Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 21 december 2023, waarmee [appellante] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de rechtbank Den Haag van 25 oktober 2023;
- het arrest van dit hof van 27 februari 2024, waarin een mondelinge behandeling is gelast;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 23 april 2024;
- de memorie van grieven tevens akte houdende vermeerdering van eis van [appellante], met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde].
3.Feitelijke achtergrond
Naar aanleiding van een eerder uitstel van levering, welke afgelopen vrijdag 7 januari afliep, wijs ik je op de termijn van 8 werkdagen waarin het object afgenomen dient te worden. Voorts wijs ik je op artikel 4 uit de koopovereenkomst inzake de termijn waarbinnen de waarborgsom op de derdengeldrekening van de notaris diende te zijn gestort. Deze termijn is ruim verstreken en dient per omgaande te worden voldaan.
die[verkoper en koper, hof]
verklaren op27-01-2022van verkoper te hebben gekocht”.Deze koopovereenkomst is op 31 januari 2022 ondertekend door [appellante] en op 1 februari 2022 door [makelaardij 2]. Bij allonge van 16 maart 2022 is de koopprijs verlaagd naar € 425.000,-. Het pand is op 23 maart 2022 aan [makelaardij 2] geleverd.
De ondergetekenden, (…) verklaren de overeenkomst inzake [adres], getekend op 15-11-2021 in goed overleg te ontbinden.
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 25 oktober 2023;
- veroordeelt [appellante] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 4.118,-;
- bepaalt dat als [appellante] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellante] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is gevorderd.