Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[appellant 1] , vennoot van [v.o.f.]
[appellant 2], vennoot van [v.o.f.] ,
de [v.o.f.],
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 2 mei 2024, waarmee [appellanten] in hoger beroep zijn gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 7 februari 2024;
- het arrest van dit hof van 6 augustus 2024, waarin een mondelinge behandeling is gelast die op 24 september 2024 is gehouden;
- de bijlagen die [appellanten] ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben overgelegd;
- de memorie van grieven van [appellanten] , met bijlagen;
- de memorie van antwoord van [geïntimeerde] , met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
Huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW” (hierna: ‘de Huurovereenkomst’) gesloten voor de (casco) bedrijfsruimte van [geïntimeerde] aan het [adres] in [plaats] voor de duur van tien jaar. Van deze Huurovereenkomst maken deel uit de “
Algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW” (hierna: ‘de Algemene Bepalingen’ of ‘de AB’).
Telkens indien een uit hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege per kalendermaand vanaf de vervaldag van dat bedrag een direct opeisbare boete van 1% van het verschuldigde per kalendermaand, waarbij elke ingetreden maand als een volle maand geldt, met een minimum van € 300,- per maand.”
wil je aan het overmaken van de huur kosten denken? Ik moet morgen deurwaarder inschakelen en dat kost ook weer xtra geld. Ik hoor graag van je.” Een paar uur later berichtte [appellant 1] terug: “
Ik ben echt erg bezig vanavond regel ik alles”.
in dat pand op de markt hebben we echt veel last van muizen” en “
We hebben er alles voor gedaan” en “
Maar ze blijven gaatjes knageb”.
Daar kan verhuurder weinig aan doen helaas. Het is een probleem op de hele markt. Alles goed opruimen en dicht houden is de enige oplossing.”
Wij hebben een leuk concept gezien in Turkije in de horeca. (…) Wij zijn hier erg enthousiast over en willen dit indien mogelijk ook toepassen in de winkelruimte (…) Wil jij dit voorleggen aan de eigenaren? Mocht hier geen akkoord op komen dan werken wij niet aan het nieuw project. Zo ja, dan kunnen wij dit verder toelichten.”
dus ik heb in ieder geval iets nodig om te kunnen laten zien (businessplan en dergelijke).”
Overzicht achterstand huur [v.o.f.]” van november 2023 staat dat er op dat moment € 15.872,53 huurachterstand is. Dit bedrag betrof de (vijf) huurprijzen van de maanden juli 2023 tot en met november 2023 en een bedrag van € 3.600,- (12 x € 300,-) wegens boetes voor te late betaling, verminderd met één huurprijsbetaling op 6 oktober 2023.
4.Procedure bij de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroep
Feitenweergave
uitsluitendzal worden gebruikt als
winkelruimte
voor de verkoop van notenen aanverwante artikelen. Een horecazaak valt daar duidelijk niet onder. Voor ander gebruik is schriftelijke toestemming van de verhuurder vooraf nodig. Er is in dit dossier geen stuk waarin de verhuurder aan [appellanten] schriftelijke toestemming geeft om het gehuurde voor horeca te gebruiken.
nahet aangaan van de huurovereenkomst, hebben gevraagd om toestemming voor horeca. Zij vroegen toen aan de beheerder om aan de eigenaren voor te leggen dat zij een leuk horecaconcept hadden en dit, indien mogelijk, wilden toepassen in de winkelruimte. De reactie hierop was dat de verhuurder wil weten waarover hij moet beslissen. [appellanten] hebben niet gesteld dat de verhuurder daarop toen toestemmend heeft beslist. Wel hebben [appellant 1] op 19 mei 2022 (nogmaals) aan de beheerder gemaild:
geentoestemming voor horeca wil geven. De beheerder berichtte toen dat de eigenaar geen horeca in het pand wil en dat de verzekering ook niet akkoord is, onder andere vanwege brandgevaar bij horeca (zie het citaat hiervóór in 3.15).
we hebben lekkage de deuren doen het niet. Die heb ik op eigen kosten al weet ik niet hoeveel keer laten maken door een monteur’. [appellanten] hebben niet gesteld dat zij voordat zij de gevorderde huur niet meer gingen betalen, [geïntimeerde] (of de beheerder) behoorlijk in kennis hadden gesteld van lekkage en/of een defecte deur. Reeds daarom kunnen [appellanten] niet ter afwending van de vorderingen een beroep doen op een opschortingsrecht of (een evenredige) huurprijsvermindering. [2]
Betalingen’ in het artikel over onder meer betaling van de huurprijs – en uit de inhoud van het boetebeding – “
niet prompt op de vervaldag is voldaan” – blijkt dat het beding de strekking heeft om de huurder, [appellanten] , te bewegen tot tijdige nakoming van de betalingsverplichtingen. De beheerder heeft [appellanten] er ook (meermalen) op gewezen dat zij de huur stipt op tijd moesten betalen en dat een tijdige betaling belangrijk was voor [geïntimeerde] .
griffierecht € 798,-
salaris advocaat € 2.428,- (2 punten × tarief II)
nakosten € 178,- (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)Totaal € 3.404,-
6.Beslissing
- bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Den Haag van 7 februari 2024;
- veroordeelt [appellanten] hoofdelijk in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op € 3.404,-;
- bepaalt dat als [appellanten] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak hebben voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [appellanten] de kosten van die betekening moeten betalen, plus extra nakosten van € 92,-;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af wat in hoger beroep meer of anders is gevorderd.