelet op de gladheid van de obstakels.
piramidin het water sprongen. Dit blijkt ook uit de door Titan overgelegde schriftelijke verklaring van de steward die zich op de
piramidbevond (“
Zijn vrienden sprongen eerst wat allemaal goed verliep”). Het is dan ook goed voorstelbaar dat deelnemers, onder wie [appellant] , daardoor meenden dat zij veilig van de
piramidin het water konden springen, en daarmee dus niet de (volgens Titan) vereiste oplettendheid en voorzichtigheid in acht namen.
piramidals obstakel. Volgens de eigen stellingen van Titan was het uitdrukkelijk niet de bedoeling dat van de bovenste tube van de
piramidwerd gedoken of gesprongen, sterker nog: dit was in haar ogen volstrekt onverantwoord gezien de te overbruggen (horizontale) springafstand. Van Titan mocht dan ook verwacht worden dat zij met het oog daarop de deelnemers deugdelijk en effectief zou waarschuwen teneinde hen te beletten van de
piramidte springen, daarop toezicht zou houden en indien nodig aanvullende maatregelen zou treffen. Dat geldt temeer nu de
piramidbij de Titan Swim op 18 augustus 2019 (kennelijk) een van de weinige dan wel het enige obstakel(s) was waar deelnemers gezien de vormgeving en hoogte niet vanaf mochten springen.
piramideen steward bevond (op de afbeelding in rov. 3.4 met geel hesje). De steward had volgens Titan tot taak om deelnemers (on)gevraagd instructies te geven. Partijen zijn het er echter niet over eens welke instructies de steward heeft gegeven. Volgens Titan heeft de steward [appellant] en zijn groep vrienden meermaals geïnstrueerd niet te springen. Dit wordt weersproken in de door [appellant] overgelegde getuigenverklaringen. Volgens [appellant] en zijn teamgenoten werd slechts gezegd dat zij zelf mochten bepalen hoe af te dalen. Welke instructies de steward heeft gegeven, kan naar het oordeel van het hof in het midden blijven. Het geven van mondelinge instructies door een steward, die aan één kant op het obstakel zit in een veelal drukke en hectische omgeving, waar verschillende deelnemers gelijktijdig het obstakel moeten nemen, acht het hof namelijk een onvoldoende adequate maatregel om deelnemers het springen te beletten, dan wel hen indringend te waarschuwen. Naar het oordeel van het hof had Titan (een combinatie van) meer adequate maatregelen moeten nemen, zoals hierna (niet limitatief) opgesomd. Titan had alle deelnemers voorafgaand aan de start van het evenement veiligheidsinstructies kunnen geven, bijvoorbeeld per e-mail, op haar website of toen zij in het startvak stonden te wachten. Eveneens had Titan waarschuwingstekens op de opklimzijde van de
piramidkunnen aanbrengen, zodat het voor deelnemers duidelijk was dat, vanwege valgevaar en gevaar voor letsel, niet van dit specifieke obstakel mocht worden gesprongen. Titan had aan de afdaalzijde (net als aan de opklimzijde) handvatten kunnen bevestigen zodat duidelijker was dat naar beneden klimmen de aangewezen, veilige wijze was om de
piramidte verlaten, etc.
piramidzouden (pogen te) springen, terwijl de kans dat daardoor een ongeval met (ernstig) letsel zou plaatsvinden groot was gezien de hoogte en vormgeving van het obstakel en het nemen van adequate, op de situatie toegesneden veiligheidsmaatregelen niet bezwaarlijk was. Zij heeft daarmee haar zorgplicht onvoldoende nageleefd. Daaruit vloeit voort dat het onrechtmatige handelen aan de schuld van Titan is te wijten, zodat dit aan haar kan worden toegerekend.
piramidheeft gemaakt, is een factor die tot het oplopen van de dwarslaesie heeft geleid. Dat leidt echter niet tot het oordeel dat de schade mede het gevolg is van een omstandigheid die
aan hem kan worden toegerekend, omdat het juist aan Titan was om - gelet op de hoogte en vormgeving van dit specifieke obstakel - zorg te dragen voor de veiligheid en adequate instructie van haar deelnemers en zij dit, zoals hiervoor in rov. 6.13 is overwogen, onvoldoende heeft gedaan. Samengevat: Titan heeft een gevaarlijke situatie in het leven geroepen door een obstakel in de hindernisbaan te plaatsen waar deelnemers vanaf sprongen, terwijl dit (in haar eigen woorden) onverantwoord en niet toegestaan was, mede gezien de hoogte en grote afspringafstand tot het water. Daarbij heeft zij geen adequate maatregelen getroffen ter voorkoming van een ongeval. Het beroep op eigen schuld faalt derhalve.
griffierecht € 314,-
salaris advocaat € 1.228,-(2 punten x tarief II)
Totaal € 1.667,03
.