Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verdere procesverloop in hoger beroep
- de beschikking ex artikel 199 Rv (oud) van 27 juni 2025;
- de memorie na deskundigenbericht van [appellant], met producties 6 en 7;
- de antwoordmemorie na deskundigenbericht van [verweerder].
kanwijzen op een gewijzigde situatie ten opzichte van de situatie die hij in april 2021 heeft aangetroffen. Dit
kanvolgens de deskundige aanleiding zijn tot een herbeoordeling van zijn eerdere oordeel dat inmiddels sprake is van een stabiele en voldoende draagkrachtige situatie. In zijn memorie na deskundigenbericht besteedt [appellant] aan dit punt geen aandacht, maar het hof leest in de als productie 6 daarbij gevoegde brief van 18 mei 2025 dat [appellant] zich op het standpunt stelt dat geen sprake is van een stabiele situatie. Dat blijkt volgens hem uit het gegeven dat er nog steeds scheuren bijkomen.
tekeningen en berekeningen […] wel degelijk relevant[zijn],
ook bij een aanbouw. Het ontbreken daarvan zou in ieder geval (minimaal) ‘niet goed en deugdelijk’ moeten zijn.” Uit de brief van 18 mei 2025 volgt verder dat [appellant] meent dat hem – door het ontbreken van tekeningen en berekeningen – de kans is ontnomen om op voorhand vragen te stellen of om de (volgens [verweerder]) gangbare berekening (van de oplegging van de stalen balk) te kunnen laten controleren.
2.3.7 Voeg boven de loodslabbe
er ‘ alternatieven zijn die ook voldoen aan de eisen van goed en deugdelijk werk’”, maar dat de deskundige niet “
het document of de regelgeving waar die alternatieven staan” noemt. [appellant] vervolgt zijn reactie als volgt: “
Client kan zich dus wederom niet aan de indruk onttrekken dat dit een eigen visie of mening van uzelf is, terwijl u juist onafhankelijk, neutraal en onderbouwd (met verwijzing) dient aan te geven of de door [verweerder] toegepaste tot goed en deugdelijk werk heeft geleid.”
Diverse andere tekortkomingen”.
2.Beslissing
2 december 2025voor het nemen van een akte door beide partijen, waarin zij zich – overeenkomstig rov. 1.26 – uitlaten over het voorgenomen aanvullende deskundigenbericht;