Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop in hoger beroep
- de dagvaarding van 29 november 2024, waarmee Schalkoort in hoger beroep is gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam van 30 augustus 2024, voor zover gewezen tussen haar en [geïntimeerde] ;
- de memorie van grieven van Schalkoort, met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
4.Procedure bij de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroepGrief
Devolutieve werking; (verworpen) verweren van [geïntimeerde]
dagvaarding € 140,17
.
6.Beslissing
- veroordeelt [geïntimeerde] hoofdelijk, tezamen met GGLG, tot betaling aan Schalkoort van € 14.037,69, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf 29 mei 2023 tot aan de dag dat volledig is betaald;
- veroordeelt [geïntimeerde] hoofdelijk, tezamen met GGLG, in de proceskosten van de eerste aanleg, die aan de zijde van Schalkoort worden begroot op € 2.471,84, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van het vonnis van de rechtbank tot de dag van betaling;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van de procedure in hoger beroep, aan de zijde van Schalkoort begroot op € 2.359,17, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [geïntimeerde] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft betaald;
- bepaalt dat als [geïntimeerde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan de uitspraak heeft voldaan en dit arrest vervolgens wordt betekend, [geïntimeerde] de kosten van die betekening moet betalen, plus extra nakosten van € 92, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten als [geïntimeerde] deze niet binnen veertien dagen na betekening heeft betaald;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.