Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 2 mei 2024 tevens houdende grieven, waarmee [appellant] in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 1 maart 2024, met bijlagen;
- het (tussen)arrest van 18 juni 2024 waarin een mondelinge behandeling na aanbrengen is gelast. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.
- de memorie van antwoord van [handelsnaam] , met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Vordering in hoger beroep
6.Beoordeling in hoger beroep
7.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 1 maart 2024;
- veroordeelt [appellant] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [handelsnaam] begroot op € 1.385,-;
- bepaalt dat als [appellant] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellant] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad voor zover het de proceskosten betreft;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is gevorderd.
,R.J.F. Thiessen en P. Kuipers en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2025 in aanwezigheid van de griffier.